Optimaal beleggen in Europese Defensie
- jankuypers
- 20 uur geleden
- 3 minuten om te lezen
In het kort
Europese defensie-uitgaven zijn sinds 2022 met ruim 25% gestegen, gedreven door oorlog, geopolitieke spanningen en de NAVO-norm van 2% bbp.
Beursgenoteerde spelers als Rheinmetall, BAE Systems en Thales profiteren van een structurele toename van orders.
De sector evolueert van traditionele wapens naar high-tech: AI, drones en cyberdefensie.
Na decennia van bezuinigingen is defensie terug in het hart van de Europese politiek. De Russische invasie van Oekraïne maakte pijnlijk duidelijk hoe afhankelijk het continent was geworden van Amerikaanse bescherming. In reactie daarop herinvesteren Europese landen massaal in eigen wapencapaciteit. Duitsland richtte een speciaal defensiefonds op van €100 miljard, Polen kocht in recordtempo nieuwe tanks en gevechtsvliegtuigen, en Frankrijk en Italië investeren fors in marine- en raketprogramma’s.
Voor beleggers luidt dit een structurele verschuiving in: defensie is niet langer een cyclische niche, maar een kernonderdeel van Europa’s industriële en technologische toekomst.
Waar beleggers in kunnen investeren
De Europese defensiemarkt kent een verrassend breed scala aan beursgenoteerde bedrijven van traditionele wapenproducenten tot high-tech defensiespecialisten.

Bron: BAE Systems
In het Verenigd Koninkrijk zijn BAE Systems (gevechtsvliegtuigen, marine- en elektronische oorlogsvoering), Rolls-Royce Holdings (militaire straalmotoren), QinetiQ (defensie-R&D en robotica), Babcock International (onderhoud van marineschepen en nucleaire diensten) en Chemring (tegenmaatregelen en detectiesystemen) de bekendste namen.

Bron: Rheinmetall
Duitsland huisvest onder meer Rheinmetall (munitie, tanks, luchtverdediging), Hensoldt (radar, sensoren en elektronische oorlogsvoering), MTU Aero Engines (militaire motoren) en Renk Group (aandrijflijnen voor pantservoertuigen).

Bron: Dassault Aviation
Frankrijk is met Thales (radar, cyber en ruimtevaart), Dassault Aviation (Rafale-jachtvliegtuigen en business jets) en Safran (motoren, avionica en optronica) een technologisch zwaargewicht, terwijl Airbus als pan-Europees concern zowel civiele als militaire vliegtuigen, satellieten en raketsystemen produceert.

Bron: Leonardo
In Zuid-Europa spelen Leonardo (Italië; helikopters, avionica en cyberdefensie), Fincantieri (Italië; marineschepen en onderzeeërs), Avio (Italië; ruimte- en raketmotoren) en Indra Sistemas (Spanje; radar, simulatie en commandosystemen) een belangrijke rol.

Bron: Saab
Ook in Noord-Europa zijn er innovatieve spelers zoals Saab AB (Zweden; Gripen-straaljagers, radar en onderwaterbewaking) en Kongsberg Gruppen (Noorwegen; precisieraketten en marinesystemen). Daarnaast wordt Aselsan uit Turkije, hoewel buiten de EU, vaak opgenomen in Europese defensie-ETF’s vanwege zijn sterke exportpositie in radar en optronica.
Samen vertegenwoordigen deze bedrijven de volledige defensieketen van kinetische wapensystemen tot cyber, satellieten en AI en bieden ze beleggers de mogelijkheid om gericht te kiezen tussen industriële productie of digitale defensietechnologie.
Een golf van nieuwe investeringen
De Europese defensie-industrie krijgt een enorme impuls door gezamenlijke EU-programma’s zoals het European Defence Fund (EDF), dat innovatie en samenwerking tussen lidstaten stimuleert. Dit fonds, goed voor €8 miljard tot 2027, is bedoeld om Europa minder afhankelijk te maken van buitenlandse leveranciers en om strategische autonomie te bevorderen.
Via het EDF worden tientallen projecten gefinancierd op het gebied van drones, sensoren, cyberbeveiliging, AI, satellietcommunicatie en energie-efficiënte wapensystemen.
De cijfers onderstrepen die verschuiving. Uit recente data blijkt dat de Europese defensie-uitgaven tussen 2014 en 2024 zijn verdubbeld, van iets boven de €170 miljard naar een record van €343 miljard (zie grafiek).
Waar de bestedingen jarenlang daalden, schiet de curve sinds 2020 steil omhoog – een duidelijk teken dat veiligheid opnieuw prioriteit heeft gekregen binnen de Europese begrotingen.
Daarnaast investeren afzonderlijke landen fors in hun nationale krijgsmachten. Duitsland voert met het “Zeitenwende”-programma een historisch defensiefonds van €100 miljard uit, terwijl Frankrijk zich richt op hypersonische raketten en ruimtebewaking. Oost-Europese landen zoals Polen, Finland en Roemenië breiden hun arsenalen in hoog tempo uit met nieuwe tanks, drones en luchtverdedigingssystemen.
Deze golf aan bestellingen vertaalt zich in volle orderboeken bij producenten als Rheinmetall, BAE Systems en Leonardo, die massaal nieuwe productiecapaciteit opbouwen. Thales en Hensoldt ontwikkelen geavanceerde netwerken voor datagedreven oorlogsvoering, terwijl Airbus en Avio investeren in satellieten en lanceervoertuigen.
Kortom, Europa bevindt zich midden in een defensie-investeringscyclus zonder precedent. Waar voorheen werd bezuinigd, vloeit nu structureel kapitaal naar onderzoek, productie en samenwerking. Dat maakt de industrie niet alleen winstgevender, maar ook technologisch geavanceerder en daarmee aantrekkelijker voor beleggers die geloven in de lange termijn van Europa’s veiligheidsagenda.





















































