Dit is het gemiddelde spaargeld per leeftijd in 2025

In het kort:

• De gemiddelde 18- tot 25-jarige Nederlander heeft 10.800 euro aan spaargeld, maar de mediaan van 3.400 euro laat zien dat de meeste jongeren veel minder hebben.

• In alle leeftijdsgroepen neemt het spaargeld toe met de jaren, met een piek tussen 65 en 75 jaar waar het gemiddelde boven de 76.000 euro ligt.

• De cijfers laten zien dat spaargeld ongelijk verdeeld is en dat mediaanwaarden een veel realistischer beeld geven van de Nederlandse spaarbuffer.

Aan het einde van het jaar is het voor veel mensen een logisch moment om even stil te staan bij hun financiële situatie. Je opent je bankapp, kijkt naar je spaarrekening en komt tot de conclusie dat het toch weer minder is geworden dan je had gehoopt. Op zichzelf is dat niet vreemd, want juist bij jongeren is het opbouwen van vermogen meestal nog niet de hoogste prioriteit. Nieuwe cijfers van het CBS laten duidelijk zien hoe groot het verschil in spaargeld per leeftijdsgroep eigenlijk is en waar 18- tot 25-jarigen zich ongeveer bevinden.

Het CBS rekent spaargeld onder de categorie bank- en spaartegoeden, waarbij alle rekeningen bij Nederlandse en buitenlandse banken worden meegeteld. Voor dit onderzoek wordt gekeken naar huishoudens en wordt de leeftijd van de kostwinner gebruikt om de groep in te delen. Dat levert een helder overzicht op van hoe spaargeld groeit naarmate mensen ouder worden en meer financiële stabiliteit opbouwen.

Een opvallende groep is de leeftijdsgroep van 18 tot 25 jaar. Hier kom je een mix tegen van scholieren, studenten, starters en jongeren die al vroeg zijn gaan werken. Die verschillen zie je ook terug in de spaartegoeden. Wie geen studieschuld opbouwt en direct begint met werken, kan al snel een behoorlijke buffer creëren.

Studenten zijn juist vaak nog bezig om hun lening af te lossen en hebben logischerwijs een kleiner saldo op hun spaarrekening. Gemiddeld hebben jongeren in deze leeftijdsgroep 10.800 euro opzij gezet. Toch is de mediaan van 3.400 euro waarschijnlijk een veel eerlijker referentiepunt, omdat dat het bedrag is waar de helft onder zit en de helft boven. Het gemiddelde wordt namelijk sterk beïnvloed door een kleine groep jongeren met relatief veel vermogen.

Wanneer je verder kijkt, zie je een duidelijk patroon. Naarmate mensen ouder worden, groeit zowel het gemiddelde als de mediaan gestaag mee. De groep tussen 25 en 35 jaar komt uit op een gemiddelde van 23.700 euro, gevolgd door 35 tot 45 jaar met 35.700 euro. In de groep van 45 tot 55 jaar stijgt dat verder naar 55.300 euro. Spaargeld is in deze fase vaak een mix van een buffer, aflossingen, inkomen dat sneller stijgt en minder grote levensveranderingen die het saldo onder druk zetten.

De grootste spaarbuffers zijn te vinden bij de groep tussen 65 en 75 jaar. Met een gemiddelde van 76.600 euro en een mediaan van 35.600 euro is dit de fase waarin veel mensen hun hypotheek grotendeels hebben afgelost, stabiel inkomen ontvangen en minder onvoorziene kosten hebben. Daarna vlakt het niveau iets af, maar blijft het nog altijd boven de 70.000 euro gemiddeld.

Wat vooral opvalt, is dat het gemiddelde spaargeld van alle Nederlandse huishoudens rond de 52.700 euro ligt, terwijl de mediaan slechts 23.313 euro bedraagt. Dat laat zien dat een relatief kleine groep mensen met veel vermogen het totale beeld sterk omhoog trekt en dat de meeste huishoudens een veel bescheidener buffer hebben. Voor jongeren is dat geen reden tot paniek, maar eerder een herinnering dat spaargeld vooral met de jaren groeit, naarmate inkomen stabiliseert en financiële verplichtingen afnemen.

De nieuwe CBS-cijfers bieden daarmee een realistisch beeld van hoe spaargeld zich door het leven ontwikkelt. Het rapport gaat overigens verder dan alleen deze tabel en laat ook zien hoe vermogen uit andere categorieën zoals beleggingen, vastgoed en schulden is verdeeld. Maar voor wie vooral wil weten hoe zijn of haar buffer zich verhoudt tot de rest, geeft dit overzicht een helder en soms confronterend beeld. Het laat zien dat sparen een proces is dat zich pas later in het leven echt uitbetaalt en dat de meeste jongeren nog ruim de tijd hebben om hun financiële basis op te bouwen.