“Slimme” beleggers vluchten nu massaal naar dit zinkende schip
- Rens Boukema
- 14 jun
- 4 minuten om te lezen
In het kort:
Sinds april stroomde er meer dan €22 miljard naar Europese aandelenfondsen, gedreven door wantrouwen in de Amerikaanse handels- en politieke koers.
Tegelijkertijd krimpt de Duitse economie, de grootste van Europa, voor het tweede jaar op rij, met slechts 0,1% groeiverwachting in 2025 en een dalende DAX.
De kapitaalvlucht naar Europa maskeert daarmee interne divergenties: Duitsland levert in aan aantrekkingskracht.
Waar Europese aandelenfondsen record na record breken qua kapitaalinstroom, laat de grootste economie binnen deze kapitaalvlucht — Duitsland — juist een verontrustend tegenovergesteld beeld zien. Terwijl beleggers Europa collectief lijken te herwaarderen, dreigt Duitsland als zwaartepunt van de eurozone vast te lopen in een vicieuze cirkel van economische stagnatie en structureel verlies aan vertrouwen.
Sinds de Liberation-Day van Trump is de trend duidelijk terug te zien:

De discrepantie tussen het optimisme over het Europese blok en de zorgwekkende fundamentals van zijn grootste economie legt echter een pijnlijke spanning bloot tussen pan-Europees sentiment en nationale realiteit.
Van Amerikaanse dominantie naar Europese herwaardering
De herverkiezing van Donald Trump en diens scherpe bocht richting economische isolationisme vormden het startschot voor een geopolitiek en macro-economisch herpositioneren van kapitaal. De aangekondigde “Liberation Day-tarieven” op 2 april 2025 schokten de markten, en markeerden het einde van het Amerikaanse beurssprookje waarin de Magnificent Seven jarenlang de toon zetten.
Ondertussen valt de groei van de kapitaalstroom richting de VS vrijwel stil:

Sindsdien stroomden er (volgens data van Morningstar) €22,3 miljard naar Europese aandelenfondsen in slechts twee maanden tijd — een tempo dat de records uit 2015 benadert. De Morningstar Europe Index steeg met 11,5% YTD (in euro’s, per 9 juni), terwijl de Amerikaanse index juist 6,9% daalde.
Dit wijst op een zelden geziene herwaardering van Europa als investeringsbestemming. Het gaat hier echter niet om een blinde rotatie, maar een genuanceerde herallocatie die zich richt op specifieke sectoren en regio’s.
De groei in Europese fondsen de afgelopen maanden:

Duitsland: structurele zwakte in een momentummarkt
Tegelijkertijd bevindt Duitsland zich op een economisch dieptepunt. Voor het eerst sinds 1950 noteerde het land twee opeenvolgende jaren van krimp — met -0,3% in 2023 en -0,2% in 2024. De groeiverwachting voor 2025 is met 0,1% verwaarloosbaar. Voor een land dat jarenlang de industriële groeimotor van Europa was, is dat een flinke en belangrijkste verschuiving...
De trend hier is duidelijk:

Beleggers laten hun oordeel duidelijk blijken: sinds begin juni verloor de DAX 40 meer dan 3%. Op fundamenteel vlak baart vooral de waardering zorgen. De trailing P/E-ratio (TTM) van de DAX is opgelopen tot 18,67, aanzienlijk boven het vijfjarig gemiddelde van 12,10 tot 15,67.
Tegelijkertijd ligt de forward P/E op slechts 12,99, wat duidt op een fors waarderingsgat tussen huidige prijs en verwachte winstontwikkeling. Dit verschil suggereert ofwel overdreven optimisme over toekomstige winstgroei, of een markt die kwetsbaar is voor teleurstellingen. In beide gevallen ondermijnt het de overtuiging in een robuust en structureel herstel van de Duitse economie.
Spreiding binnen Europa: het nieuwe fundament
De bulk van de kapitaalinstroom richt zich natuurlijk niet enkel op Duitsland, maar op breed gespreide fondsen en ETF’s zoals de Amundi STOXX Europe 600. Beleggers zoeken exposure naar sectoren als defensie, gezondheidszorg en infrastructuur, die profiteren van Europese beleidsimpulsen.
Morningstar spreekt van een “verhoogde bereidheid om de allocatie naar Europese aandelen te heroverwegen, met als doel het verminderen van concentratierisico in de VS.”
Politieke en fiscale erosie
De komst van Friedrich Merz als kanselier werd aanvankelijk positief ontvangen, maar zijn wending richting schuldfinanciering om binnenlandse consensus te kopen roept twijfel op. Hoewel Duitsland met 62% staatsschuld als bbp nog ruim onder het EU-gemiddelde zit, verliest het zijn reputatie van fiscale orthodoxie — een kernwaarde voor beleggers die stabiliteit zoeken.
Dit politieke vacuüm wordt verergerd door externe factoren. De exportgerichte Duitse industrie is extra kwetsbaar voor geopolitieke spanningen, zoals het oplopende conflict tussen Israël en Iran en de dreiging van handelsbarrières. Sectoren als auto-industrie, chemie en zware industrie ondervinden direct schade van verstoorde toeleveringsketens en dalende wereldwijde vraag. Alleen de defensiesector lijkt in dit klimaat aan aantrekkingskracht te winnen.
Illusie van cohesie binnen Europa
De enorme instroom in Europese aandelen verhult dat de onderliggende economische fundamenten binnen het continent allerminst homogeen zijn. Duitsland, traditioneel de ankerpunt van stabiliteit, kampt met verouderde industriële structuren, een stagnerende groeidynamiek en toenemende politieke besluiteloosheid. Het land illustreert hoe zelfs binnen Europa de economische kwetsbaarheid zich manifesteert.
Deze fragmentatie stelt beleggers voor een lastige uitdaging: Europa oogt aantrekkelijk als alternatief voor politiek onstuimige markten elders, maar vraagt om scherpe selectie. Duitsland bijvoorbeeld, ooit de veilige kern, fungeert inmiddels als illustratief risico binnen een bredere allocatiestrategie.
De rotatie richting Europese aandelenfondsen is daarmee geen collectieve stem voor groei of kracht, maar eerder een vlucht richting relatieve stabiliteit in een fragiele wereldorde. Beleggers die ‘Europa’ kopen, moeten beseffen dat het continent ook deels een lappendeken is van uiteenlopende risico- en rendementsprofielen. Grondige fundamentele analyse is hier echt onmisbaar: het verschil tussen een koopkans en valkuil wordt nergens zo dun als in een regio waar zelfs de sterkste schakels beginnen te corroderen.
Komentar