ABP kan geen simpel indexfonds verslaan en dat is geen toeval
- J. van den Poll
- 10 minuten geleden
- 6 minuten om te lezen
In het kort:
ABP kiest voor stabiliteit en risicobeheersing, met veel obligaties, alternatieve beleggingen en duurzaamheidsfilters.
Simpele wereldwijde indexfondsen bestaan bijna volledig uit aandelen en hebben extreem lage kosten.
ABP kan niet maximaliseren op rendement, omdat het moet voldoen aan wettelijke regels, collectieve afspraken en stabiele uitkeringen.
ABP en simpele indexfondsen
ABP is één van de grootste pensioenfondsen ter wereld en beheert ongeveer 500 miljard euro voor miljoenen deelnemers. Het doel van ABP is om mensen nu en in de toekomst een stabiel en koopkrachtig pensioen te geven. Veel deelnemers merken echter dat simpele, goedkope indexfondsen op lange termijn vaak een hoger rendement hebben dan het pensioen dat via ABP wordt opgebouwd. Dat roept een begrijpelijke vraag op: hoe kan dat verschil ontstaan terwijl ABP zo groot en professioneel is georganiseerd.
Hoe ABP belegt
ABP verdeelt het geld van deelnemers over verschillende soorten beleggingen. Een deel gaat naar aandelen, een deel naar vastrentende waarden zoals obligaties en leningen, een deel naar vastgoed en een deel naar zogenaamde alternatieve beleggingen, zoals hypotheken en private equity. Ongeveer zestig procent van het vermogen is gericht op groei op de lange termijn, bijvoorbeeld via aandelen en vastgoed. De overige veertig procent is vooral bedoeld om het bestaande vermogen te beschermen en schommelingen te dempen, bijvoorbeeld via obligaties en andere vastrentende beleggingen.
Deze mix is gekozen omdat ABP niet alleen rendement wil maken, maar ook grote verliezen wil voorkomen. Pensioenuitkeringen moeten immers ieder jaar gewoon door kunnen gaan, ook als de beurs een tijdje tegenzit. Daardoor voelt de portefeuille van ABP bewust een stuk voorzichtiger aan dan een simpele wereldwijde aandelenindex.
Belegginsmix ABP 2025.

Waarom indexfondsen vaak meer opleveren
Een simpel wereldwijd indexfonds, zoals een ETF op de MSCI World of een All-World index, belegt bijna volledig in aandelen. In zo’n fonds zitten duizenden bedrijven van over de hele wereld en er wordt nauwelijks in obligaties belegd. Omdat aandelen historisch gezien op lange termijn het hoogste gemiddelde rendement leveren, valt een 100 procent aandelenportefeuille vaak hoger uit dan een gemengde portefeuille met veel obligaties.
Daar komt bij dat indexfondsen heel goedkoop zijn. Voor een brede wereldwijde ETF betaal je vaak maar een fractie van een procent aan kosten per jaar. ABP heeft door de complexiteit van de portefeuille en het gebruik van alternatieve beleggingen vrijwel altijd hogere totale kosten. De combinatie van minder aandelen en hogere kosten zorgt er op lange termijn vaak voor dat een doe-het-zelfbelegger met een simpel indexfonds meer overhoudt dan het pensioenrendement van een groot fonds als ABP.
De koers van de MSCI World Index sinds 1999:

Vier remmen op het rendement van ABP
De eerste rem op het rendement is het lagere aandelengewicht. ABP heeft grofweg een derde van het vermogen in aandelen, terwijl een indexfonds volledig in aandelen zit. In jaren waarin de beurs goed presteert, loopt ABP daardoor onvermijdelijk achter, omdat een groot deel van het geld in defensievere beleggingen zit. Dit levert meer rust op in slechte jaren, maar kost groei in goede jaren.
De tweede rem zijn de alternatieve beleggingen. ABP belegt een flink deel van het vermogen in zaken als hypotheken, infrastructuur, private equity en andere complexe producten. Die kunnen nuttig zijn voor spreiding en inflatiebescherming, maar ze zijn vaak duurder, minder transparant en lastiger te verkopen. Als deze beleggingen na kosten niet duidelijk beter presteren dan gewone aandelen en obligaties, drukken ze het totale rendement.
De derde rem is de nadruk op duurzaamheid. ABP weegt milieu, sociale factoren en goed bestuur mee in de beleggingskeuzes. Dat betekent dat sommige bedrijven en sectoren worden uitgesloten of verminderd en dat er meer geld gaat naar duurzamere alternatieven. Op lange termijn kan dat voordelen hebben, maar op korte en middellange termijn kan het ervoor zorgen dat de portefeuille afwijkt van een standaard wereldindex en soms minder oplevert dan een “blinde” index zonder deze filters.
De vierde rem zijn de kosten van actief beheer. ABP is kostenbewust, maar door de omvang en de gekozen strategie zijn de totale kosten hoger dan bij een eenvoudige index-ETF. Denk aan beheerkosten, prestatievergoedingen bij alternatieve beleggingen en transactiekosten. Elke tiende procent aan extra kosten per jaar tikt op lange termijn hard aan, zeker over tientallen jaren pensioenopbouw.

Hoe het mis kan gaan met rendement
Met “misgaan” bedoelen we hier niet dat er fraude is of dat het bestuur zijn werk niet doet, maar dat de combinatie van keuzes ongunstig uitpakt voor het uiteindelijke rendement. Een voorbeeld is een lange periode waarin aandelen wereldwijd goed presteren. In zo’n periode haalt een portefeuille met maar eenderde aandelen het simpelweg niet bij een portefeuille die volledig uit aandelen bestaat. De deelnemer ziet dan de cijfers van indexfondsen en vraagt zich af waarom zijn pensioen minder hard is gegroeid.
Een ander voorbeeld is een omgeving met hogere rentes. Obligaties leveren dan wel meer rente op, maar tegelijk dalen de waarderingen van vastgoed en sommige alternatieve beleggingen. Als daar veel geld in zit, kan het totale rendement tegenvallen, ook al lijkt de mix op papier mooi gespreid. Daarbij geldt dat complexe en illiquide beleggingen soms pas met vertraging worden aangepast in waarde, waardoor risico’s niet altijd direct zichtbaar zijn.
Ook derivaten en renteafdekking kunnen een rol spelen. Pensioenfondsen moeten hun verplichtingen waarderen met de marktrente en vaak een deel van het renterisico afdekken. Dat is vanuit regelgeving logisch, maar het kan er ook voor zorgen dat een deel van het potentieel rendement wordt weggenomen wanneer de rente onverwacht beweegt.
Voorbeelden uit het buitenland
In Zweden is er een interessant voorbeeld van een andere aanpak. Daar is AP7 het standaardfonds voor het aanvullende staatspensioen. AP7 belegt grotendeels passief in wereldwijde aandelen en gebruikt voor jongere deelnemers zelfs een beetje leenvermogen om het verwachte rendement te verhogen. De kosten zijn zeer laag en de aanpak is relatief eenvoudig uit te leggen. Daardoor heeft AP7 in de afgelopen jaren vaak beter gepresteerd dan veel traditionele pensioenfondsen.
In Denemarken werkt het grote fonds ATP met een strikte scheiding tussen zekerheid en rendement. Een deel van de portefeuille is speciaal bedoeld om toekomstige uitkeringen zo veilig mogelijk af te dekken, vooral met rente-instrumenten. Een ander deel is juist gericht op extra rendement met risicovollere beleggingen zoals aandelen en vastgoed. Voor deelnemers is duidelijk dat er een stabiele basis is en een aparte laag voor groei, waardoor de opzet transparanter aanvoelt.
Waarom we Zweden en Denemarken niet zomaar kunnen kopiëren
Hoewel deze voorbeelden aantrekkelijk klinken, zijn ze niet één op één over te zetten naar de Nederlandse situatie. De juridische en politieke context is anders en de geschiedenis van het Nederlandse pensioenstelsel speelt een grote rol. ABP is een verplicht en collectief fonds voor veel ambtenaren en onderwijsmedewerkers, met sterke nadruk op solidariteit en gedeelde risico’s. Dat maakt een extreem aandelenrijke standaardoplossing, zoals bij AP7, politiek en maatschappelijk veel gevoeliger.
AP7 het grootste pensioenfonds van Zweden.

Ook de nieuwe Wet toekomst pensioenen verandert wel veel in de manier waarop pensioen wordt vormgegeven, maar neemt niet alle beperkingen weg. Pensioenuitkeringen mogen niet te hard schommelen en kwetsbare groepen moeten worden beschermd. Daardoor blijft de druk bestaan om risico’s te beperken en om niet volledig op aandelen in te zetten, zelfs als dat voor het rendement op lange termijn aantrekkelijk lijkt.
Wat dit betekent voor jou als deelnemer
Voor jou als deelnemer is het belangrijk om te begrijpen dat ABP niet is ontworpen om het hoogste mogelijke rendement te halen. Het fonds is vooral ingericht op stabiliteit, het beperken van risico’s en het meenemen van maatschappelijke doelen zoals duurzaamheid. Dat leidt bijna automatisch tot lagere verwachte rendementen dan een portefeuille die volledig in aandelenindexen belegt.
Als je zelf wél meer risico kunt en wilt nemen, dan kun je jouw persoonlijke beleggingen gebruiken als aanvulling op je pensioen bij ABP. Met een eenvoudig wereldwijd indexfonds op je eigen beleggingsrekening kun je bewust kiezen voor meer groeipotentieel en hogere schommelingen, terwijl ABP de stabiele basis vormt. Het is dan wel belangrijk dat je goed nadenkt over je totale risicoprofiel, je tijdshorizon en je draagkracht bij dalingen.
Verwacht in ieder geval niet dat ABP ooit zal werken als een simpele wereld-ETF. De rol van ABP in de Nederlandse samenleving is anders dan die van jouw privébeleggingen. Zolang het fonds gebonden is aan wettelijke regels, maatschappelijke verwachtingen en collectieve afspraken, blijven stabiliteit, solidariteit en duurzaamheid zwaarder wegen dan het allerhoogste mogelijke rendement.
Wie naast het collectieve pensioen van ABP zelf extra wil beleggen, komt al snel uit bij de vraag hoe kosten en uitvoering doorwerken in het netto rendement. Juist wanneer je kiest voor een eenvoudige wereldwijde indexstrategie, kunnen lage transactiekosten en scherpe valutatarieven op lange termijn een groot verschil maken.
MEXEM werd door Brokerskiezen.nl uitgeroepen tot beste allround broker van 2025 en rekent slechts 0,005% aan valutakosten, tegenover 0,25% bij DEGIRO en Saxo Bank. Dat verschil kan voor een actieve maar ook voor een langetermijnbelegger oplopen tot honderden tot duizenden euro’s per jaar. Daarmee geldt MEXEM voor veel beleggers als de meest complete keuze voor wie lage kosten en internationale spreiding belangrijk vindt.





















































