De kans op een bearmarket is klein volgens deze statistieken
- Davey Groeneveld
- 1 uur geleden
- 6 minuten om te lezen
In het kort:
De S&P 500 is duur, met een P/E van circa 30, gedreven door de Magnificent 7 aandelen.
Record Money Market Funds wijst op liquiditeit en voorzichtigheid door hoge rente.
Marktcorrecties zijn normaal, duren kort en betekenen niet automatisch een bear market.
De S&P 500, de onbetwiste graadmeter voor de Amerikaanse aandelenmarkt, heeft de afgelopen jaren een buitengewone veerkracht getoond. Ondanks aanhoudende inflatie, agressieve renteverhogingen door centrale banken en geopolitieke onzekerheid, heeft de index nieuwe historische hoogtepunten bereikt. Deze opmars wordt grotendeels gedragen door een select gezelschap van technologische zwaargewichten, de zogeheten 'Magnificent 7', die met hun sterke winsten en innovatiekracht de rest van de markt meetrekken. Het hernieuwde beleggersvertrouwen is duidelijk zichtbaar: de index staat jaar-tot-datum al meer dan 15% in de plus en trotseert ogenschijnlijk alle economische tegenwind.
Deze opmerkelijke prestatie heeft de waarderingsmeters echter in het rood doen uitslaan. De algehele P/E (prijs-winst) ratio van de S&P 500 noteert momenteel rond de 30, een niveau dat aanzienlijk boven het tienjarige gemiddelde van circa 25 ligt. Deze hogere waardering suggereert dat beleggers momenteel een premie betalen voor elke euro winst die de Amerikaanse bedrijven genereren. De stijging wordt deels verklaard door de sterke koersstijgingen in combinatie met een trager groeiende totale winst, wat de markt relatief duur maakt. Bovendien zien we dat de 'Magnificent 7' met een forward P/E van ongeveer 30 een disproportioneel groot deel van deze hoge waardering verklaren, wat de vraag oproept: is de markt oververhit?
De markt is in tweeën gesplitst: de technologiereuzen met een hoge waardering en de overige 493 bedrijven en mid/small-caps met een meer behoudende waardering. Dit roept bij veel analisten de vrees op voor een mogelijke overwaardering en correctie, vooral nu de P/E ratio zo duidelijk boven het historische gemiddelde noteert. De onzekerheid over toekomstige winstgroei en de blijvende impact van hogere rentes voeden deze sceptische gedachten. Toch zou het te kort door de bocht zijn om de huidige situatie enkel door een pessimistische bril te bekijken. Want tegenover deze tekenen van overwaardering staan meer dan genoeg krachtige bullish signalen die de huidige koersstijgingen wel degelijk kunnen rechtvaardigen.
Performance van de S&P500 de afgelopen jaren:

Forward P/E en de Rol van de Magnificent 7
Een cruciaal perspectief voor beleggers is de forward P/E ratio, een maatstaf die de huidige beurskoers afzet tegen de verwachte winst voor de komende twaalf maanden. De S&P 500 als geheel vertoont hier een forward P/E van om en nabij de 23. De 'Magnificent 7', die technologische kopgroep, springt echter in het oog met een forward P/E van circa 30. Deze aanzienlijk hogere waardering benadrukt het optimisme: de markt verwacht dat deze giganten hun sterke, vaak door AI gedreven, winstgroei in de nabije toekomst onverminderd zullen voortzetten.
Wanneer we de rest van het speelveld, de overige 493 bedrijven binnen de S&P 500 en de Small- en Mid-cap ondernemingen, bekijken, zien we een opvallend verschil. Deze groep heeft een beduidend lagere forward P/E ratio, die rond de 16 schommelt. Dit contrast onthult de tweeledige dynamiek van de huidige aandelenmarkt: een relatief dure waardering voor de technologische leiders en een meer conservatieve, misschien zelfs aantrekkelijke, waardering voor de 'gewone' markt. Deze kloof is van vitaal belang; het maakt duidelijk dat slechts een klein, maar zeer machtig, segment de totale S&P 500 waardering omhoog stuwt.
De forward PE’s voor de verschillende type bedrijven:

De Opvallende PEG Ratio
In het arsenaal van de verfijnde belegger is de PEG (Prijs/Winst tot Groei) ratio een van de meest gewaardeerde meetinstrumenten. Deze ratio, die aan populariteit won dankzij de legendarische Peter Lynch, verfijnt de P/E ratio door ook de verwachte winstgroei van een onderneming mee te nemen. De formule is helder: P/E ratio gedeeld door de verwachte jaarlijkse winstgroei. Algemeen wordt een PEG van 1 als 'eerlijk' beschouwd – de waardering is in lijn met de groeiverwachting. Een ratio boven de 1 duidt op mogelijke overwaardering, terwijl een waarde onder de 1 kan wijzen op onderwaardering.
Op dit moment bedraagt de PEG-ratio van de S&P 500 circa 1,37. Hoewel dit cijfer initieel een licht overgewaardeerde index suggereert in verhouding tot de verwachte groei, dient men dit in historisch perspectief te plaatsen. Wanneer we dertig jaar terugkijken, zien we dat deze waarde rond het langetermijn gemiddelde ligt. Dit historische anker relativeert het beeld van acute overwaardering en biedt een meer genuanceerde blik.
DE PEG-ratio van de afgelopen jaren:

De PEG-ratio vertelt ons een geruststellend verhaal: ondanks de schijnbaar hoge P/E en forward P/E ratio's, prijst de markt een gezonde groei in. Met een PEG-ratio die dicht bij het historisch gemiddelde schommelt, lijkt de huidige waardering een redelijke weerspiegeling te zijn van de toekomstige winstperspectieven van de Amerikaanse aandelen, op voorwaarde dat de voorspelde groei zich materialiseert. Het is een krachtig signaal: u betaalt vooralsnog niet méér voor de verwachte groei dan wat historisch gemiddeld is.
Money Market Funds
Money Market Funds (MMF’s) zijn beleggingsfondsen die investeren in kortlopende schuldeffecten van hoge kredietwaardigheid, zoals staatsobligaties, bedrijfsobligaties en certificaten van banken. Ze worden vaak gezien als het financiële equivalent van een zeer veilige, maar liquide parkeerplaats voor contant geld. Hun primaire doel is het behoud van het kapitaal, in combinatie met het genereren van een (licht) positief rendement dat meebeweegt met de kortetermijnrente. Ze bieden meer flexibiliteit en potentieel een hoger rendement dan een standaard spaarrekening, maar vallen, cruciaal, niet onder een depositogarantiestelsel. Ze worden gebruikt door zowel bedrijven om hun overtollige kasgeld te beheren als door institutionele beleggers voor hun liquiditeitsbeheer.
Wat deze 'parkeerplaats' zo opmerkelijk maakt, is de huidige omvang. De totale activa in Amerikaanse MMF's zijn naar een historische recordhoogte gestegen en naderen de $8 biljoen. Maar waarom is dit kolossale bedrag, dat ver boven de range van de afgelopen jaren ligt, hier terechtgekomen? De analyse wijst op twee sleutelfactoren, die beide terug te voeren zijn op de acties van de centrale banken. Ten eerste: de snelle en agressieve renteverhogingen van de Fed. Hierdoor zijn de rendementen op kortlopend schuldpapier (en dus MMF's) zeer aantrekkelijk geworden, waardoor ze plots veel meer yield bieden dan traditionele spaarrekeningen. Ten tweede fungeert het recordbedrag als een teken van voorzichtigheid en onzekerheid in de bredere markt. De enorme liquiditeitsbuffer suggereert dat beleggers (vooral institutionele partijen) hun kapitaal aan de zijlijn houden, klaar om te investeren, maar nog twijfelend door de economische en geopolitieke risico's. De MMF's zijn daarmee een duidelijk signaal van verhoogde liquiditeit en defensieve positionering in de financiële wereld.
Cash aan de zijlijn, klaar om in te stappen:

Wat als we toch gaan dalen?
Zelfs de veerkrachtige S&P 500 is niet immuun voor periodieke terugvallen. Binnen de beleggingswereld maken we een cruciaal onderscheid: een correctie treedt op wanneer de index meer dan 10%, maar minder dan 20% daalt vanaf zijn meest recente hoogtepunt. Een correctie is een veelvoorkomend verschijnsel; sinds 1929 heeft de S&P 500 dit maar liefst 56 keer ervaren. Cruciaal is dat slechts 22 van deze correcties zijn uitgemond in een ware bear market, gedefinieerd als een daling van 20% of meer. Historisch gezien zijn correcties veel minder schadelijk, met een gemiddelde daling van 13,8%, tegenover een gemiddelde val van 35,6% tijdens een bear market. Het besef dat terugvallen normaal zijn, is de eerste stap naar een gezonde beleggingsstrategie.
Hoewel de huidige hoge waarderingen van de 'Magnificent 7' en de aanhoudende beleidsonzekerheid, zoals de discussies over handelstarieven of economische groeivertraging, de angst voor een diepere daling aanwakkeren, is paniek zelden een goede raadgever. De gemiddelde correctie duurt ongeveer 115 dagen. Dit is een relatief korte periode, zeker vergeleken met de gemiddelde bull market die 2,7 jaar aanhoudt. Wat nog belangrijker is: de sterkste beursdagen komen vaak voor tijdens of direct na een bear market. Beleggers moeten daarbij in gedachten houden dat een correctie dus niet automatisch de overgang naar een bear market betekent. De geschiedenis leert dat de meeste dalingen herstellen zonder de kritieke grens van 20% te passeren.
Het is bovendien cruciaal om te beseffen dat een dalende beurs niet per definitie gelijkstaat aan een economische recessie. Sinds 1928 zijn er 27 bear markets geweest, tegenover slechts 15 recessies. Bear markets duren gemiddeld 289 dagen (ongeveer 9,6 maanden) en beslaan slechts ongeveer 21% van de totale markthistorie; de rest van de tijd zijn de aandelen in een opwaartse trend. Dit alles benadrukt de tijdloze beleggerswijsheid: 'Time in the market beats timing the market'. De beste manier om rijkdom op te bouwen is door belegd te blijven en de kortstondige volatiliteit te doorstaan, om zo de lange termijn van het Amerikaanse kapitaal te vangen.
Statistieken omtrent bearmarkets:






















































