Datacenters als geopolitiek wapen: de machtsstrijd tussen grootmachten ontbrand
- Arne Verheedt

- 2 aug
- 4 minuten om te lezen
In het kort:
Wereldwijde datacentercapaciteit bedroeg 122,2 GW in 2024, waarvan de VS en China samen goed zijn voor 70%.
De VS voert de lijst aan met 53,7 GW, gevolgd door China (31,9 GW) en de EU (11,9 GW).
Ondanks miljardeninvesteringen in China blijft een groot deel van de nieuwe infrastructuur ongebruikt.
In een tijdperk waarin cloudopslag, kunstmatige intelligentie en digitale diensten de ruggengraat vormen van de wereldeconomie, neemt de betekenis van datacenters exponentieel toe. In 2024 bedroeg de wereldwijde geïnstalleerde datacentercapaciteit 122,2 gigawatt (GW), zo blijkt uit gegevens van het Internationaal Energieagentschap (IEA). Twee landen domineren dit speelveld: de Verenigde Staten en China zijn samen verantwoordelijk voor meer dan 70% van de wereldwijde capaciteit, waarmee zij de contouren bepalen van de digitale machtsstructuur.
Data center capaciteit wereldwijd: VS en China domineren in 2024

Hoe de VS de wereld leidt in hyperscale en AI-infrastructuur
Met 53,7 GW aan capaciteit is de Verenigde Staten de onbetwiste koploper, goed voor bijna 44% van het wereldtotaal. De enorme voorsprong komt vooral door hyperscalers als Amazon Web Services, Microsoft Azure en Google Cloud. Deze techgiganten investeren niet alleen in het uitbreiden van serverparken, maar ook in geavanceerde koeling, energie-efficiënte ontwerpen en AI-infrastructuur.
Toch komt zelfs deze datacentermachine onder druk te staan. In Noord-Virginia, een zwaartepunt van de Amerikaanse datacenterindustrie, leidt een tekort aan stroom tot vertragingen bij nieuwbouwprojecten. De capaciteit tot 2028 is al volledig gereserveerd, wat bedrijven dwingt te zoeken naar alternatieven buiten de vertrouwde knooppunten.
AWS, Azure en Google Cloud vechten om controle over de digitale toekomst:

Datacenterexplosie in China blijft grotendeels ongebruikt
China bezet met 31,9 GW een stevige tweede plek. Zowel publieke als private investeringen stuwen de bouw van nieuwe datacenters, in lijn met Beijing’s ambitie om digitale autonomie te versterken. Grote spelers als Tencent, Alibaba, Baidu en Huawei spelen hierin een hoofdrol, ondersteund door massale staatssteun.
Maar achter deze indrukwekkende cijfers schuilt een ongemakkelijke realiteit: naar schatting blijft 80% van de recent toegevoegde capaciteit ongebruikt. Oorzaken zijn onder meer slechte locatiekeuzes, onvoldoende aansluiting op economische centra en beperkte vraag buiten de technologische kernregio’s. China bouwt dus sneller dan het gebruik kan volgen, met een groeiend risico op kapitaalvernietiging.
Alibaba, Huawei, Baidu en Tencent bouwen aan China’s digitale macht:

Europese ambities in een versnipperd landschap
De Europese Unie volgt op ruime afstand met 11,9 GW aan capaciteit. Toch maakt het continent zich op voor een inhaalslag. Tegen 2032 moet de Europese datacentercapaciteit verdrievoudigen, mede dankzij een verwachte AI-gerelateerde investering van 231 miljard dollar. De bijbehorende elektriciteitsvraag zal naar verwachting met 150% stijgen tegen 2035.
Echter, de Europese expansie verloopt allerminst vlekkeloos. De versnippering van regelgeving, stijgende energiekosten en lokale weerstand tegen ‘energieverslindende serverfarms’ belemmeren een gestroomlijnde uitrol. Projecten stuiten steeds vaker op vertraging door vergunningstrajecten en protesten vanuit omwonenden, vooral in stedelijke gebieden.
Nieuwe hubs en stille groeiers
Naast de grote drie ontstaan wereldwijd ook opkomende spelers. Japan en Zuid-Korea combineren 6,6 GW aan capaciteit, waarbij met name Zuid-Korea zich nadrukkelijk profileert als innovatiecentrum rond AI en gaming. India bouwt gestaag verder met 3,6 GW, gestuwd door overheidsprogramma’s als Digital India. Australië en Nieuw-Zeeland (1,6 GW) positioneren zich slim als stabiele en veilige regio’s voor gegevensopslag.
In Latijns-Amerika en Afrika is het groeipotentieel aanzienlijk, maar uitdagingen zoals onbetrouwbare stroomvoorziening, hoge bouwkosten en gebrekkige connectiviteit remmen de uitrol. Brazilië vormt met 1,2 GW een uitzondering en trekt steeds meer internationale spelers aan uit de fintech- en cloudsector.
Energieverbruik vormt de achilleshiel van digitale expansie
Met het almaar toenemende energieverbruik van datacenters ontstaat een prangende uitdaging. Ondanks technologische vooruitgang blijft de groei in vraag naar stroom groter dan de efficiëntiewinst. In de VS, Europa en delen van Azië leidt dit tot bezorgdheid bij netbeheerders en regelgevers, vooral op piekmomenten.
Sommige hyperscalers nemen het heft in eigen handen door te investeren in hernieuwbare energie, directe PPA-contracten met wind- en zonneparken en slimme belastingverspreiding over dagdelen. Toch wordt het probleem urgenter naarmate AI-modellen als GPT-4 en zijn opvolgers exponentieel meer rekenkracht en dus energie vergen. Eén enkel trainingsproces voor een geavanceerd AI-model kan een energieverbruik genereren dat vergelijkbaar is met duizenden huishoudens per jaar.
Datacenters stuwen energiebehoefte de komende jaren fors op:

Digitale infrastructuur wordt kern van geopolitieke soevereiniteit
Naast technologische en ecologische vraagstukken komt ook geopolitiek steeds prominenter in beeld. De overwicht van Amerikaanse techbedrijven in cloud- en datacenterinfrastructuur baart Europese beleidsmakers zorgen. Projecten als Gaia-X trachten een Europees alternatief te bieden, waarbij datasoevereiniteit en transparantie vooropstaan.
China kiest voor isolatie. Strikte datalokaliseringswetten en filtersystemen moeten de controle over de informatiestromen binnen de landsgrenzen houden. Daardoor ontstaat het risico dat het internet steeds meer wordt opgedeeld in losse, afgesloten delen, waardoor het moeilijker wordt om gegevens en digitale diensten tussen landen of regio’s uit te wisselen.
Infrastructuur als strategisch wapen
De wereld beweegt zich richting een toekomst waarin wie de data beheert, ook de macht heeft. Datacenters worden daarbij niet alleen gezien als utilitaire gebouwen, maar als strategische assets. De komst van 6G, edge computing en AI zullen de vraag verder opdrijven, niet lineair, maar exponentieel.
Tegelijk dwingt deze verschuiving beleidsmakers, investeerders en burgers om na te denken over welke infrastructuur we willen, waar die komt te staan en onder wiens toezicht. Investeren in datacenters is niet langer enkel een technologische of commerciële keuze, maar ook een geopolitieke en maatschappelijke beslissing.
Wie daarin de juiste balans weet te vinden tussen capaciteit, duurzaamheid, regie en flexibiliteit, schrijft niet alleen de code van morgen, maar bepaalt ook de grenzen van de digitale wereldorde.







































































































































Opmerkingen