Deze beleggers-favoriet crasht ineens -50%, nu bijkopen?
- Jelger Sparreboom

- 24 aug
- 7 minuten om te lezen
In het kort:
The Trade Desk verloor in korte tijd meer dan 50% van zijn beurswaarde door tegenvallende groei en hevige concurrentie.
Toch heeft het bedrijf een unieke positie in het open internet, los van de gesloten ecosystemen van Google, Meta en Amazon.
Met forse investeringen in AI en connected TV kan de huidige crisis juist het startpunt worden van een nieuw groeiverhaal.
Vijf jaar geleden werd The Trade Desk door veel beleggers gezien als een van de mooiste groeiverhalen van de digitale economie. Het bedrijf zat midden in de explosieve opmars van online advertenties, het had een unieke positie buiten de gesloten ecosystemen van Big Tech en het groeide jarenlang tegen indrukwekkende percentages. Voor menig belegger leek dit de ultieme kans om mee te liften op de verschuiving van televisie en traditionele media naar het internet. Toch staat de koers anno 2025 op een pijnlijk dieptepunt: meer dan 50% lager sinds begin dit jaar. Waar komt die enorme klap vandaan, en wat zegt dit over de toekomst van het bedrijf?
Koersverloop in 2025:

De vraag die nu boven de markt hangt, is even simpel als prikkelend: is dit juist het moment waarop je een aandeel als The Trade Desk moet afschrijven, of juist het moment waarop je het bedrijf opnieuw moet bekijken, met de blik op de lange termijn? Om daar antwoord op te vinden, moet je eerst begrijpen wat The Trade Desk precies doet, waarom het zo hard is afgestraft, en waar de kansen liggen.
Wat doet The Trade Desk?
The Trade Desk is een zogenoemd demand-side platform (DSP). Dat klinkt technisch, maar in de kern draait het om één simpele belofte: adverteerders helpen hun digitale budget zo slim mogelijk in te zetten. Denk aan merken als Nike die jongeren willen bereiken die van tennis houden. Vroeger kocht zo’n merk televisieblokken of paginagrote advertenties in een sportblad. Tegenwoordig speelt dat spel zich af op talloze digitale platforms: van websites als Yahoo Finance tot streamingdiensten zoals Hulu en zelfs audio-apps als Spotify.
Precies in die versnipperde digitale wereld komt The Trade Desk in beeld. Het bedrijf ontwikkelde een platform dat met behulp van data en kunstmatige intelligentie advertenties inkoopt op de plekken waar ze het meeste effect sorteren. Het bijzondere is dat dit proces plaatsvindt in real time. Binnen minder dan een seconde wordt bepaald welke advertentie waar het best getoond kan worden, voor welke prijs, en met welke kans op een klik of aankoop.
Voor de adverteerder levert dat niet alleen meer bereik op, maar ook harde cijfers: hoeveel mensen zagen de advertentie, hoeveel klikten, hoeveel kochten, en wat was de daadwerkelijke return on ad spend. Dat maakt The Trade Desk tot een spil in het ecosysteem van de zogeheten open internet, het deel van de digitale wereld dat zich buiten de gesloten tuinen van Google, Meta of Amazon afspeelt.
De open internet-markt versus de walled gardens
Om de rol van The Trade Desk goed te begrijpen, moet je onderscheid maken tussen het open internet en de zogenaamde walled gardens. Die walled gardens, letterlijk ‘ommuurde tuinen’, zijn ecosystemen waar één partij zowel het aanbod van advertentieruimte als de verkoop ervan in handen heeft. Denk aan Meta: het bedrijf bezit zowel Facebook en Instagram (de plekken waar advertenties verschijnen) als het systeem dat bepaalt welke advertentie aan welke gebruiker wordt getoond. Hetzelfde geldt voor Google met YouTube en Search, of voor Amazon met zijn e-commerceplatform.
In zo’n gesloten systeem is er geen veiling, geen transparante markt en geen concurrentie om de advertentieruimte. Het platform zelf beslist hoe en waar de advertentie verschijnt.
Voor veel adverteerders is dat handig: eenvoudig, schaalbaar, en gekoppeld aan gigantische hoeveelheden gebruikersdata.
Maar er schuilt ook een risico. Want als je als merk volledig afhankelijk wordt van één partij, verlies je grip op transparantie en objectiviteit. Het platform kan zijn eigen advertentieplekken voorrang geven, en het is voor adverteerders lastig om te controleren of ze werkelijk de beste waarde voor hun geld krijgen. Precies op dat punt claimt The Trade Desk een voordeel: het bezit zelf geen advertentieruimte en kan daardoor neutraal opereren in het belang van de klant. Het plaatst advertenties waar ze het beste presteren, ongeacht of dat nu bij ESPN, Yahoo of Spotify is.
Die positionering als neutrale partij in het open internet was jarenlang de grote kracht van The Trade Desk. Maar de realiteit is dat de gesloten ecosystemen van Meta en Google de afgelopen jaren juist sterker zijn geworden. En dat verklaart deels waarom beleggers zich nu afvragen of The Trade Desk zijn voorsprong kan behouden.
Waarom de koers zo hard onderuitging
De aanleiding voor de recente crash was in feite klassiek: teleurstellende vooruitzichten. In het tweede kwartaal van 2025 groeide de omzet van The Trade Desk met 19% ten opzichte van een jaar eerder. Op zich een keurig percentage, maar beleggers waren gewend geraakt aan groeicijfers van 25% of meer. Nog pijnlijker was de guidance voor het derde kwartaal: een verwachte groei van slechts 14%.
Voor een doorsnee bedrijf zou dat een solide prestatie zijn, maar voor een aandeel dat jarenlang als groeikanon werd gezien – en tegen torenhoge koers-winstverhoudingen werd verhandeld – was dit een koude douche. Tel daar dalende marges bij op, en het sentiment sloeg volledig om. De koers die ooit een premie van een 200-voudige winst rechtvaardigde, kelderde na de cijfers naar een veel lagere waardering, maar nog steeds met een stevige multiple.
Koerswinstverhouding afgelopen jaar:

Het was een klassiek voorbeeld van multiple compressie: beleggers zijn bereid steeds minder te betalen voor dezelfde euro winst, simpelweg omdat het groeiverhaal minder spectaculair lijkt dan voorheen. En juist dat proces kan jaren duren, waardoor de koers soms vijf jaar lang zijwaarts beweegt, ook al groeit het bedrijf zelf nog steeds.
Omzet groeit, maar minder snel als voorheen:

De dreiging van Amazon
Een tweede factor die zwaar weegt op het sentiment is de opkomst van Amazon in de advertentiemarkt. Waar het bedrijf zich vroeger beperkte tot advertenties op zijn eigen platform, heeft het nu de vleugels uitgeslagen richting externe partners zoals Samsung TV Plus en Hulu. En daarbij hanteert Amazon de bekende strategie: marges uit de markt drukken.
Met tech fees van soms slechts 1% zet Amazon de industrie onder druk, vergeleken met de gebruikelijke 7 à 10% die The Trade Desk en anderen rekenen. Voor adverteerders is dat aantrekkelijk: lagere kosten en directe toegang tot de enorme dataset van Amazon-gebruikers. Voor The Trade Desk voelt het als een frontale aanval.
De vraag is natuurlijk of dit een blijvend probleem vormt. Want hoe scherp Amazon de prijzen ook zet, adverteerders willen uiteindelijk de beste mix van bereik, transparantie en resultaat.
En daar heeft The Trade Desk nog altijd een troef: het feit dat het niet gebonden is aan één ecosysteem en dus breder kan inkopen. Maar het lijdt geen twijfel dat de komst van Amazon extra druk legt op de marges en de concurrentie-intensiteit in de sector.
Hoe het management zichzelf positioneert
Het management van The Trade Desk reageerde op deze zorgen met een nadrukkelijke boodschap: wij zijn neutraal, en dat is in het voordeel van de klant. Waar Amazon of Meta hun eigen inventaris altijd voorrang geven, zoekt The Trade Desk naar de objectief beste plek voor de advertentie. Dat voorkomt belangenconflicten en zou op de lange termijn voor adverteerders aantrekkelijker moeten zijn.
Dat verhaal is overtuigend, maar vergt geduld. Want in de praktijk zien adverteerders op dit moment dat campagnes bij Meta of Amazon vaak een hogere return on investment opleveren, dankzij de enorme hoeveelheden gebruikersdata en de razendsnelle AI-innovaties van die bedrijven. Toch blijft de kern van het argument van The Trade Desk overeind: neutraliteit en keuzevrijheid hebben waarde, zeker in een markt die steeds gevoeliger wordt voor privacy en transparantie.
En dan is er nog het sleutelwoord van deze tijd: kunstmatige intelligentie. Het is geen geheim dat Meta zijn advertentiegroei de afgelopen kwartalen te danken heeft aan AI-gedreven verbeteringen in targeting en efficiëntie. Dat zette de lat hoog voor concurrenten, maar The Trade Desk laat zich niet afschrikken.
Het bedrijf investeert fors in zijn eigen AI-platform, dat de naam Koa draagt. Daarmee wil het advertenties nog slimmer plaatsen, met meer variabelen in de berekeningen en snellere besluitvorming in de milliseconde-veiling. Ook zet The Trade Desk zwaar in op connected TV en retail media: twee segmenten die nog in de kinderschoenen staan, maar waar enorme groeimogelijkheden liggen.
Critici vrezen dat de oplopende R&D-uitgaven de marges verder onder druk zetten. Maar optimisten zien juist een kans: als AI net zo’n boost kan geven aan de prestaties van The Trade Desk als bij Meta, kan de groei weer versnellen en kan het bedrijf zijn premiumpositie rechtvaardigen.
De financiële kant
Op de beurs is The Trade Desk altijd een bijzonder aandeel geweest. Waar veel technologiebedrijven jarenlang tegen redelijke multiples werden verhandeld, liep de koers-winstverhouding van The Trade Desk op tot ver boven de 200. Zelfs na de recente crash is de multiple nog altijd fors, rond de 60.
Dat betekent dat beleggers hoge verwachtingen blijven koesteren. De vraag is of het bedrijf die waar kan maken. Stel dat de omzet de komende jaren gemiddeld met 14 tot 17% groeit en de marges stabiliseren rond de 16 à 17%, dan zou het aandeel volgens optimistische scenario’s nog altijd dubbelecijferige rendementen kunnen opleveren. Maar die berekeningen hangen sterk af van de aanname dat de koers-winstverhouding niet verder daalt.
Het gevaar van multiple compressie blijft aanwezig: als beleggers besluiten dat een ratio van 60 nog steeds te hoog is en de multiple terugzakt richting 45 of 50, wordt het al een stuk moeilijker om spectaculaire rendementen te behalen. Dat maakt de discussie over de waardering minstens zo belangrijk als die over de operationele prestaties.
De beurs houdt niet van teleurstellingen. Maar vaak ligt juist in die momenten van pessimisme de kiem voor een nieuw hoofdstuk. Voor The Trade Desk is de uitdaging helder: laten zien dat het ook in een markt vol reuzen zijn rol kan blijven spelen, en dat AI, connected TV en retail media nieuwe groeigolfjes kunnen veroorzaken.
Het bedrijf heeft een bewezen technologie, een sterk merk in de advertentiewereld en een positie die fundamenteel anders is dan die van de gesloten ecosystemen. De vraag is niet of digitale advertenties zullen groeien, dat lijkt een gegeven, maar wie daar de grootste hap van mag nemen. Als The Trade Desk zijn neutraliteit en innovatie kan vertalen in aantoonbaar betere resultaten voor adverteerders, is de huidige crash misschien achteraf een voetnoot in een veel langer groeiverhaal.







































































































































Opmerkingen