Dit aandeel keldert 50% - tijd voor een contrair standpunt?
- Jelger Sparreboom

- 24 okt
- 7 minuten om te lezen
In het kort:
Adobe is ruim 50% gedaald en geldt ineens als ‘verouderd’, terwijl de cijfers en marges nog steeds sterk zijn.
De meeste Adobe-klanten zijn professionele gebruikers die niet zomaar overstappen op gratis alternatieven.
Het aandeel is nu mogelijk ondergewaardeerd, vooral omdat het sentiment slechter kan zijn dan de werkelijkheid.
Adobe is in korte tijd veranderd van een onbetwiste winnaar in de designsector naar een bedrijf waar beleggers massaal hun schouders over ophalen. Het aandeel is sinds de piek ruim 50% gedaald, en de publieke opinie is omgeslagen van bewondering naar desinteresse.
Koersdaling Adobe:

Veel mensen zien Adobe tegenwoordig als ‘oude software’, een naam die ooit synoniem stond voor creativiteit, maar inmiddels saai en bedreigd lijkt in het tijdperk van AI. Toch valt er veel te zeggen voor een nuchtere blik: de cijfers zijn sterk, de marges hoog en het klantenbestand uitzonderlijk stabiel. Waar de markt vooral het sentiment ziet, lijkt de fundamentele kracht van het bedrijf grotendeels uit beeld verdwenen.
De kern van Adobe ligt in de Creative Cloud; de software die wereldwijd wordt gebruikt voor beeldbewerking, vormgeving en video. Daarnaast heeft het bedrijf een tweede, vaak onderschatte tak: de Digital Experience Cloud, goed voor bijna een kwart van de totale omzet. Die divisie omvat marketingautomatisering, data-analyse en CRM-software, markten die juist hard groeien. Adobe concurreert hier direct met Salesforce, en hoewel het marktaandeel met zo’n 5% bescheiden is, groeit deze tak sneller dan de rest van het bedrijf.
Top 10 CRM platforms:

De totale omzet van Adobe stijgt nog altijd gestaag, toch stort de waardering sinds de lancering van ChatGPT in.
EV/EBIT en omzet Adobe:

Het aandeel is fors teruggevallen, niet vanwege structurele verslechtering, maar vooral door een veranderende verhaallijn. In een markt waar hype en angst elkaar afwisselen, bepalen emoties vaak de toon. Zodra een aandeel stijgt, lijkt het ineens een ‘kwaliteitsbedrijf met toekomst’. Zodra het daalt, wordt het bestempeld als ‘verouderd’. Dat patroon herhaalt zich voortdurend, bij Google, bij Meta, bij Microsoft, en nu mogelijk bij Adobe.
Het oordeel over een bedrijf beweegt vaak simpelweg mee met de koersgrafiek. Toen Google begin dit jaar op $150 stond, wemelde het van de zorgen over ChatGPT en het mogelijke einde van zoekadvertenties. Nu de koers ruim boven de $250 noteert, zijn die zorgen plots verdwenen. Voor Adobe is het precies andersom: zolang de koers onder druk staat, overheerst het idee dat de AI-wereld het bedrijf zal overvleugelen.
Nog een reden
Een van de grootste misverstanden is dat Adobe vooral leunt op individuele creatievelingen, die eenvoudig kunnen overstappen naar gratis alternatieven als Canva of AI-generators. In werkelijkheid komt het grootste deel van de omzet van professionele gebruikers, vaak binnen grote ondernemingen. Hoewel de exacte segmentatie van het klantenbestand van Adobe niet openbaar is, komt naar schatting tweederde tot driekwart van de klanten uit professionele sectoren: marketingafdelingen, e-commercebedrijven, webdesigners en productontwerpers.

Dat maakt het bedrijf wezenlijk anders dan de meeste softwaremerken die zich richten op consumenten. Voor Adobe is churn (het aantal klanten dat vertrekt) extreem laag, omdat de software diep verweven is in bedrijfsprocessen. Een grafisch bureau, een reclame-afdeling of een mediaproductiehuis kan niet zomaar overstappen op een AI-generator. Wie bijvoorbeeld verantwoordelijk is voor een miljoenenadvertentiecampagne, zal niet bezuinigen op professionele tools. Het is een triviaal bedrag in de context van de totale marketinguitgaven.
Een team van vijftig ontwerpers dat $50 per maand per licentie betaalt, kost $1.500 per maand. Op een miljoenen-campagne is dat afgerond niets.
Adobe’s kracht ligt dus in de aard van die gebruikers. De meeste zijn niet hobbyisten, maar professionals die Adobe’s software gebruiken als infrastructuur. En wie eenmaal ingebed is in dat ecosysteem, stapt niet snel over. De leercurve is hoog, de compatibiliteit tussen teams cruciaal, en de kwaliteit van output bepalend voor reputatie.
Het argument dat AI dit alles eenvoudig kan vervangen, houdt dan ook weinig stand. Generatieve modellen kunnen indrukwekkende beelden of video’s produceren, maar de professionele workflow vereist precisie, herhaalbaarheid en controle. Een marketingbureau kan het zich niet permitteren om afhankelijk te zijn van een algoritme dat soms verbluffende resultaten levert en soms complete ruis. Voor consumentengebruik zijn AI-tools wellicht voldoende; voor bedrijven die met deadlines, klanten en merkrichtlijnen werken, is dat een ander verhaal.
En bovendien: dit zijn waarschijnlijk helemaal geen klanten van Adobe. Het zijn vaak consumenten of kleine ondernemers die nu al gebruikmaken van gratis versies van Canva of andere laagdrempelige tools. Ze stonden nooit in het klantbestand van Adobe en zullen dat waarschijnlijk ook niet komen. Het is dus geen markt die Adobe verliest, maar een markt die het nooit heeft bediend. De echte waarde ligt bij de professionele klant, waar kwaliteit, betrouwbaarheid en integratie belangrijker zijn dan een paar tientjes aan licentiekosten.
Waardering en sentiment
Op papier lijkt Adobe nu juist aan de goedkope kant. Het aandeel handelt rond twaalf keer de verwachte operationele winst (EV/EBIT) — de helft van Google en ver onder de niveaus van Salesforce of Microsoft. Tegelijk groeit de winst per aandeel nog steeds met dubbele cijfers, en blijft de vrije kasstroom uitzonderlijk sterk. Toch lijkt de markt niet geïnteresseerd, vooral omdat het verhaal rondom AI elders spannender klinkt.
EPS per kwartaal Adobe:

Dat doet denken aan eerdere fases bij andere grote techbedrijven. In 2018 noteerde Microsoft nog tegen een relatief bescheiden waardering; pas toen de markt het potentieel van de cloud echt begon te waarderen, steeg de multiple structureel. Google heeft iets soortgelijks meegemaakt: jarenlang werd het aandeel verhandeld tegen lage twintig keer de winst, tot de markt plots besloot dat het bedrijf meer verdient, niet omdat er iets fundamenteel veranderde, maar omdat het sentiment omsloeg.
Voor Adobe lijkt dat moment nu in de tegenovergestelde richting te bewegen. De markt straft het aandeel af, terwijl de onderliggende prestaties niet wezenlijk slechter zijn. De omzetgroei blijft solide, de marges stevig, en de balans sterk. Veel beleggers die vandaag negatief zijn over Adobe, hebben vermoedelijk nooit een kwartaalrapport gelezen of gekeken naar de segmentdata. Ze zien enkel een dalende koers en concluderen dat het bedrijf voorbijgestreefd is.
Dat patroon herhaalt zich telkens. Toen UnitedHealth eerder dit jaar daalde, werd het overspoeld met negatieve berichten op sociale media. Nu de koers weer is hersteld, is het stil. Zo ook bij Adobe: zodra het aandeel weer stijgt, verdwijnen de twijfels als sneeuw voor de zon.
De kans is groot dat Adobe in de komende kwartalen laat zien dat de AI-integratie geen bedreiging is, maar juist een versterking van het bestaande ecosysteem. Het bedrijf ontwikkelt immers zelf generatieve functies binnen Photoshop, Illustrator en Premiere, waarmee gebruikers sneller kunnen creëren maar binnen dezelfde omgeving blijven. Als nieuwe AI-modellen commercieel interessant worden, kan Adobe die eenvoudig licentiëren. De creatieve professional blijft dan bij hetzelfde platform, terwijl Adobe een klein deel van de licentie-inkomsten doorgeeft aan de AI-leverancier. Het verdienmodel verandert nauwelijks, de marges blijven hoog, en de klant verlaat het ecosysteem niet.
Wie vandaag naar Adobe kijkt, ziet vooral een bedrijf dat uit de gratie is geraakt. De koersdaling van 50%, en een nog forsere waarderingsdaling, versterkt het idee dat er iets mis moet zijn. Maar wie verder kijkt dan het sentiment, ziet een onderneming die nog steeds miljarden verdient, een diepe relatie met de zakelijke markt onderhoudt, en zijn producten continu uitbreidt.
Het is opvallend hoe snel het beleggerspubliek van mening verandert. Drie maanden geleden werd Google nog bekritiseerd vanwege AI-risico’s; nu wordt het gezien als een onaantastbare marktleider. Datzelfde kan bij Adobe gebeuren zodra de koers een bodem vindt en de cijfers stabiel blijven.
In wezen draait de hele discussie om de vraag wie de gebruiker is. Wie denkt dat Adobe vooral afhankelijk is van studenten, hobbyfotografen of YouTubers, zal het bedrijf overgewaardeerd vinden. Wie begrijpt dat het merendeel van de omzet afkomstig is van professionals en bedrijven, ziet juist stabiliteit. De marges en de herhaalbare omzetstructuur horen bij een softwarebedrijf met structurele kracht.
Daar komt bij dat Adobe al decennia bewezen heeft zich te kunnen aanpassen. Van losse licenties naar een abonnementsmodel, van offline software naar cloudintegratie, van creatieve tools naar marketingplatforms, elke transitie werd succesvol uitgevoerd. De onderneming heeft geen explosieve groeiverhalen nodig; het is eerder een voorbeeld van gecontroleerde innovatie.
Het huidige beeld van ‘Adobe als stilstaand water’ zegt meer over het marktsentiment dan over het bedrijf zelf. Veel beleggers baseren hun oordeel op wat ze zien op de grafiek, niet op wat er in de cijfers staat. En cijfers vertellen dat Adobe nog altijd winstgevender is dan vrijwel al zijn concurrenten.
Soms is het enige dat verandert niet het bedrijf, maar de toon van het gesprek erover. Als de koers van Adobe stabiliseert of stijgt, zal de consensus waarschijnlijk snel keren. Dan zullen dezelfde commentatoren die vandaag spreken over ‘oude software’ benadrukken hoe goed Adobe AI in zijn producten heeft geïntegreerd en hoe uniek het klantenbestand is.
Voor beleggers die verder kijken dan de waan van de dag, is dat mechanisme interessant. Want als de markt uiteindelijk terugkeert naar waardering op basis van winst en kasstroom, kan Adobe mogelijk herstellen naar multiples die beter passen bij zijn positie in de software-industrie.
Het is onmogelijk te zeggen wanneer dat moment komt, als het überhaupt komt.
Wie zich niet wil laten meeslepen door marktsentiment, maar liever focust op stabiele kasstromen en voorspelbare rendementen, kijkt al snel buiten de beurs. Vastgoedbeleggingen bieden in dat opzicht een tastbaar alternatief: de waardeontwikkeling is minder afhankelijk van markthypes.
Het SynVest Dutch RealEstate Fund belegt in Nederlands vastgoed, met een nadruk op supermarkten en zorgcentra, segmenten die juist in economisch onrustige tijden veerkrachtig blijven. Het fonds realiseerde de afgelopen jaren een gemiddeld rendement van 8,6% per jaar, waarvan 6% maandelijks wordt uitgekeerd. Deelnemers profiteren zo van stabiele cashflow en brede spreiding over solide huurders. Alleen in oktober ontvangen beleggers bovendien een extra maand bonusuitkering bovenop het reguliere rendement.
Vraag nu de gratis brochure aan en ontdek vrijblijvend of dit vastgoedfonds past bij jouw beleggingsdoelen.



































































































































Alsook wordt er agressief eigen aandelen ingekocht wat op de lange termijn ook weer waarde creert voor de aandeelhouder