Beleggers negeren dit structurele probleem bij Apple
- Mika Beumer

- 7 jul
- 13 minuten om te lezen
In het kort
Apple’s groei is vertraagd, met een verwachte jaarlijkse omzetgroei van slechts 4 tot 5% en een beperkte innovatiepipeline.
De waardering blijft hoog met een forward P/E van rond de 28, terwijl concurrenten sneller innoveren en marktaandeel winnen.
Analisten blijven overwegend positief door Apple’s sterke merk, stabiele cashflow en het potentieel van strategische AI-overnames zoals Perplexity.
Apple blijft een van de meest waardevolle bedrijven ter wereld, met een market cap van ruim $3 biljoen en een ongeëvenaarde schare trouwe gebruikers. Toch klinkt de laatste tijd steeds vaker de vraag of die status nog houdbaar is. Waar concurrenten als Microsoft, Nvidia en Google zich profileren als aanjagers van het AI-tijdperk, lijkt Apple vooral bezig met bijbenen. De omzetgroei is afgezwakt tot een schamele 4% per jaar, terwijl de P/E ratio nog altijd rond de 30 noteert. Onder de motorkap is het beeld nog zorgwekkender: productinnovatie hapert, groeimotoren stagneren en de magie van het merk lijkt langzaam te vervagen. Wie de cijfers, strategie en recente blunders naast elkaar legt, kan zich afvragen: is Apple nog wel een technologiebedrijf, of glijdt het af richting een voorspelbare consumentengigant zonder visionaire ambities?
Productlanceringen zonder impact
Apple's status als innovator is gebouwd op revolutionaire productintroducties: de iPod, de iPhone, de iPad. Sinds de lancering van de Apple Watch in 2015 is het echter stil geworden. Wat volgde waren verfijningen, niet vernieuwingen. De Vision Pro-headset werd aangekondigd met grootse marketing en een prijskaartje van $3.500, maar bleek al snel een commerciële flop. De vraag viel tegen, de productie werd stilgelegd en de beloofde revolutie in ‘spatial computing’ bleef uit. De headset belandde daarmee in het rijtje producten die eerder verwachtingen schepten dan markten transformeerden.
Hetzelfde patroon gold voor eerdere projecten. De AirPower-oplaadmat haalde de markt niet eens. Andere nieuwe initiatieven, zoals de Mac-gekoppelde AR-bril, werden halverwege geschrapt. Zelfs Apple’s veelbesproken EV-project, Project Titan, werd in 2024 definitief afgeblazen na een investering van naar schatting $10 miljard. Het feit dat een kleinere speler als Xiaomi wél een succesvolle AI-aangedreven elektrische auto wist te lanceren met slechts een fractie daarvan, is illustratief voor de disbalans tussen R&D-uitgaven en output.
Project Titan dat in maart 2024 werd stopgezet

Apple investeert jaarlijks meer dan $30 miljard in R&D. Dat is op papier indrukwekkend, maar het rendement van die investeringen is karig. Concurrenten zoals Meta en Microsoft vertalen hun uitgaven in tastbare toepassingen: van cloudgebaseerde AI-diensten tot nieuwe platforms en productervaringen. Apple daarentegen toont vooral terughoudendheid. Nieuwe productcategorieën blijven uit en bestaande lijnen evolueren slechts marginaal.
Deze opeenstapeling van tegenvallers doet afbreuk aan het beeld van Apple als toonaangevend technologiebedrijf. Het laat zien dat de organisatie moeite heeft om van ideeën tastbare, marktveroverende producten te maken. In plaats van de toon te zetten, reageert Apple steeds vaker op wat anderen al succesvol hebben gedaan.
Innovatie maakt plaats voor optimalisatie
Waar Apple onder Steve Jobs gedreven werd door een bijna obsessieve drang naar creatieve disruptie, draait het bedrijf onder Tim Cook primair op operationele efficiëntie. Supplychains zijn geoptimaliseerd, marges gestroomlijnd, en de kaspositie blijft indrukwekkend. Maar het lef om een categorie te herdefiniëren lijkt verdwenen. Het huidige leiderschap lijkt innovatie vooral te beschouwen als een risico voor de status quo in plaats van een noodzakelijke voorwaarde voor overleving.
Neem bijvoorbeeld de MacBook Air met M1-chip, een technisch hoogstandje dat bovendien energiezuinig en betaalbaar is. Toch koos Apple ervoor om jarenlang nauwelijks inhoudelijke verbeteringen te maken in opvolgende modellen. De strategie lijkt: zo lang mogelijk teren op succesvolle producten, met minimale aanpassingen. Dat is winstgevend, maar remt elke vorm van doorbraakinnovatie.
De cijfers ondersteunen dit beeld. Ondanks miljarden aan aandeleninkoop en indrukwekkende marges, blijft de groei van de winst per aandeel beperkt. Over een periode van drie jaar komt de totale EPS-groei uit op slechts 4,5%, grotendeels gevoed door buybacks. Voor een bedrijf met de ambitie om technologisch voorop te lopen, is dat geen bemoedigend signaal.
Stijging in buybacks van 2016- heden

Deze focus op procesoptimalisatie in plaats van visionaire vernieuwing kan op korte termijn logisch lijken, zeker gezien de stevige aandeelhoudersdruk. Maar op lange termijn holt het de aantrekkingskracht van het merk uit. Klanten en beleggers raken gewend aan voorspelbaarheid, terwijl technologie juist een domein is waar verwondering en verrassing het verschil maken.
Een merk op drift
Apple's merkloyaliteit is legendarisch. Miljarden actieve apparaten wereldwijd, een ecosysteem dat naadloos werkt, en een klanttevredenheid die keer op keer records breekt. Maar zelfs deze kracht is geen garantie op blijvend succes. De opkomst van AI als bepalende factor voor gebruikservaring maakt dat gebruikers elders betere tools en slimmere toepassingen aantreffen.
Siri, ooit een vlaggenschipfunctie, is inmiddels verworden tot een digitale assistent die vooral opvalt door zijn beperkingen. De integratie van AI binnen het Apple-ecosysteem is minimaal, fragmentarisch en weinig gebruiksvriendelijk. In gebruikersfora verschijnen berichten van mensen die niet eens weten waar de nieuwe AI-functies zich bevinden. Anderen noemen ze ‘overbodig’ of ‘onbruikbaar’.
Deze achterstand ondermijnt het kernverhaal van Apple: dat technologie intuïtief, elegant en krachtig moet zijn. Als gebruikers ervaren dat concurrerende systemen zoals Android, Gemini of zelfs een Xiaomi EV intelligenter of innovatiever zijn, raakt Apple zijn reputatie als technologische voorloper kwijt. Niet door slechte producten, maar door gebrek aan richting en urgentie.
Investeerders merken dit eveneens op. De beurskoers van Apple loopt achter op die van andere techgiganten. De waardering blijft hoog, maar de groeiverwachtingen zijn bescheiden. De vraag rijst of Apple zijn P/E ratio van boven de 30 nog wel kan rechtvaardigen in een markt waar concurrenten met dubbele groeipercentages vaak lager gewaardeerd zijn.
De beurskoers van Apple het afgelopen jaar:

Apple is nog steeds winstgevend, cashrijk en dominant aanwezig. Maar het raakt langzaam los van het leiderschap dat het ooit definieerde. Als het bedrijf zijn rol als innovator niet herpakt, dreigt het te transformeren tot een luxemerk dat leunt op herinneringen, in plaats van op ideeën voor morgen.
Siri als struikelblok in het AI-tijdperk
Toen Apple in juni 2023 op zijn ontwikkelaarsconferentie Apple Intelligence aankondigde, moest dat de langverwachte doorbraak worden in generatieve AI. Siri zou niet alleen slimmer en persoonlijker worden, maar ook op een fundamenteel andere manier functioneren: lokaal op het apparaat, privacyvriendelijk en volledig geïntegreerd in het ecosysteem van iOS, macOS en iPadOS. Twee jaar later blijkt daar weinig van terechtgekomen. Siri functioneert nog steeds als een beperkte spraakassistent, en veel AI-functies zijn óf nauwelijks te vinden, óf zodanig complex dat gebruikers ze massaal uitschakelen.
De technische reden voor die vertraging is schrijnend: Apple blijkt moeite te hebben met het herstructureren van de oude Siri-code, die slecht aansluit op de vereisten van moderne large language models. In plaats van een diep geïntegreerde AI-laag loopt Apple achter de feiten aan. Gebruikers zoeken hun toevlucht tot alternatieven als ChatGPT en Google Gemini, die op meerdere platforms breed beschikbaar zijn en wél krachtige taalverwerking leveren. Het verschil in gebruikservaring is voelbaar, zichtbaar en voor Apple pijnlijk.
De vertraging heeft inmiddels strategische proporties aangenomen. AI is niet langer een belofte, maar een verwachting. Het tempo waarin Microsoft Copilot, Google Gemini en zelfs nichepartijen als Anthropic in het dagelijks gebruik zijn doorgedrongen, legt de zwakte van Apple pijnlijk bloot. Siri is niet langer een handige assistent, maar het symbool van stagnatie binnen een bedrijf dat ooit synoniem stond voor technologische voorsprong.
Perplexity als noodgreep
In een poging om die achterstand in te halen, voert Apple vergevorderde gesprekken over de overname van Perplexity AI. Deze snelgroeiende AI-startup, gespecialiseerd in conversational search, zou volgens marktgeruchten rond de $14 miljard moeten kosten. Voor Apple, met een cashpositie van ruim $130 miljard, is dat financieel geen probleem. Maar strategisch is het wel een gok van formaat.
Perplexity verwerkt inmiddels meer dan 780 miljoen zoekopdrachten per maand en groeit met circa 20% per maand. Het bedrijf positioneert zich als alternatief voor Google Search, met real-time bronnen, bronvermelding en een ChatGPT-achtige interface. Voor Apple zou dit de basis kunnen vormen van een nieuw soort Siri, die wél intelligentie en context begrijpt, en bovendien minder afhankelijk is van Google als standaard zoekpartner in Safari.
Die afhankelijkheid is niet triviaal. Apple ontvangt naar schatting $20 miljard per jaar van Google om diens zoekmachine als standaard in te stellen. Een eigen AI-zoekoplossing kan die inkomsten bedreigen, tenzij Apple deze technologie volledig in eigen producten inpast. Maar zelfs als dat lukt, blijven er risico’s. Zo heeft Perplexity al een samenwerking met Samsung, wat integratie in het exclusieve Apple-ecosysteem bemoeilijkt. Bovendien hangen er ethische bezwaren boven het bedrijf, met beschuldigingen van plagiaat en auteursrechtenschending, iets waar Apple’s merk nadrukkelijk afstand van probeert te houden.
Ook organisatorisch is een overname van deze omvang een uitdaging. Apple heeft in zijn geschiedenis nooit meer dan $3 miljard uitgegeven aan een acquisitie. Het ontbreekt aan ervaring met het integreren van externe bedrijven op deze schaal. Zonder duidelijke interne AI-leiders en met een cultuur die traditioneel gesloten en behoudend is, is het zeer de vraag of Apple erin slaagt om Perplexity effectief in te passen in zijn productlijnen.
Acquisitie tijdlijn van Apple

De concurrentie loopt verder uit
Terwijl Apple nog worstelt met zijn AI-strategie, bouwen concurrenten stevig door. Microsoft heeft met Copilot AI diep geïntegreerd in Office, Teams en Windows. Google combineert zijn Gemini-model met Android en de bredere Google Suite. Meta investeert miljarden in open-source AI en positioneert zich slim met een ecosysteem van modellen, tools en infrastructuur. Zelfs Elon Musks xAI groeit snel en mikt op een waardering van $200 miljard.
Wat deze partijen gemeen hebben, is dat ze AI niet zien als een add-on, maar als kern van hun platform. Ze integreren AI op systeemniveau, in workflows, interfaces en gebruikersinteracties. Apple blijft steken in demo’s, losse functies en beperkte toepassingen. Waar concurrenten nieuwe gedragspatronen creëren, probeert Apple oude patronen te redden met nieuwe namen.
De gevolgen zijn tastbaar. Nieuwe generaties gebruikers raken gewend aan AI als basisonderdeel van hun dagelijks gebruik. Ze voeren zoekopdrachten in via taal, laten AI samenvattingen maken, plannen taken en automatiseren processen – functies die bij Apple óf ontbreken, óf ontoegankelijk zijn. Dat schept ruimte voor merken die voorheen geen bedreiging vormden. Xiaomi, Huawei en andere Aziatische merken combineren nu al hardware met krachtige on-device AI. Die producten concurreren niet alleen op prijs, maar ook op innovatie.
Tegelijkertijd versmalt het tijdsvenster voor Apple om geloofwaardig op deze golf in te springen. In 2026 zal AI niet langer als iets nieuws worden gezien, maar als een geïntegreerd onderdeel van de gebruikerservaring. Als Apple dan nog steeds niet met een overtuigend alternatief komt, dreigt een situatie waarin gebruikers het ecosysteem verlaten, niet uit ontevredenheid, maar simpelweg omdat elders meer mogelijk is.
De markt rekent daar nog niet op. Met een P/E ratio van 33 wordt Apple nog steeds gewaardeerd als een groeibedrijf met innovatieve slagkracht. Maar die aanname staat onder druk. Zonder een werkend AI-platform, en zonder visie op wat Apple met AI wil betekenen, is die waardering moeilijk vol te houden. Een overname van Perplexity kan tijdelijk vertrouwen herstellen, maar is geen oplossing voor een fundamenteel probleem: het ontbreken van richting, leiderschap en technologische daadkracht op het gebied dat de komende tien jaar zal domineren.
P/E ratio schattingen voor de komende jaren

Hoge waardering, magere groei
Apple is winstgevend, efficiënt georganiseerd en beschikt over een van de sterkste balansen ter wereld. Toch klinkt de waardering van het aandeel steeds minder logisch wanneer je de groeiverwachtingen ernaast legt. De marktwaarde van Apple impliceert dat beleggers rekenen op structurele groei en technologische dominantie, maar de werkelijkheid laat iets anders zien. De omzet is de afgelopen drie jaar met gemiddeld slechts 1,2% gegroeid. Ook voor de komende jaren liggen de prognoses bescheiden, met 4 tot 5% jaarlijkse groei.
De EPS stijgt iets sterker, maar vooral dankzij het agressieve aandeleninkoopprogramma. Sinds 2022 nam de totale EPS met slechts 4,5% toe, waarbij het aantal uitstaande aandelen met tientallen miljarden werd teruggebracht. Structurele winstgroei vanuit nieuwe producten of markten ontbreekt. En dat is problematisch in een tijd waarin de waardering van het aandeel vergelijkbaar is met snelgroeiende technologiebedrijven die wél AI-leiderschap en operationele versnelling tonen.
Historisch gezien was Apple nooit een goedkope belegging, maar de verhouding tussen prijs en verwachte winstgroei raakt uit balans. Grote beleggers als Warren Buffett kochten het aandeel in eerdere jaren tegen veel lagere multiples, op momenten dat de groei van iPhones, services en hardware nog overtuigend was. De huidige koers reflecteert een toekomstbeeld dat Apple voorlopig niet waarmaakt.
Groeimotoren sputteren
Het verhaal dat Apple een technologiebedrijf is met meerdere groeipijlers, begint te wankelen. De iPhone, nog steeds goed voor meer dan de helft van de omzet, is een volwassen product in een verzadigde markt. Wereldwijde smartphonegroei stagneert, en Apple’s grootste markten (de VS, Europa en China) tonen beperkte expansiemogelijkheden. De iPhone 16 bracht nauwelijks fundamentele vernieuwingen, en veel gebruikers stappen pas na vier of vijf jaar over naar een nieuw model.
De Vision Pro, die aanvankelijk als nieuwe productcategorie werd gepresenteerd, is commercieel mislukt. De verwachte omzet in 2025 blijft steken op $778 miljoen, een verwaarloosbaar bedrag voor een concern met een jaarlijkse omzet van boven de $400 miljard. Andere productlijnen, zoals Macs, iPads en AirPods, leveren stabiele maar weinig spectaculaire resultaten. De enige categorie die nog groeit is ‘Wearables, Home and Accessories’, maar die is relatief klein en kampt met toegenomen concurrentie.
Apple Vision Pro

De enige echte lichtpuntjes zitten in de services-divisie, waar Apple inkomsten genereert uit de App Store, iCloud, Apple Music, Apple Pay en licentieovereenkomsten met partijen als Google. Deze categorie is inmiddels goed voor ruim 21% van de totale omzet en kent hoge marges. Maar ook hier ontstaan scheurtjes. De App Store ligt onder vuur bij toezichthouders in zowel de VS als Europa vanwege vermeend machtsmisbruik en hoge commissies. De overeenkomst met Google, die Apple jaarlijks circa $20 miljard oplevert, staat ter discussie wegens mededingingsrechtelijke zorgen. Apple Pay krijgt concurrentie van alternatieve betaalsystemen, waaronder crypto-wallets en stablecoins.
Daarmee komt ook de houdbaarheid van de servicesstrategie onder druk te staan. Want hoewel deze inkomstenstromen minder cyclisch zijn dan hardwareverkopen, blijven ze in hoge mate afhankelijk van de dominantie van Apple’s apparaten. Verliest Apple terrein op smartphonegebied, dan lopen ook de bijbehorende diensten terug. Het ecosysteem is krachtig zolang het groeit, maar wordt kwetsbaar zodra het begint te krimpen.
De illusie van veiligheid
Apple wordt nog vaak beschouwd als een defensieve kwaliteitstitel: een onderneming met stabiele kasstromen, een ijzersterke balans en een loyale klantenbasis. Dat beeld klopt, maar alleen als je het los ziet van de prijs die beleggers er momenteel voor betalen. De vrije kasstroom levert minder dan 3% op, het dividendrendement blijft steken op 0,5% en de groei is beperkt. Het risico is niet dat Apple instort, maar dat het aandeel jarenlang ondermaats rendeert vergeleken met sneller groeiende sectorgenoten.
Huidige balance sheet van Apple:

Als Apple zou worden geherwaardeerd naar het historische gemiddelde van de afgelopen tien jaar (een verhouding die eerder rond de 20 lag) zou dat een aanzienlijke koersdaling betekenen zonder dat daar operationele achteruitgang voor nodig is. Simpelweg lagere verwachtingen kunnen al genoeg zijn voor een correctie. In een tijd waarin concurrenten als Google, Meta en Amazon hun marges en marktaandeel juist uitbreiden, is het risico van relatieve onderprestatie reëel.
Een alternatief perspectief is om Apple niet langer te beoordelen als groeibedrijf, maar als premiumconsumptiebedrijf. Het verkoopt betrouwbare, gewilde producten aan kapitaalkrachtige klanten in het hogere segment. Die positionering maakt het bedrijf robuust in economisch onzekere tijden, maar beperkt ook de opwaartse potentie. Zonder nieuwe categorieën, structurele innovaties of krachtige productintroducties blijft Apple afhankelijk van markten die het al grotendeels verzadigd heeft.
Voor beleggers betekent dit dat Apple een uitstekende plek kan zijn om waarde te behouden, maar niet om waarde te creëren. Het aandeel is solide, maar prijzig. De risico’s liggen niet in dramatische tegenvallers, maar in het langzame wegvloeien van enthousiasme, momentum en relatieve aantrekkingskracht. En dat is misschien wel het gevaarlijkste type risico van allemaal.
Tussen comfort en crisis
Apple bevindt zich in een ongemakkelijke tussenpositie: financieel uitzonderlijk sterk, maar strategisch weinig richtinggevend. De iPhone blijft dominant, de dienstenomzet groeit beheerst en de balans is robuust. Toch neemt het vertrouwen af dat Apple nog de toon zal zetten in de volgende fase van technologische ontwikkeling. In een markt die versneld wordt door AI, geïntegreerde softwaremodellen en platformgedreven innovatie, mist Apple een zichtbaar plan. Wat resteert is stilstand die op korte termijn winstgevend lijkt, maar op lange termijn kwetsbaar wordt.
De kern van het probleem is dat Apple uitblinkt in het perfectioneren van bestaande producten, maar steeds minder bijdraagt aan het definiëren van nieuwe technologieën. De Vision Pro haalde zijn doelen niet, Siri bleef in ontwikkeling achter en het eigen AI-platform komt slechts gefragmenteerd van de grond. Zelfs de veelgeprezen services-divisie, goed voor meer dan een vijfde van de omzet, is in hoge mate afhankelijk van de hardwarebasis. Zonder vernieuwing aan de productzijde verschraalt ook de voedingsbodem voor diensten.
Focus of versnippering
De afgelopen jaren heeft Apple veel projecten gefinancierd die nooit tot resultaat kwamen. Project Titan verdween na miljarden aan investeringen, net als verschillende AR-initiatieven. Wat overblijft is een reeks losse pogingen zonder centrale richting. Het overwegen van een overname van Perplexity AI past in dat patroon: strategisch logisch op papier, maar weinig overtuigend als er geen bredere visie achter zit.
Het probleem is niet een tekort aan middelen of talent, maar het ontbreken van duidelijke keuzes. Apple investeert jaarlijks meer dan 30 miljard dollar in R&D, maar weet die uitgaven nauwelijks om te zetten in concrete productlanceringen. Zonder prioriteitstelling blijft het bedrijf initiatieven najagen die geen schaal of momentum bereiken. Terwijl concurrenten AI als kernlaag over hun gehele platform uitrollen, blijft Apple steken in beperkte integraties die niet tot gedragsverandering bij gebruikers leiden.
Ook op bestuursniveau lijkt de koers behoudend. Tim Cook staat bekend om zijn operationele discipline, maar niet om visionair leiderschap. In een periode waarin technologie zich razendsnel ontwikkelt, wordt het uitblijven van een duidelijke technologische richting steeds moeilijker te verdedigen. Dat roept vragen op over wie binnen Apple de keuzes maakt die het verschil zullen bepalen voor het komende decennium.
Waarom analisten tóch positief blijven
Ondanks de trage innovatie en matige koersontwikkeling zijn veel analisten opmerkelijk optimistisch over Apple. Die houding lijkt minder gestoeld op verwachtingen van technologische doorbraken dan op het vertrouwen in de stabiliteit van de onderneming. Apple heeft zijn reputatie als betrouwbare winstmachine nog niet verloren, en het vermogen om keer op keer resultaten te leveren die in lijn liggen met de verwachtingen, biedt houvast. Daarbij komt dat Apple nog altijd beschikt over sterke marges, een uitzonderlijke balans en een wereldwijd ecosysteem waar concurrenten moeilijk binnenkomen.
Ratings van Wall-Street analisten in de afgelopen 90 dagen

Een tweede factor is relatieve waardering. Hoewel Apple op het eerste gezicht hoog geprijsd lijkt, stellen sommige analisten dat het aandeel onder het sectorgemiddelde noteert als je kijkt naar vergelijkbare kwaliteitsbedrijven. De premium die beleggers bereid zijn te betalen, wordt verklaard door het merkenkapitaal, de gebruikerstevredenheid en de voorspelbaarheid van de kasstromen. Dit maakt Apple aantrekkelijk voor conservatieve lange termijnbeleggers die eerder waarde hechten aan stabiliteit dan aan pure groei.
Ook het feit dat Apple recent enkele regulatorische risico’s wist te neutraliseren, speelt een rol. In Europa werd met aanpassingen aan de App Store voldaan aan eisen van de Digital Markets Act, waarmee een dreigende boete van honderden miljoenen euro's mogelijk is afgewend. Daarnaast zijn er speculaties over strategische overnames, zoals Perplexity AI, die het tij in de AI-strategie alsnog kunnen keren. Voor sommige analisten is dat voldoende om het aandeel het voordeel van de twijfel te geven.
Richting bepalen
De komende periode wordt cruciaal, niet vanwege een acute crisis, maar vanwege het structurele karakter van de stilstand. Apple heeft in essentie drie opties. De eerste is het versterken van de AI-capaciteiten via overnames en herstructurering van interne teams. Dat zou betekenen dat het bedrijf Perplexity of een vergelijkbare speler inlijft, maar ook zijn eigen Siri volledig herbouwt op een nieuwe architectuur. Dit scenario vereist durf, tempo en leiderschap dat zich op technologie richt in plaats van op optimalisatie.
De tweede optie is het radicaliseren van het servicesmodel. Apple zou zijn rol als premiumleverancier van beveiligde, geïntegreerde digitale diensten kunnen uitbouwen, onafhankelijker van hardware. Dat vergt echter openstelling van het ecosysteem, een breuk met de gesloten logica van het huidige model. Hierin zou Apple kunnen concurreren met partijen als Amazon en Microsoft, maar dan vanuit zijn merkkracht en gebruikersvertrouwen.
De derde optie is strategische herpositionering. Apple zou zichzelf kunnen definiëren als een merk dat stabiliteit en rendement biedt, met minder nadruk op technologische revolutie. Dit vereist duidelijkheid richting beleggers, maar biedt ook ruimte voor een realistischer waardering.
Wat Apple niet kan doen, is niets. In de huidige marktdynamiek geldt passiviteit als achteruitgang. Het bedrijf heeft de middelen, het talent en de infrastructuur om opnieuw richting te geven. Maar dan moet het durven kiezen wat het wil zijn. Zolang die keuze uitblijft, blijft ook het aandeel gevangen tussen verwachtingen die niet worden waargemaakt en prestaties die net genoeg zijn om stilstand te verhullen.





































































































































Opmerkingen