Aandelen stijgen – waarom de markt Iran negeert
- Rens Boukema
- 7 uur geleden
- 6 minuten om te lezen
In het kort:
Amerikaanse beurzen staan vandaag onverwachts in het groen na Amerikaanse aanvallen op Iraanse nucleaire sites.
Olieprijzen schommelden licht, met WTI op $73,86 per vat, ondanks angst voor escalatie in de Straat van Hormuz.
Uranium- en defensieaandelen stegen, terwijl cryptomarkten dit weekend kelderden door de geopolitieke spanningen.
De Amerikaanse beurzen openden maandag licht in het groen, ondanks een geopolitieke schokgolf: het Witte Huis bevestigde dat de VS in het weekend drie nucleaire installaties in Iran hebben aangevallen. De Dow Jones steeg 0,4%, de S&P 500 0,5%, en de Nasdaq 0,49%. Beleggers lijken dus op zijn hoogst nog wat voorzichtig, maar absoluut niet in paniek. De reden? Beleggers rekenen op geopolitieke beheersing en beleidsmatige sturing, met name vanuit Washington.
De Amerikaanse beurs vandaag:

De verklaring ligt volgens analisten in de manier waarop markten de aanval interpreteren: als een tactische escalatie die juist verdere risico’s voor de regio vermindert. “De markten zien de aanval als opluchting, nu de nucleaire dreiging uit de regio is weggenomen,” stelt Dan Ives van Wedbush. Daarbij beschouwen beleggers het conflict als geïsoleerd: de kans dat het overslaat naar andere landen in de regio wordt laag ingeschat.
De aanval op sites in Fordo, Isfahan en Natanz kwam voor velen compleet onverwachts. President Trump had twee dagen eerder nog aangegeven binnen twee weken een beslissing te nemen. De olieprijzen reageerden aanvankelijk met een piek tot het hoogste niveau sinds januari, maar stabiliseerden snel. West Texas Intermediate (WTI) eindigde op $73,86 per vat, een daling van 0,2%.
De aangevallen nucleaire operaties van Iran:

Cruciaal voor de oliemarkt is de vraag of Iran de Straat van Hormuz, waar 20% van de wereldolie doorheen stroomt, zal blokkeren. Amerikaanse diplomatie richt zich nu op China, de grootste olieafnemer van Iran, om druk uit te oefenen op Teheran. Volgens analisten van Vital Knowledge blijft het risico op een langdurige olieschok voorlopig beperkt dankzij de verzwakte militaire positie van Iran en voldoende wereldwijde olievoorraden.
President Trump zelf deed maandagochtend een duidelijke oproep via Truth Social: “EVERYONE, KEEP OIL PRICES DOWN. I’M WATCHING!” Een niet ongewone (voor Trump), maar krachtige boodschap richting olieproducenten, handelaars en bondgenoten. De president waarschuwde dat het opdrijven van olieprijzen “in de kaart van de vijand” speelt. De markten lijken die waarschuwing serieus te nemen: hoewel olieprijzen zondagavond kortstondig piekten, zakten ze maandag weer weg. WTI noteerde uiteindelijk zelfs 0,6% lager op $73,40 per vat, terwijl Brent terugviel naar $76,62.
De prijs van een vat WTI Curde Oil de afgelopen maand:

Daarachter ligt een bredere marktverwachting: dat Iran zich geen volledige escalatie kan permitteren. De kans dat Teheran daadwerkelijk de Straat van Hormuz afsluit, goed voor 20 miljoen vaten per dag, wordt door analisten als beperkt ingeschat. RBC Capital benadrukt dat Iran waarschijnlijk eerder asymmetrische tactieken zal inzetten, zoals het treffen van individuele tankers of havens, om de economische druk op te voeren zonder een openlijke blokkade.
Voor beleggers die juist in deze tijden meer stabiliteit zoeken, bieden vastgoedfondsen een aantrekkelijk en stabieler tegenwicht. Ze combineren inflatiebescherming met stabiele kasstromen, juist in onzekere tijden. Hieronder vindt je een overzicht met de beste vastgoedfondsen van 2025, je start al vanaf €50!
Bovendien blijft het safe haven-effect relatief beperkt. De dollar noteerde maandag weliswaar hoger, maar experts wijzen op structurele zwakte onder het oppervlak. De fiscale situatie in de VS, de dreiging van nieuwe handelsoorlogen, en dalende internationale vraag naar Amerikaanse activa maken dat het groene biljet op langere termijn kwetsbaar blijft. Zelfs de Amerikaanse staatsobligatiemarkt, normaal een vluchthaven in crisistijd, reageerde lauw op het nieuws. Opvallend was dat de Israëlische beurs juist op een hoogtepunt opende afgelopen zondag (toen de beurs al opende daar):

Dan is er nog de belangrijke speler China in dit verhaal, officieel steunt het zijn strategische partner Iran, met wie het in 2021 een 25-jarig samenwerkingspact sloot. Toch blijft Peking opvallend terughoudend in zijn retoriek richting Israël op dit moment. Buitenminister Wang Yi sprak van “onaanvaardbare” Israëlische acties, maar vermeed termen als “veroordeling”. Volgens analisten van Eurasia Group is dat bewust beleid: China wil voorkomen dat het de spanningen verder aanwakkert en zijn economische belangen in de regio schaadt.
De reden voor die voorzichtigheid is deels economisch. Ongeveer de helft van China’s olie-importen komt via de Straat van Hormuz, een chokepunt dat momenteel op scherp staat. Een blokkade zou wereldwijd olieprijzen kunnen opdrijven, maar China zou dit relatief beter kunnen verteren dan het Westen. De Chinese importen uit Iran, veelal omgeleid via derde landen als Maleisië, zijn flexibel georganiseerd en grotendeels immuun voor westerse sancties.
Tegelijkertijd biedt de chaos ook een geopolitieke kans. Door de Amerikaanse betrokkenheid en militaire agressie kan China zich internationaal presenteren als een stabiele vredesbemiddelaar. Tijdens een zitting van de VN-Veiligheidsraad veroordeelde China openlijk de Amerikaanse aanvallen en riep het op tot een onmiddellijk staakt-het-vuren, waarbij vooral Israël werd aangesproken.
Toch is het onwaarschijnlijk dat Peking werkelijk zal optreden als bemiddelaar tussen Washington en Teheran. De diplomatieke afstand tot Israël en het risico op represailles van de regering-Trump beperken die rol. Achter de schermen lijkt China eerder te proberen om Iran tot terughoudendheid te bewegen, uit angst voor een bredere destabilisatie die zijn energiezekerheid en handelsroutes zou bedreigen.
China’s terughoudendheid illustreert de dunne lijn tussen strategische allianties en economische zelfbehoud. Peking mag dan publiekelijk solidariteit met Teheran tonen, in de praktijk heeft het weinig belang bij verdere escalatie, en des te meer bij een wereldorde waarin het zelf als betrouwbare grootmacht kan opereren, in contrast met het interventiegedrag van de Verenigde Staten.
Tesla kent vandaag zelfs een opvallend sterke beursdag, en is daarmee een aandeel wat eruit springt. Het aandeel steeg ruim 6% na de officiële lancering van zijn langverwachte robotaxi in Austin gisteren. De dienst is voorlopig alleen beschikbaar voor genodigden en biedt ritten aan voor een vaste prijs van $4,20.
De beursgang volgt jaren van beloftes van CEO Elon Musk, die autonome voertuigen beschouwt als een van de pijlers onder Tesla's toekomstige waarde, naast humanoïde robots. UBS verhoogde maandag het koersdoel voor Tesla met $25 naar $215, al bleef het beleggingsadvies dus op ‘sell’. Volgens de analisten is het robotaxi-potentieel, dat zij waarderen op circa $99 per aandeel, al grotendeels ingeprijsd in Tesla aandelen.
Het beleggerssentiment lijkt dus eerder gedreven door een mix van geopolitiek pragmatisme, strategische communicatie vanuit het Witte Huis en een markt die hoopt op gecontroleerde escalatie. Of zoals Jorge Leon van Rystad Energy stelt: “De markt prijst op dit moment een scenario in waarin dingen geleidelijk de-escaleren.”
Uranium- en defensieaandelen in de lift
De geopolitieke spanningen gaven een impuls aan defensie- en uraniumaandelen. De Global X Uranium ETF (URA) noteerde maandag 1% hoger en verlengde daarmee een elf weken durende rally. Aandelen zoals Centrus Energy (+5%) en Uranium Energy Corp (+1,2%) profiteerden zichtbaar. Ook defensiebedrijven als Northrop Grumman (+2,1%), Lockheed Martin (+1,1%) en RTX Corp (+1,4%) trokken aan in de voorbeurshandel vandaag.
De Global X Uranium ETF het afgelopen jaar:

Ondanks het geopolitieke geweld blijft de Amerikaanse economie veerkrachtig. Volgens JPMorgan is de consumentenbesteding in juni tot nu toe met 2,4% gestegen ten opzichte van mei. Opvallend is dat Gen Z en millennials (+5,2%) het voortouw nemen, terwijl Gen X en babyboomers hun uitgaven juist terugschroeven.
Tegelijkertijd was er ook tegenwind direct na de aanvallen, toen de reactie het grootst was. Cryptomarkten kregen rake klappen te verduren, aangezien hier natuurlijk gewoon gehandeld werd tijdens de Amerikaanse aanval: Bitcoin zakte kort onder de $99.000, Ether daalde 5%, en ook Solana en XRP doken diep in het rood. De liquidatie van meer dan $1 miljard aan long-posities wees op overmatige blootstelling voorafgaand aan het weekend. Toch krabbelt de cryptomarkt nu, samen met de beurs, weer langzaam omhoog na de klap dit weekend.
Wat de markten echter écht lijkt te sturen is dus amper wat er in Teheran gebeurt, maar wat er gezegd wordt in… Praag. Daar gaf Fed-gouverneur Michelle Bowman maandagochtend aan een renteverlaging in juli te steunen, mits inflatie laag blijft. Daarmee sluit ze zich aan bij collega Christopher Waller, die vrijdag al een vergelijkbaar signaal gaf.
De FED-rente staat nog steeds zeer hoog in vergelijking tot andere landen:

De markt rekent inmiddels op een kans van 62% op een eerste verlaging in juli (CME FedWatch Tool), tegenover 45% een week geleden. De Amerikaanse 10-jaarsrente daalde naar 4,17%, het laagste niveau in bijna zes weken. Dat geeft tech- en groeiaandelen extra lucht.
Wat opvalt is dat geopolitieke risico’s momenteel minder wegen dan rentevooruitzichten. De kans op een versoepelend beleid van de Fed weegt zwaarder dan het risico op escalatie in Iran. Beleggers speculeren dat de Amerikaanse economie robuust genoeg is om renteverlagingen te verteren, zonder dat dit duidt op een recessie. De zogenaamde “soft landing”-narratief wint terrein.
Toch blijft het risico op een plotselinge correctie reëel. Een verdere escalatie, vooral als de VS direct betrokken raakt, kan de marktdynamiek snel keren, zeker als olieprijzen opnieuw pieken en inflatieverwachtingen aantrekken.
Vooruitblik: olieroute onder de loep
De komende dagen blijft de aandacht gericht op de Straat van Hormuz. Volgens Raymond James zou escalatie kunnen leiden tot stijgende olieprijzen, hogere rentes, en een sterker dollar, ingrediënten voor ‘stagflatie’ die aandelen geen goed doen.
Een de-escalatie daarentegen zou beleggers juist weer het vertrouwen geven om op zwakte in te kopen. De markt bevindt zich in een precair evenwicht, waarbij politieke beslissingen net zo bepalend zijn als economische cijfers.
Comments