top of page

De S&P 500 deed afgelopen maand iets wat nooit goed eindigde

In het kort:

  • In april 2025 daalde de S&P 500 eerst met meer dan 10%, maar herstelde zich tot een maandverlies van minder dan 2% – een zeldzaam patroon dat slechts vijf keer in 98 jaar is voorgekomen.

  • Historisch gezien leidde dit patroon in alle vier de vorige gevallen tot een gemiddelde daling van 15,3% over de 12 maanden erna.

  • Ondanks deze negatieve vooruitzichten op korte termijn, tonen data aan dat langetermijnbeleggers (20 jaar of langer) in alle gevallen winst maakten.


Wall Street maakte in april 2025 een statistisch zeldzaam patroon mee. De S&P 500-index verloor tijdens de maand op intramonth-basis meer dan 10%, maar wist zich te herstellen en sloot af met een verlies van minder dan 2%. Volgens de historische data is dit slechts de vijfde keer sinds 1927 dat dit voorkomt.


De S&P 500 sinds 1928:

Bron: Macrotrends
Bron: Macrotrends

Hoewel de zeldzame beursbeweging in april 2025 bij veel mensen vooral herinneringen oproept aan de periode 1938 — het einde van de Grote Depressie — zijn er sinds die tijd nog drie andere momenten geweest waarop een vergelijkbaar patroon zichtbaar was: in 1974, 2009 en nu dus opnieuw.


Dat klinkt misschien als goed nieuws: een stevig herstel binnen dezelfde maand suggereert veerkracht. Maar als beleggers doen we er goed aan om verder te kijken dan het oppervlak.


100% voorspellende kracht — maar niet in positieve zin

In de vier eerdere gevallen waarin dit patroon zich voordeed, daalde de S&P 500 vervolgens in alle gevallen het jaar erna. Gemiddelde daling? 15,3%. De dataset is klein, maar wel volledig consistent. En op een markt waar niets zeker is, is een historische correlatie met 100% negatieve uitkomst geen detail om te negeren.


De jaren waarin dit gebeurde:

  • 1933

  • 1938

  • 1974

  • 2009


Alle vier waren dit jaren met sterke tussentijdse rally’s binnen context van bredere marktzwaktes of recessies. Tijdens de coronacrash in maart 2020 kende de S&P 500 een van de snelste en diepste dalingen in de moderne beursgeschiedenis. Tussen 19 februari en 23 maart verloor de index ruim 33% van zijn waarde. Binnen maart zelf ging het om een intramaandse daling van ruim 24%, met een dieptepunt op 2.237 punten.

Maar waar het verschil zit met april 2025, is in het herstel.


De S&P 500 wist zich tegen het einde van maart 2020 wel iets te herstellen, maar sloot de maand af op 2.585 punten, wat nog altijd een verlies van -12,5% betekende ten opzichte van februari. Daarmee bleef het slot ver onder de drempel van -2% maandverlies die nodig is om te voldoen aan het zeldzame patroon.


Kortom: tijdens COVID was de markt in vrije val en bleef het sentiment negatief tot het eind van de maand. In april 2025 daarentegen zagen we juist een ongekend krachtig herstel binnen enkele dagen — wat het huidige patroon des te opvallender en historisch zeldzamer maakt.


De trigger: Trump’s handelsoorlog 2.0

President Donald Trump kondigde op 2 april 2025 een wereldwijd tarief van 10% aan, met verhoogde "reciproke tarieven" voor landen met handelsoverschotten ten opzichte van de VS. Hoewel dit beleid op 9 april deels werd gepauzeerd voor 90 dagen (behalve voor China), veroorzaakte het eerst een forse paniekgolf:


  • S&P 500 daalde met -10,5% in twee dagen – de vijfde grootste tweedaagse procentuele daling in 75 jaar.

  • Kort daarna steeg de index met de grootste eendaagse stijging in punten ooit.


Deze plotse volatiliteit laat zien hoe gevoelig de markt momenteel is voor geopolitiek beleid, en hoe onzeker de economische omgeving blijft.


Historisch duur: de Shiller P/E als rode vlag

Tegelijkertijd is de markt historisch hoog gewaardeerd. De Shiller koers-winstverhouding (P/E) van de S&P 500 – een inflatie-gecorrigeerde maatstaf die kijkt naar gemiddelde winst over de afgelopen 10 jaar – stond bij het begin van 2025 op het derde hoogste niveau in 150 jaar.


De Shiller P/E:

Bron: Multpl
Bron: Multpl

Ter referentie:

  • Boven de 30 wordt deze ratio als "extreem duur" beschouwd.

  • Historisch volgde hierna vaak een correctie of zelfs een recessie.


Geduld is historisch altijd beloond

Toch is er ook goed nieuws voor wie de horizon verlegt. Volgens Crestmont Research, dat jaarlijks kijkt naar 20-jaars rendementen van de S&P 500 (inclusief dividenden), blijkt dat in alle 106 gemeten periodes sinds 1900, het totaalrendement over 20 jaar positief was. Elke keer.


Voorbeeld: wie in 1985 instapte, had in 2005 winst. Wie in 2000 instapte – zelfs aan de vooravond van de dotcom-crash – had in 2020 nog steeds een positief totaalrendement.


Wat betekent dit voor ons als beleggers?

  • Korte termijn: De kans op een correctie is op basis van historische patronen zeer groot. Met een verwachte daling van ~15% over de komende 12 maanden moeten beleggers voorzichtig zijn met nieuwe instappen op de index.

  • Lange termijn: Voor wie een horizon van 10-20 jaar heeft, zijn deze dips juist vaak koopmomenten. Gemiddeld zijn de vijfjaarsrendementen na sterke dalingen bovengemiddeld.


Deze situatie is zeldzaam én historisch betrouwbaar als voorspellende indicator. Wat dit vooral laat zien, is dat de markt momenteel gevangen zit tussen twee tijdlijnen: de angst op korte termijn (tarieven, waarderingen) en het vertrouwen op lange termijn (rendement, herstel). Beleggers moeten kiezen aan welke kant van die lijn ze willen staan, waarbij ik ten alle tijden je waarderingen voorop zou zetten en voor de langen termijn zou beleggen.

Net binnen..

Meld je aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief!

Bedankt voor het abonneren!

Copyright © 2023 •

Alle rechten voorbehouden - Amsterdam - 0619930051

Disclaimer
Let op: Beleggen brengt risico's met zich mee. Je kan (een deel van) je inleg verliezen. Niets hier mag worden beschouwd als financieel advies.. Voor advies over je persoonlijke situatie kun je het beste een adviseur inschakelen.

  • Instagram
  • Twitter
  • LinkedIn
  • YouTube
bottom of page