Is dit aandeel na de -50% crash nu toch een koopkans?
- Jelger Sparreboom

- 20 aug.
- 6 minuten om te lezen
In het kort:
Het aandeel Adobe is in een paar jaar fors hergewaardeerd naar beneden.
Veel beleggers vrezen totale disruptie van AI, maar is dat wel terecht?
Wat betekennen nieuwe concurrenten als Figma en Canva?
Adobe is dood en AI is de moordenaar. Dat is het marktsentiment sinds de lancering van ChatGPT in november 2022; overal gonst het van de verwachtingen, de beloftes én de angsten. Voor beleggers heeft dat geleid tot een golf van speculatie: sommige bedrijven werden naar de hemel geprezen omdat zij zouden profiteren van AI, terwijl andere plots werden weggezet als dinosauriërs die elk moment weggevaagd konden worden. In dat tweede kamp belandde ook Adobe, de softwaregigant die decennia lang de standaard was voor creatieve professionals. Het aandeel kreeg na de initiële opleving van de techrally opnieuw een zware klap en verloor ruwweg de helft van zijn waarde.
De vraag die voor ons ligt is simpel, maar niet onbelangrijk: is dit aandeel na zo’n -50% crash nu een koopkans, of een valkuil?
Om te begrijpen waarom Adobe zo hard is afgestraft, moeten we terug naar 2022. De brede technologiesector kreeg toen zware klappen door stijgende rentes en de vrees voor een recessie. Vrijwel alle grote softwarebedrijven, van Microsoft tot Salesforce, verloren 30 tot 50 procent van hun waarde. Adobe vormde daarop geen uitzondering.
In 2023 en begin 2024 veerden de koersen van veel van die bedrijven weer op. Nvidia schoot door het dak, Microsoft bereikte nieuwe records, zelfs Meta en Amazon wisten nieuwe all-time highs te boeken. Adobe deed mee, maar viel toch op: het aandeel herstelde niet volledig, bleef steken onder zijn oude toppen en zakte uiteindelijk opnieuw weg. Inmiddels staat er wederom een halvering van de koers op de borden.
Aandelenkoers Adobe en Microsoft:

De verklaring daarvoor ligt deels in terechte zorgen: zoals tragere groei en stevige concurrentie en deels in narratieven over de dreiging van AI. In beleggerskringen groeide de gedachte dat generatieve AI alle producten van Adobe waardeloos zou maken. Maar is dat realistisch?
Jaar-op-Jaar omzetgroei Adobe per kwartaal:

Het AI-narratief
Het eerste dat we moeten doen, is de centrale vraag stellen: kan AI daadwerkelijk het fundament van Adobe’s business ondermijnen? Om dat te beoordelen moeten we begrijpen wie de klanten van Adobe zijn en waarvoor zij betalen.

Adobe zelf heeft in de meest recente investor day (2025) een overzicht gegeven van de klantsegmenten. Het bedrijf onderscheidt drie groepen:
Business professionals en consumenten: individuen die de software gebruiken voor eigen projecten of lichte zakelijke doeleinden.
Marketing professionals: teams die Adobe gebruiken voor campagnes, advertentiemateriaal en branding.
Creatieve professionals: grafisch ontwerpers, videomakers, fotografen en andere vaklui die de producten dagelijks nodig hebben.
Het cruciale punt hier is dat het gros van de inkomsten komt uit die laatste twee categorieën: professionals die de software nodig hebben voor hun werk. Dat betekent dat het merendeel van de omzet niet afhangt van hobbyisten of incidenteel gebruik, maar van bedrijven en beroepen waar Adobe onmisbaar is geworden.
Daarnaast is er nog een tweede pijler: de zogeheten Digital Experience-tak, goed voor zo’n 23 procent van de omzet. Daarin zitten marketingtools, e-commerce software en analytics.
Daarmee concurreert Adobe eerder met Salesforce of Shopify dan met Canva of Figma. Die diversificatie maakt het beeld genuanceerder: Adobe is niet alleen Photoshop, maar een breed softwareplatform.
Hoe realistisch is disruptie?
Wanneer beleggers filmpjes zien van AI-tools die in een paar seconden een realistische video genereren of afbeeldingen omtoveren, ontstaat al snel de reflex: dit gaat Adobe vernietigen. Maar wie beter kijkt, ziet dat dit mogelijk een vorm van overschatting is.
Ten eerste is de output van AI-tools indrukwekkend, maar vaak nog beperkt. Bewegende beelden missen natuurlijke fysica, details kloppen niet altijd, en de consistentie is broos. Dat kan verbeteren, maar zelfs in een scenario waarin de techniek perfect wordt, blijft er iets fundamenteels: professionele klanten willen controle.
Een grafisch ontwerper kan niet volstaan met een ruwe AI-output. Campagnes vragen precisie, A/B-testen, subtiele aanpassingen in fonts, kleuren en compositie. Het creatieve proces is iteratief, en daarvoor zijn tools nodig die juist ruimte laten voor fine-tuning. AI kan inspiratie geven of een eerste draft opleveren, maar de eindbewerking vindt plaats in Adobe.
Dat maakt AI eerder een aanvulling dan een vervanging. Vergelijk het met een keuken: de ingrediënten kunnen overal vandaan komen, maar de uiteindelijke maaltijd wordt in dezelfde keuken bereid. Zo zal ook het creatieve proces AI-ingrediënten gebruiken, maar de samenstelling en afwerking blijven in Adobe’s ecosysteem plaatsvinden.
Daar komt bij dat Adobe’s software een industrienorm is geworden. Photoshop is niet alleen een product, maar bijna een werkwoord. Studenten leren ermee werken, bureaus zijn erop ingericht, bedrijven betalen licenties voor teams omdat het de taal is die iedereen kent.
De overstapkosten zijn hoog. Stel dat een marketingbureau besluit om volledig over te stappen naar een AI-tool van Google of OpenAI. Dat betekent dat werknemers opnieuw getraind moeten worden, dat compatibiliteit met bestaande bestanden verloren gaat, en dat de productiviteit tijdelijk keldert. Voor de meeste bedrijven is dat simpelweg geen optie.
Dit mechanisme doet denken aan Microsoft Excel. Er bestaan talloze systemen die beter zijn in specifieke taken, van CRM tot geavanceerde databases. Toch blijft Excel de standaard, juist omdat iedereen ermee kan werken en het diep in de bedrijfsvoering is verweven. Adobe heeft een vergelijkbare positie in de creatieve industrie.
Concurrentie
Natuurlijk zijn er concurrenten die wel degelijk marktaandeel wegsnoepen. Canva is de bekendste: een snelle, gebruiksvriendelijke tool voor mensen die geen volledige Adobe-suite nodig hebben. Het bedrijf groeit hard, maar heeft volgens schattingen slechts zo’n 4 procent marktaandeel tegenover Adobe’s 70 procent.
Canva bedient bovendien vooral de laagdrempelige kant van de markt: kleine ondernemers, content creators, of individuen die ‘goed genoeg’-oplossingen zoeken. Voor professionele studios en bedrijven is het vaak onvoldoende. Dat betekent dat Canva hooguit een deel van Adobe’s consumenten- en prosumersegment aantast, niet de kern van het bedrijf.
Figma is een ander verhaal. Dat platform is sterk in collaboratief design en kreeg een grote boost toen remote werken gemeengoed werd. Adobe probeerde Figma zelfs te kopen, maar dat stuitte op mededingingsbezwaren. De aanwezigheid van Figma laat zien dat Adobe niet onaantastbaar is, maar ook hier geldt: de overlap met het professionele creatieve segment is beperkt.
De cijfers
Kijkend naar de cijfers zien we dat Adobe nog altijd groeit. Gemiddeld lag de omzetgroei de afgelopen drie jaar rond de 11 tot 12 procent. Dat is lager dan de 20 procent-plus van de jaren ervoor, maar ver verwijderd van stagnatie of krimp.
Belangrijk is dat dit geen tweede PayPal-scenario is, waar de groei nagenoeg tot stilstand is gekomen. Adobe laat zien dat de producten nog steeds breed gebruikt worden, dat de recurring revenues stabiel zijn en dat er geen sprake is van massale klantverliezen. Voor een bedrijf van deze omvang is dubbele-cijfergroei nog altijd stevig.
De waardering: van 40x naar 20x
Misschien wel het sterkste argument voor het aandeel ligt niet in de toekomst van AI, maar in de waardering. Nog maar enkele jaren geleden handelde Adobe tegen een EV/EBIT van boven de 40. Inmiddels ligt dat cijfer in de lage 20s.
EV/EBIT Adobe:

Dat is de laagste waardering in meer dan een decennium. De multiple is dus gehalveerd, terwijl de omzet nog altijd groeit. Zelfs met tragere groei en onzekerheid door AI, lijkt de markt wel erg veel pessimisme ingeprijsd te hebben.
Dat betekent niet dat er geen risico’s zijn. AI kan een groter effect krijgen dan verwacht. Gratis alternatieven kunnen de instroom van nieuwe klanten beperken. En in de Digital Experience-divisie moet Adobe concurreren met zwaargewichten als Salesforce, Shopify en HubSpot.
Daarnaast is de algemene multiple-compressie in de softwaresector een factor. Beleggers zijn simpelweg minder bereid om hoge premies te betalen voor groei, nu de rente hoger ligt dan in de zero interest-periode van 2010-2021. Een terugkeer naar de oude waarderingen lijkt dus onwaarschijnlijk.
Toch lijkt de markt nu wel erg somber. Als Adobe zelfs met gematigde groei van 11 tot 13 procent per jaar zijn omzet en winst kan blijven uitbreiden, dan lijkt een koers die slechts 18 keer de EBIT weerspiegelt eerder aan de lage kant.
Een rationele benadering
Wat we hieruit kunnen concluderen is dat het zinvol is om terug te gaan naar first principles. Wat moet er concreet gebeuren voordat klanten massaal hun Adobe-abonnement opzeggen? Het antwoord: er moet een alternatief zijn dat minstens even krachtig, betrouwbaar en ingeburgerd is, én dat de overstapkosten de moeite waard maakt. Voorlopig voldoet geen enkele AI-tool of concurrent aan die voorwaarden.
Meer waarschijnlijk is dat AI Adobe juist versterkt. Nieuwe generatieve functies kunnen in de bestaande suite worden geïntegreerd, waardoor het product relevanter wordt. En externe AI-tools zullen vaak eindigen in een workflow die alsnog afhankelijk is van Adobe-software voor de laatste bewerkingen.
Is Adobe een groeiraket die weer 20 procent per jaar zal stijgen? Waarschijnlijk niet. Is het een bedrijf dat morgen van de kaart geveegd wordt door AI? Waarschijnlijk ook niet. Wat we zien is een volwassen softwarebedrijf met een sterke marktpositie, stevige marges, stabiele groei en een diepgeworteld netwerk van klanten. De crash van -50 procent heeft de waardering teruggebracht naar niveaus die al jaren niet gezien zijn.







































































































































Opmerkingen