De wereldwijde AI-race: VS en China strijden om dominantie
- Mika Beumer
- 28 minuten geleden
- 5 minuten om te lezen
In het kort
De VS investeerde $109,1 miljard aan private AI-kapitaal in 2024, twaalf keer meer dan China en 24 keer meer dan het VK.
China probeert met $133 miljard aan overheidssteun en krachtige infrastructuur het gat met de VS te dichten.
Europa en Zuid-Korea zetten in op rekenkracht, startups en strategische autonomie om terrein te winnen.
Verenigde Staten voert de lijst aan met ongeëvenaarde investeringskracht
De Verenigde Staten blijft wereldwijd de dominante speler op het gebied van kunstmatige intelligentie. In 2024 alleen al werd $109,1 miljard aan private investeringen in AI geregistreerd, bijna twaalf keer zoveel als de $9,3 miljard die China in datzelfde jaar aantrok. Daarmee bevestigt het land zijn koppositie, zowel op het gebied van kapitaal als innovatie. De grootste technologiebedrijven zoals Microsoft, Meta, Amazon en Alphabet zijn verantwoordelijk voor een groot deel van deze stroom aan financiering. Alleen al OpenAI haalde $40 miljard op, terwijl Meta $14,3 miljard investeerde in Scale AI.
Overzicht van wereldwijde AI-investeringen per land in 2024

Ook de startup-scene draait op volle toeren. Thinking Machines Lab, onder leiding van Mira Murati, wist $2 miljard op te halen tegen een waardering van $12 miljard. Anthropic, gesteund door Amazon en Google, is dicht bij een nieuwe financieringsronde van $3 tot $5 miljard, waarmee de waardering zou stijgen tot $170 miljard. Andere opvallende deals kwamen van Safe Superintelligence, Anysphere en Anduril, allemaal bedrijven die werken aan zogeheten frontier AI-modellen met geavanceerde capaciteiten.
De Amerikaanse overheid houdt gelijke tred. Tussen 2019 en 2023 werd $328 miljard gespendeerd aan AI-onderzoek en toepassingen, voornamelijk via het ministerie van Defensie. De bestedingen gingen vooral naar besliskunde, computer vision, autonomie en machine learning. Daarnaast werd in diezelfde periode nog eens $5,2 miljard uitgegeven aan AI-gerelateerde overheidscontracten.
De cijfers illustreren niet alleen de voorsprong van de VS, maar ook het tempo waarin deze verder wordt uitgebouwd. Van de in 2024 ontwikkelde topmodellen kwamen er veertig uit Amerikaanse labs, tegenover vijftien uit China en slechts drie uit Europa. Het betreft hier onder meer ChatGPT, Gemini, Claude en Llama.
Amerikaanse AI-modellen blijven Chinese concurrentie voor in prestatiescore

Tegenover deze investeringsstorm staan echter enkele fundamentele uitdagingen. De Amerikaanse elektriciteitsinfrastructuur begint tekenen van overbelasting te vertonen. AI-training vereist enorme hoeveelheden energie, en het tempo waarin nieuwe datacenters en energiecentrales gebouwd worden blijft achter. Daarmee dreigt een infrastructuurprobleem dat op termijn de dominantie van de VS onder druk kan zetten.
China combineert staatsmacht met technologische ambitie
Hoewel China nog ver achterloopt in absolute investeringscijfers, is de strategie even ambitieus als gecoördineerd. Sinds 2013 investeerde de Chinese private sector $119 miljard in AI, met $9 miljard in 2024. De overheid deed daar tussen 2019 en 2023 nog eens $133 miljard bovenop. Daarnaast werd in 2025 een nationaal AI-fonds gelanceerd dat zich richt op vroege fase-initiatieven en investeringen in de gehele toeleveringsketen.
Waar de VS uitblinkt in innovatie, focust China op massale adoptie en schaalvoordelen. Meer dan 73% van de wereldwijde AI-computingcapaciteit komt inmiddels uit China. Bedrijven als Alibaba, Baidu en Tencent staan daarbij aan de frontlinie. Baidu rolt bijvoorbeeld autonome taxisystemen uit in meerdere grote steden en experimenteert met taalmodellen zoals Ernie Bot, terwijl Alibaba investeert in het Qwen-model en open-sourceontwikkelaar Zhipu onlangs de GLM-4.5 introduceerde.
Wat China eveneens onderscheidt, is de infrastructuur. Terwijl de VS worstelt met capaciteit en distributie, beschikt China over een robuust energienetwerk dankzij forse investeringen in kernenergie, waterkracht en andere duurzame bronnen. Dit maakt het trainen en draaien van AI-modellen efficiënter en schaalbaarder. Die voorsprong in stroomvoorziening kan, volgens analisten, uitgroeien tot een cruciale strategische factor in de AI-race.
Ook op wetenschappelijk vlak doet China het goed. Volgens de AI Index van Stanford publiceert het land de meeste AI-gerelateerde wetenschappelijke papers en patenten ter wereld. Daarnaast is het publieke vertrouwen in kunstmatige intelligentie opvallend hoog, wat de acceptatie en uitrol vergemakkelijkt.
Het Verenigd Koninkrijk en de Europese Unie willen inhalen met gerichte strategieën
Het Verenigd Koninkrijk, goed voor een AI-markt van $92 miljard in 2024, profileert zich als de AI-leider van Europa. Premier Keir Starmer wil van het land een "AI-supermacht" maken en stelde begin dit jaar £1 miljard beschikbaar voor het vergroten van rekenkracht. Daarmee moet het aantal beschikbare GPU’s vertwintigvoudigd worden. Nvidia-topman Jensen Huang bekritiseerde eerder het trage tempo waarmee het VK zijn digitale infrastructuur uitbreidt, wat leidde tot versnelde maatregelen van de Britse overheid.
Die maatregelen zijn deels bedoeld om startups als DeepMind, Synthesia, ElevenLabs en Wayve beter te ondersteunen. Deze bedrijven hebben samen miljarden aan waarderingen opgebouwd, met behulp van kapitaal uit de VS, onder meer via Microsoft, Nvidia en Softbank. In 2024 wist het VK $6 miljard aan AI-financiering aan te trekken, meer dan enig ander Europees land.
Ook de Europese Unie als geheel zet sterk in op strategische autonomie. In april 2025 werd een investering van €20 miljard aangekondigd voor de bouw van AI-gigafabrieken. Deze installaties zullen uitgerust worden met meer dan 100.000 gespecialiseerde AI-processors en moeten dienen als Europese tegenhanger van de rekenkracht die nu vooral in de VS en China beschikbaar is.
Toch zijn er zorgen over duurzaamheid. Experts wijzen op de enorme water- en energiebehoefte van dergelijke centra. De EU zal moeten investeren in groene infrastructuur om de groei van AI niet ten koste van het milieu te laten gaan.
Zuid-Korea zet in op rekenkracht en modelkwaliteit
Een verrassende speler in het AI-landschap is Zuid-Korea. De startup Upstage maakte onlangs wereldwijd indruk met de lancering van Solar Pro 2, een compact AI-model dat hogere prestaties laat zien dan GPT-4.1 en Claude 3.7, ondanks een lager aantal parameters. Het model werkt met een nieuwe technologie genaamd Depth-Up Scaling, die de efficiëntie van training en inference aanzienlijk verhoogt.
De ontwikkeling van Solar Pro 2 werd ondersteund door een nationale AI-strategie ter waarde van $70 miljard. Daarmee wil Zuid-Korea niet alleen concurreren op modelniveau, maar ook onafhankelijk worden van buitenlandse infrastructuur. Volgens de overheid is het doel om tegen 2030 volledig in eigen land te kunnen voorzien in AI-training, applicatie en opslag.
Met deze zet positioneert Zuid-Korea zich als technologisch innovatief én strategisch vooruitziend. Door te investeren in zowel hardware als software, en met een focus op efficiëntie en energiegebruik, bouwt het land een alternatieve route naar AI-dominantie.
Deze ontwikkelingen illustreren dat de wereldwijde AI-race niet alleen draait om geld, maar ook om visie, infrastructuur en nationale strategie. De VS blijft koploper in kapitaal en innovatie, maar ziet China naderen dankzij infrastructuur en schaalbaarheid. Europa en Zuid-Korea bewijzen dat slimme investeringen, ook zonder absolute dominantie in dollars, kunnen leiden tot significante vooruitgang. De komende jaren beloven dan ook niet alleen een strijd tussen grootmachten te worden, maar ook een test van veerkracht, coördinatie en technologische adaptatie.
AI-prestaties evenaren of overtreffen de mens op steeds meer gebieden
