Waarom zakelijk beleggen hard groeit onder Nederlandse ondernemers
- Rens Boukema
- 1 dag geleden
- 4 minuten om te lezen
In het kort
Steeds meer ondernemers kiezen in 2025 voor zakelijk beleggen, vanwege de fiscale voordelen ten opzichte van box 3.
Als zakelijke belegger betaal je belasting over je werkelijke winst (minus kosten), investeer je winsten opnieuw zonder directe privéheffing, en geniet je flexibiliteit in planning.
We zien nu ook brokers die zich volledig richten op ondernemers, met transparante kosten, fiscale ondersteuning en dienstverlening die aansluit bij zakelijke structuren.
Het begon vaak met ondernemers die wat overtollige liquiditeit op de balans hadden staan. Het geld stond stil, terwijl de spaarrente nauwelijks rendement opleverde en inflatie langzaam aan de koopkracht vrat. Tegelijkertijd bleek particulier beleggen weinig aantrekkelijk, mede door het box 3-stelsel waarin jaarlijks belasting wordt geheven op een theoretisch rendement, en vanaf 2028 zoals het nu lijkt zelfs op werkelijk rendement, als het aan het kabinet ligt.
Voor veel ondernemers was dat hét moment om anders te gaan denken over hun vermogen. Waarom het kapitaal passief laten wegzakken, terwijl je het ook actief kunt inzetten binnen je onderneming? Want wie zakelijk belegt, krijgt niet alleen meer grip op zijn geld, maar ook de mogelijkheid om het strategisch in te zetten voor groei, herinvestering of het opbouwen van een lange termijnvermogen. Het draait daarbij minder om belasting besparen en meer om het slim benutten van de flexibiliteit en controle die je als ondernemer hebt, iets wat je privé eenvoudigweg niet kunt evenaren.
In de afgelopen jaren is de interesse in zakelijke beleggingsrekeningen flink gegroeid. Van eenmanszaken tot bv’s en holdings, steeds meer ondernemers zien in dat zakelijk beleggen niet alleen een extra hefboom is op kapitaal, maar ook op fiscale efficiëntie.
Een praktisch voorbeeld: Marije is eigenaar van een kleine marketing-bv in Utrecht en draait al een paar jaar stabiele winst. In 2023 had ze 50.000 euro aan overtollige liquide middelen op de balans staan. Omdat ze het zonde vond om dit bedrag te laten verdampen door inflatie, besloot ze het privé te beleggen in een brede ETF. Het rendement bleef dat jaar beperkt, maar toch moest ze in box 3 belasting betalen over een fictief rendement van bijna 6 procent.
In 2024 koos ze voor een andere route: hetzelfde bedrag belegde ze nu vanuit haar bv. De kosten voor het beleggingsplatform mocht ze aftrekken van de winst, en over het behaalde rendement hoefde ze pas belasting te betalen op het moment dat ze het daadwerkelijk uit de bv zou halen. Die vrijheid om winst binnen de onderneming te houden én fiscaal optimaal te plannen, gaf haar direct meer controle.
Voor Marije was het verschil niet alleen voelbaar in de cijfers, maar vooral in de flexibiliteit. Eén administratieve keuze veranderde haar hele benadering van beleggen, en precies die ontdekking maken steeds meer ondernemers.
De fiscaliteit: fictief rendement versus werkelijke winst
Box 3: in de val van fictie
Als particulier belegger zit je gevangen in box 3: de Belastingdienst stelt ieder jaar een fictief rendement vast (voor 2025: 5,88 % voor beleggingen) en je betaalt belasting over dat fictieve rendement, ongeacht of je die winst echt hebt behaald. In jaren met verliezen betaal je alsnog belasting. Dit systeem is vaak bekritiseerd vanwege de mismatches tussen werkelijkheid en belastinggrondslag.
Zakelijk beleggen: winst, niet fictie
Als ondernemer (zzp of bv) ziet de belastingdienst de beleggingsopbrengsten niet los van de bedrijfsvoering. De beleggingsresultaten vallen in de winst-en-verliesrekening: opbrengsten minus kosten, inclusief correcties, voorzieningen, eventuele verrekening van verliezen uit eerdere jaren. Je betaalt dus belasting over de werkelijke winst, niet over een berekend fictief rendement.
In een eenmanszaak valt dat resultaat in box 1 (onder “winst uit onderneming”). Je kunt gebruikmaken van aftrekposten, zoals de zelfstandigenaftrek of MKB-winstvrijstelling (mits je kunt aantonen dat beleggen een bedrijfsactiviteit is).
In een bv geldt het resultaat als onderdeel van de vennootschapsbelasting: 19 % tot € 200.000 winst, 25,8 % boven dat bedrag.
Het grote verschil: in een bv kun je winst houden en opnieuw beleggen zonder dat je eerst aangifte moet doen in privé (box 2). Je hebt de mogelijkheid om sturing aan te brengen: verliezen verrekenen, timing van winstneming bepalen, gebruikmaken van holdingstructuren, etc. Dat maakt zakelijk beleggen een veel flexibeler instrument.
Dat systeem, waarin beleggers belasting betalen over een verondersteld rendement, ook als hun beleggingen verlies maken, is nu nog van kracht. Maar waarschijnlijk niet lang meer. Op 19 mei 2025 werd het wetsvoorstel “Wet werkelijk rendement box 3” ingediend bij de Tweede Kamer, en een groot deel van de partijen lijkt daar mee in te stemmen:

Doel is om vanaf 1 januari 2028 belasting te gaan heffen op het daadwerkelijk behaalde rendement, inclusief koerswinsten, huur, rente en dividenden. Dat klinkt eerlijker, maar maakt privé beleggen tegelijk ook een stuk complexer en administratief zwaarder.
Waarom deze trend op dit moment sterk groeit
Met spaarrentes die structureel laag liggen en hoge inflatie, verliezen veel ondernemers reële waarde van hun kapitaal zodra ze het simpelweg op de bank laten staan. In die context is slim beleggen allang geen luxe meer, maar een noodzaak geworden voor wie zijn vermogen wil behouden én laten groeien. Daar komt bij dat de fiscale aantrekkingskracht van zakelijk beleggen steeds duidelijker wordt. Het verschil tussen het heffen van belasting over fictief rendement in box 3 en het belasten van werkelijke winst binnen een onderneming is voor ondernemers met een actieve strategie essentieel.
Zeker nu het wetsvoorstel voor belasting op werkelijk rendement in box 3 bij de Tweede Kamer ligt en vanaf 2028 in werking moet treden, wordt zakelijk beleggen relatief gezien alleen maar stabieler. Waar privébeleggen straks onder een nieuw, complexer regime valt, blijft de systematiek van de zakelijke winstbepaling grotendeels onaangetast.
We zien nu ook brokers die zich volledig richten op ondernemers, met transparante kosten, zakelijke functies en een dienstverlening die aansluit bij bedrijfsmatige structuren. In een markt waar veel brokers zich nog richten op particuliere beleggers, kiest Easybroker bewust voor ondernemers die zakelijk willen beleggen. Alles aan het platform is ingericht op zakelijk beleggen: van kostenstructuur tot klantenservice.
Volgens de Vereniging van Effectenbezitters is Easybroker de beste keuze voor buy-and-hold beleggers (VEB, 2024). De kosten zijn helder: geen beheerfee, maar een vaste maandelijkse bijdrage van € 25 tot € 50, afhankelijk van de complexiteit van je structuur. Daardoor behoud je volledige controle over je portefeuille, zonder dat stijgende vermogens leiden tot hogere kosten.
Easybroker Zakelijk biedt meer dan alleen toegang tot markten. Via het platform krijgen ondernemers toegang tot educatieve modules, rapportages en actuele marktinzichten die bijdragen aan beter onderbouwde beslissingen.
Meer weten over de mogelijkheden? Ontdek het hieronder.
Met beleggen kun je (een deel van) je inleg verliezen. Dit is geen beleggingsadvies.