top of page

Belastingaangifte 2025 voor beleggers: Alles wat je moet weten

In het kort

  • In 2025 blijft het belastingtarief in box 3 36% en het heffingsvrije vermogen is € 57.684 per persoon.

  • Het forfaitaire rendement voor beleggingen daalt ten opzichte van 2024 licht naar 5,88%, terwijl dat voor spaargeld gelijk blijft op 1,44%.

  • Door de nieuwe regels rond de algemene heffingskorting kan een hoger box 3-inkomen leiden tot minder belastingkorting.


Als je spaargeld of beleggingen hebt, moet je daar in Nederland belasting over betalen. Dat heet belasting in box 3. Hoeveel je precies betaalt, hangt af van hoeveel vermogen je hebt op 1 januari van het jaar.


De belastingdruk op vermogen blijft ook in 2025 een heet hangijzer in de Nederlandse fiscaliteit. Hoewel het belastingtarief in box 3 ongewijzigd blijft op 36%, veranderen de berekeningsgrondslagen opnieuw. Belangrijk voor particuliere beleggers: het heffingsvrije vermogen stijgt, maar het werkelijk effect op de belastingaanslag is genuanceerder dan het op het eerste gezicht lijkt. In dit artikel gaan we in op wat deze wijzigingen betekenen, met actuele cijfers en een voorbeeldberekening.


Spaargeld versus beleggingen: nieuwe rendementspercentages

De belasting over vermogen in box 3 wordt berekend op basis van een gesplitste benadering: het forfaitaire rendement (het rendement waar de Belastingdienst nu nog mee rekent) verschilt per vermogenscategorie.


In 2025 blijft deze systematiek in stand, waarbij wordt uitgegaan van de werkelijke verdeling tussen spaargeld, beleggingen en schulden. De Belastingdienst gebruikt vervolgens forfaitaire rendementspercentages per categorie.


Het fortfair rendement op spaargeld, beleggingen en schulden de afgelopen jaren:

Jaar

Spaargeld / banktegoeden

Overige bezittingen (beleggingen, vastgoed e.d.)

Schulden

2017

0,25%

5,39%

3,43%

2018

0,12%

5,38%

3,20%

2019

0,08%

5,59%

3,00%

2020

0,04%

5,28%

2,74%

2021

0,01%

5,69%

2,46%

2022

0,00%

5,53%

2,28%

2023

0,92%

6,17%

2,46%

2024

1,44%

6,04%

2,61%

2025*

1,44% (voorlopig)

5,88% (voorlopig)

2,62% (voorlopig)

Voor spaargeld wordt in 2025 gerekend met een rendement van 1,44%, gelijk aan 2024. Voor beleggingen daalt het forfaitair rendement licht van 6,04% naar 5,88%. Schulden worden belast op basis van een rente van 2,62%, nagenoeg gelijk aan het jaar ervoor. Hoewel de daling in het beleggingsrendement klein lijkt, kan dit op hogere vermogensbedragen resulteren in enkele honderden euro’s verschil in belastingdruk.



Het heffingsvrije vermogen: een kleine stijging met beperkt voordeel

In 2025 is het heffingsvrije vermogen naar € 57.684 per persoon. Voor fiscale partners betekent dit een gezamenlijke vrijstelling van € 115.368.


Voorbeeldcase

Laten we als voorbeeld Peter en Sanne nemen, een stel van begin vijftig dat al jaren samenwoont en fiscaal partner is.


Ze hebben samen € 75.000 aan spaargeld opgebouwd voor noodgevallen en toekomstige uitgaven, en daarnaast beleggen ze € 200.000 via een breed gespreid aandelenfonds. Ook hebben ze nog een lening openstaan van € 60.000 die onder Box 3 valt. Ze willen weten hoeveel belasting ze in 2025 over hun vermogen moeten betalen:

Categorie

Bedrag

Toelichting

Spaargeld

€ 75.000

Bank- of spaarrekening

Beleggingen

€ 200.000

Aandelen, obligaties, ETF’s, vastgoed e.d.

Schulden

€ 60.000


Consumptieve lening

Stap 1: bereken het rendement op je vermogen

De Belastingdienst gaat bij het berekenen van de belasting uit van standaardrendementen per vermogenscategorie die je hierboven als zag. In 2025 zijn dat: 1,44% voor spaargeld, 5,88% voor beleggingen en 2,62% als aftrekpercentage voor schulden. In 2025 is de drempel voor schulden vastgesteld op € 3.800 per persoon. Heb je een fiscale partner, dan geldt een gezamenlijke drempel van € 7.600.


Kort gezegd: pas als je schulden hoger zijn dan deze grens, verlagen ze je belastbare vermogen. Alles daaronder wordt genegeerd voor de belastingberekening. Deze drempel is bedoeld om kleine leningen of roodstanden buiten beschouwing te laten.


De berekening is dan als volgt:

Categorie

Bedrag

Forfaitair rendement 2025

Berekening

Resultaat

Spaargeld

€ 75.000

1,44%

€ 75.000 × 1,44%

€ 1.080

Beleggingen

€ 200.000

5,88%

€ 200.000 × 5,88%

€ 11.760

Schulden

€ 60.000

2,62% (aftrekbaar)

(€ 60.000 – € 7.600) × 2,62%

– € 1.374

Totaal rendement

€ 1.080 + € 11.760 – € 1.374

€ 11.466

Het rendement uit het spaargeld is dus relatief laag, terwijl het rendement op beleggingen zwaarder meetelt. Van de schuld wordt eerst een drempelbedrag afgehaald. Wat daarbovenuit komt, wordt vermenigvuldigd met het aftrekbare rentepercentage. Het totale forfaitaire rendement in deze situatie komt daarmee uit op € 11.466.


Stap 2: bereken het belastbare vermogen

De bezittingen bedragen in totaal € 275.000 (spaargeld plus beleggingen). De schuld na aftrek van de drempel komt uit op € 52.400. Netto blijft er dan € 222.600 aan vermogen over.


Daar trek je het heffingsvrije vermogen van € 115.368 af (voor fiscale partners). Wat overblijft is het deel van je vermogen waarover je daadwerkelijk belasting betaalt, in dit geval € 107.232.


Dit komt dus neer op:

Onderdeel

Bedrag

Toelichting

Spaargeld + beleggingen

€ 275.000

Totaal aan bezittingen

– Aftrekbare schuld

€ 52.400

Schuld boven de drempel van € 7.600

= Netto vermogen

€ 222.600

Vermogen na aftrek van schuld

– Heffingsvrij vermogen

€ 115.368

Vrijstelling voor fiscale partners

= Belastbaar vermogen

€ 107.232

Deel waarover daadwerkelijk belasting wordt geheven

Stap 3: bereken de belasting

Het belastbare vermogen is ongeveer 39% van het totale vermogen in deze situatie. De Belastingdienst belast alleen dat percentage van het eerder berekende rendement. In dit voorbeeld is dat 39% van € 11.466. Over dit deel betaal je vervolgens 36% belasting.

Dat komt neer op een belastingbedrag van € 1.610.

Stap

Berekening

Resultaat

Totale vermogen

€ 275.000


Belastbaar vermogen

€ 107.232


Aandeel belastbaar vermogen

107.232 ÷ 275.000 ≈ 39%

39%

Forfaitair rendement

€ 11.466

Belastbaar deel van rendement

39% van € 11.466

€ 4.472

Belasting (36%)

36% van € 4.472

€ 1.610

Nieuwe invloed van verzamelinkomen op de heffingskorting

De algemene heffingskorting is een bedrag dat in mindering wordt gebracht op de inkomstenbelasting die je moet betalen. Iedereen in Nederland heeft hier recht op, maar hoe hoog de korting precies is, hangt af van je inkomen. Hoe lager je inkomen, hoe meer korting je krijgt. Tot 2025 keek de Belastingdienst alleen naar je inkomen uit werk en woning (box 1) om te bepalen hoeveel korting je kreeg.


Vanaf 2025 verandert dit. Dan telt niet alleen je loon of pensioen mee, maar ook je vermogen in box 3 (zoals spaargeld en beleggingen) en eventuele inkomsten uit box 2 (bijvoorbeeld als je aandelen hebt in een bv). Dit totale bedrag heet je “verzamelinkomen”, en dát wordt voortaan gebruikt om de hoogte van de heffingskorting te bepalen.


Wat betekent dit in de praktijk? Stel: je bent gepensioneerd, hebt weinig AOW of pensioen (box 1), maar wel € 300.000 aan beleggingen (box 3). Tot 2024 kreeg je nog (bijna) de volledige algemene heffingskorting, omdat je inkomen uit werk laag was. Vanaf 2025 ziet de Belastingdienst je beleggingen als extra inkomen, waardoor je verzamelinkomen stijgt. Je raakt daardoor een deel van je heffingskorting kwijt, en betaalt dus méér belasting, ook al is je werkelijke inkomen niet veranderd. Voor mensen met een laag loon maar een hoog vermogen kan dit dus onverwachte gevolgen hebben.


Tegenbewijsstelling

Hoewel het forfaitair rendement in 2025 leidend blijft voor de belastingheffing in box 3, biedt de zogenoemde tegenbewijsregeling ruimte voor belastingplichtigen om een lager werkelijk rendement op te geven. Als je kunt aantonen dat je werkelijke opbrengst uit vermogen lager is dan het forfaitair rendement, mag je uitgaan van dat lagere bedrag. Dit kan fiscaal voordelig uitpakken, zeker in jaren waarin beleggingen slecht presteren of wanneer de spaarrente laag blijft.


Om het werkelijk rendement te berekenen, tel je onder meer ontvangen rente, dividend, huur en koerswinsten op. Zowel gerealiseerde als ongerealiseerde waardeveranderingen van je beleggingen en onroerend goed tellen mee. Aftrekbaar zijn enkel de betaalde rente over schulden in box 3, andere kosten zoals onderhoud of transactiekosten zijn uitgesloten. Het kasstelsel is van toepassing, wat betekent dat alleen werkelijk ontvangen bedragen meetellen. Let wel: er is geen heffingsvrij vermogen en verliezen uit eerdere jaren mag je niet verrekenen.


Belastingplichtigen kunnen hun werkelijk rendement opgeven via het formulier Opgaaf werkelijk rendement, dat beschikbaar is op de website van de Belastingdienst. Dit alternatief werkt alleen in je voordeel, en kan dus nooit leiden tot een hogere aanslag.


De kans is groot dat deze regeling vooral interessant wordt voor beleggers met defensieve portefeuilles of voor wie in een slecht beursjaar relatief weinig rendement heeft behaald. Tegelijkertijd kan het de administratieve lasten aanzienlijk verhogen, vooral als dit bewijs jaarlijks moet worden geleverd.


De opmars naar werkelijk rendement

Hoewel de belasting in box 3 voorlopig nog op basis van forfaitaire rendementen wordt berekend, is het einddoel een heffing op basis van werkelijk rendement. Dit moet in 2028 zijn ingang gaan krijgen.


Over het werkelijk rendement werd dit jaar een wetsvoorstel ingediend:

Bron: Belastingdienst
Bron: Belastingdienst

Fiscale strategieën voor 2025 en daarna

Steeds meer ondernemers ontdekken zakelijk beleggen als een aantrekkelijk alternatief voor privébeleggen in box 3. In plaats van belasting te betalen over een door de Belastingdienst verondersteld (fictief) rendement, betaal je binnen een onderneming belasting over de daadwerkelijke winst. Dat biedt niet alleen meer fiscale rechtvaardigheid, maar ook flexibiliteit: winsten kunnen worden herbelegd zonder dat er direct een privéheffing volgt, en het moment van winstneming kun je als ondernemer zelf plannen.


Nu de overheid vanaf 2028 wil overstappen op belasting op werkelijk rendement in box 3, wordt het verschil tussen privé- en zakelijk beleggen alleen maar groter. In dat nieuwe systeem zullen particuliere beleggers te maken krijgen met meer administratie, waarde-schommelingen en onvoorspelbaarheid, terwijl zakelijke structuren grotendeels buiten die veranderingen blijven.


Voor ondernemers die op zoek zijn naar controle, eenvoud en fiscaal voordeel, biedt Easybroker Zakelijk een gespecialiseerd platform. Met een focus op zakelijke beleggers is Easybroker een interessante partij voor wie serieus werk wil maken van zakelijk beleggen. Lees hieronder vrijblijvend verder voor meer informatie.


Met beleggen kun je (een deel van) je inleg verliezen. Dit is geen beleggingsadvies.



 
 
 

Opmerkingen


Net binnen..

Meld je aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief!

Bedankt voor het abonneren!

Copyright © 2023 •

Alle rechten voorbehouden - Amsterdam - 0619930051

Disclaimer
Let op: Beleggen brengt risico's met zich mee. Je kan (een deel van) je inleg verliezen. Niets hier mag worden beschouwd als financieel advies.. Voor advies over je persoonlijke situatie kun je het beste een adviseur inschakelen.

  • Instagram
  • Twitter
  • LinkedIn
  • YouTube
bottom of page