Nvidia, TSMC en CoreWeave: de onzichtbare macht achter de AI-explosie
- Arne Verheedt
- 3 uur geleden
- 4 minuten om te lezen
In het kort
OpenAI’s infrastructuur draait volledig op schaarse GPU-capaciteit die via Nvidia en TSMC loopt.
Techreuzen als Microsoft en Oracle investeren gezamenlijk honderden miljarden in langetermijncontracten.
SoftBank positioneert zich met 40 miljard dollar als strategisch infrastructuurinvesteerder in toekomstige AI-capaciteit.
Nu grote taalmodellen de fundamenten van sectoren van onderwijs tot gezondheidszorg hertekenen, speelt zich achter de schermen een andere strijd af. Niet om data of gebruikers, maar om rekenkracht. GPU’s vormen het kloppend hart van de AI-industrie en de verdeling ervan bepaalt wie innoveert, wie vertraagt en wie buitenspel staat.
In deze nieuwe realiteit is OpenAI het middelpunt van een complex netwerk van producenten, leveranciers, cloudbedrijven en financiers. De recente visualisatie Flow of Compute maakt deze dynamiek tastbaar. De kaart laat zien hoe de pijplijn van GPU’s loopt van chipfabrieken in Taiwan naar de servers van de grootste cloudproviders ter wereld en uiteindelijk naar de modellen die miljarden mensen zullen gebruiken.
Van wafer tot model: wie controleert de keten
Alles begint bij TSMC, de Taiwanese chipproducent met een marktwaarde van ongeveer 1.520 miljard dollar. Hier worden de geavanceerde wafers geproduceerd waarop Nvidia’s GPU’s worden gebouwd. Nvidia, inmiddels ongeveer 4.750 miljard dollar waard, is volledig afhankelijk van deze productiefaciliteiten. Zonder TSMC geen H100- of Blackwell-chips.
Vervolgens distribueert Nvidia zijn GPU’s naar cloudproviders zoals Microsoft, Oracle en CoreWeave. Deze partijen integreren de chips in datacenters en stellen de rekenkracht beschikbaar via contracten. OpenAI, met een geschatte waarde van 500 miljard dollar, huurt deze capaciteit voor het trainen en draaien van modellen als GPT-4 en GPT-5.
De keten is duidelijk: TSMC levert de fysieke capaciteit, Nvidia bouwt de hardware, cloudproviders distribueren de capaciteit en OpenAI gebruikt deze om AI-toepassingen te ontwikkelen.
Van TSMC tot OpenAI: zo stroomt de rekenkracht door de AI-keten

Langetermijncontracten als machtsinstrument
In deze infrastructuur is geld alleen niet genoeg. Wat telt zijn contracten die toegang garanderen tot de schaarse rekenkracht. Oracle sloot met OpenAI een megadeal ter waarde van 300 miljard dollar. Deze overeenkomst verzekert Oracle van een vaste klant en OpenAI van toegang tot capaciteit over een periode van vijf jaar.
Ook Microsoft speelt een sleutelrol met zijn exclusieve samenwerking met OpenAI. Via het Azure-platform stelt Microsoft GPU-capaciteit beschikbaar in ruil voor een aandelenbelang, winstafspraken en exclusieve toegang tot de modellen van OpenAI. Deze symbiotische relatie maakt dat beide partijen profiteren van elkaars groei, maar ook kwetsbaar zijn voor elkaars prestaties.
Kleinere spelers zoals CoreWeave, dat gespecialiseerd is in het aanbieden van GPU-capaciteit voor AI-workloads, verzekerden zich van een contract van 6,5 miljard dollar met OpenAI. Daarmee is CoreWeave uitgegroeid tot een essentiële uitwijkmogelijkheid in de cloudinfrastructuur van OpenAI en Microsoft.
SoftBank koopt zich in met miljarden en infrastructuurvisie
Opmerkelijk is de recente toetreding van SoftBank tot dit speelveld. Met een toezegging van 40 miljard dollar aan investeringen is het Japanse conglomeraat de grootste externe financier van OpenAI geworden. Maar SoftBank investeert niet alleen geld, het koppelt zijn investeringen aan infrastructuurprojecten zoals het Stargate-initiatief.
SoftBank investeert 40 miljard dollar in AI-infrastructuur:

Stargate is een gezamenlijk project met Oracle om nieuwe infrastructuur op te zetten voor AI-rekenkracht. Hiermee positioneert SoftBank zich als strategische partner voor toekomstige groei. De investering is niet gericht op directe opbrengst, maar op het creëren van invloed in een systeem waarin toegang tot compute belangrijker is dan directe winst.
Deze visie past binnen het bredere patroon van machtsconcentratie in AI. SoftBank probeert via infrastructuurcontrole een fundamentele rol te spelen, zonder zelf modellen te hoeven ontwikkelen.
De verborgen rol van schaarste en exclusiviteit
De GPU-pijplijn die van TSMC via Nvidia naar Microsoft, Oracle en uiteindelijk naar OpenAI loopt, toont een systeem dat draait op schaarste. Er is een structureel tekort aan high-end chips en datacentercapaciteit en dat tekort bepaalt wie groeit en wie stagneert.
Geld is in deze context pas waardevol als het gepaard gaat met gegarandeerde toegang tot compute. Daarom zetten bedrijven massaal in op contracten met leveringsgaranties, capaciteitsreserveringen en zelfs exclusiviteitsafspraken. Microsoft’s deal met OpenAI is daar het meest uitgesproken voorbeeld van.
Deze dynamiek verklaart ook waarom Nvidia, als leverancier van de fysieke hardware, sneller groeit dan zijn klanten. Ondanks dat Nvidia geen eigen AI-modellen bouwt, profiteert het indirect van elke parameter die door een groot taalmodel wordt getraind.
Elke AI-parameter levert Nvidia winst op dankzij zijn GPU-monopolie:

Nvidia, TSMC en CoreWeave: de strijd om AI begint in het datacenter
De toekomst van AI wordt niet bepaald door wie de slimste modellen bouwt, maar door wie de rekenkracht beheerst. Van chipfabrieken in Taiwan tot hyperscale datacenters in de VS, controle over infrastructuur is uitgegroeid tot het nieuwe machtscentrum van de technologie-industrie.
Voor beleggers liggen de kansen niet alleen bij AI-bedrijven zelf, maar vooral bij de partijen die deze groei mogelijk maken. Nvidia blijft de dominante speler in GPU’s, maar ook AMD timmert hard aan de weg met nieuwe AI-chips. TSMC speelt als producent van vrijwel alle geavanceerde AI-chips een sleutelrol, terwijl CoreWeave zich snel ontwikkelt tot onmisbare cloudpartner voor OpenAI en anderen.
Daarnaast zijn Microsoft en Oracle belangrijke winnaars dankzij hun miljardencontracten voor AI-infrastructuur. Ook minder bekende spelers als Supermicro (servers), Arista Networks (netwerkhardware), Equinix (datacenterbeheer) en Marvell Technology (chipontwerp voor AI en data) positioneren zich slim in deze keten.
In een wereld waar rekenkracht schaars en bepalend is, zijn dit de bedrijven die de nieuwe digitale infrastructuur bezitten en daarmee een strategisch voordeel dat moeilijk is in te halen.
Ook particuliere beleggers kunnen inspelen op deze machtsverschuiving in de technologiesector door te letten op hun eigen efficiëntie en kostenstructuur. Want net zoals bij AI-bedrijven de toegang tot rekenkracht het verschil maakt, bepaalt bij particuliere beleggers de keuze van een broker in hoge mate het uiteindelijke rendement. Lage transactiekosten en minimale valutaspreads kunnen op lange termijn een groot verschil maken.
Bij MEXEM, door Brokerskiezen.nl uitgeroepen tot beste allround broker van 2025, handelen beleggers tegen slechts 0,005% valutakosten, tegenover 0,25% bij DEGIRO en SAXO Bank. Dat verschil kan voor de gemiddelde belegger oplopen tot honderden tot duizenden euro’s per jaar. Daarmee geldt MEXEM voor veel beleggers als de meest complete keuze voor wie lage kosten en internationale spreiding belangrijk vindt.





















































