Waarom letten beleggers niet op dit onderbelichte aandeel?
- Jelger Sparreboom

- 9 sep
- 5 minuten om te lezen
In het kort:
Meta investeert tot $72 miljard per jaar in AI-infrastructuur, met datacenters zo groot als Manhattan en de ambitie om superintelligentie te bouwen.
Ondanks een winstgroei van ruim 20% en 3,5 miljard dagelijkse gebruikers, noteert het aandeel op een p/e van 25.
De winstgevende kern (advertenties) dekt mogelijk de huidige waardering al, terwijl de AI-gok een asymmetrisch opwaarts potentieel
Meta staat in de schaduw. Terwijl Nvidia de krantenkoppen domineert als dé leverancier van chips voor kunstmatige intelligentie, bouwt Zuckerberg in stilte aan iets dat minstens zo ambitieus is: een Manhattan-groot datacenterlandschap dat de basis kan worden van kunstmatige algemene intelligentie. En toch waardeert de markt Meta met een aanzienlijke korting, alsof al die miljardeninvesteringen slechts een dure hobby zijn. Hoe kan het dat een bedrijf met 3,5 miljard dagelijkse gebruikers, een oceaan aan cashflow en een AI-ambitie die zijn gelijke niet kent, door beleggers nog steeds wordt behandeld alsof het verleden belangrijker is dan de toekomst?
Meta's gok
Om het gewicht van Meta’s gok te begrijpen, moet je naar de cijfers kijken. Het bedrijf is van plan om in 2025 tussen de 66 en 72 miljard dollar te investeren, grotendeels in AI-infrastructuur. Dat zijn bedragen die voor de meeste ondernemingen onvoorstelbaar zijn, maar voor Meta bijna vanzelfsprekend lijken. Het bedrijf draait kwartaal na kwartaal een vrije kasstroom van ruim acht miljard dollar, met een omzetgroei van meer dan twintig procent.
Omzetgroei Meta:

Deze combinatie van explosieve groei én robuuste winstgevendheid geeft Zuckerberg de vrijheid om groots te denken zonder afhankelijk te zijn van externe financiers. Waar OpenAI en Anthropic miljarden nodig hebben van Microsoft, Amazon of Google, kan Meta zichzelf financieren.
Die miljarden gaan niet naar abstracte onderzoeksprojecten alleen, maar naar fysieke structuren van bizarre proporties. Neem Hyperion in Louisiana, een datacentercomplex dat vijf gigawatt capaciteit moet bereiken; genoeg om vier miljoen huizen van stroom te voorzien.
Het terrein wordt zo groot als Manhattan. Prometheus in Ohio moet in 2026 nog eens een gigawatt toevoegen. Wie zulke fabrieken bouwt, investeert niet in een hype, maar in infrastructuur die de komende decennia de koers van de technologie kan bepalen.
Zuckerberg heeft het afgelopen jaar bovendien Meta Superintelligence Labs opgericht, met de uitgesproken ambitie om een persoonlijke superintelligentie te ontwikkelen die gebruikers helpt hun doelen te bereiken. Dit is geen chatbot die een gesprek moet nadoen, maar een poging om AGI, kunstmatige algemene intelligentie, direct in de producten van miljarden mensen te verankeren. Is er een bedrijf beter gepositioneerd om dit te doen dan degene dat al het grootste digitale publiek ter wereld bereikt?
Het binnenhalen van talent
Het meest onderschatte concurrentievoordeel van Meta is misschien wel de distributie. Llama, de open-source modellenreeks van Meta, is technisch gezien al concurrerend met de gesloten modellen van rivalen. Maar het verschil is dat Meta 3,48 miljard dagelijkse actieve gebruikers kan bedienen. Zodra een nieuw AI-product volwassen genoeg is, kan het in één klap worden uitgerold naar miljarden mensen via Facebook, Instagram, WhatsApp en Messenger. Welke start-up of zelfs grootmacht kan iets soortgelijks zeggen?
Beleg je in volatiele groeisectoren zoals tech en zoek je een stabieler fundament voor de lange termijn? Vastgoedfondsen bieden voorspelbare inkomsten en bescherming tegen inflatie. Bekijk hier het actuele overzicht van de beste Nederlandse vastgoedfondsen!
Daarbovenop komt de jacht op talent. Meta heeft tientallen onderzoekers weggehaald bij Alphabet, Apple en OpenAI, soms met contracten die in de honderden miljoenen liepen. Het haalde zwaargewichten als Alexandr Wang, de oprichter van Scale AI, en Nat Friedman, de voormalige CEO van GitHub, binnen. Natuurlijk is er frictie, enkele onderzoekers keerden snel terug naar OpenAI, anderen stapten uit onvrede op. Maar de stroom van nieuw talent laat zien dat Meta wordt gezien als een van de meest aantrekkelijke plekken om aan de voorhoede van AI te werken.
Dat talent werkt bovendien met middelen die ongeëvenaard zijn. Meta claimt dat zijn onderzoekers de hoogste hoeveelheid rekenkracht per persoon in de sector tot hun beschikking hebben. Dat is alleen mogelijk dankzij de schaal van investeringen die het bedrijf doet. Als infrastructuur inderdaad het lot bepaalt, zoals het vaak in de technologiegeschiedenis doet, dan heeft Meta de kaarten stevig in handen.
De waardering
En toch: Nvidia wordt verhandeld tegen 38 keer de winstverwachting, Meta tegen slechts 25. Nvidia krijgt een forse premie voor het leveren van de tools van de AI-revolutie, terwijl Meta een korting krijgt terwijl het de onderliggende wereld bouwt waar die tools op draaien. Waar is de logica?
Koers/winst Meta:

Een deel van het antwoord ligt in de herinnering aan de metaverse. Zuckerberg’s miljardenuitgaven aan VR-brillen en virtuele werelden worden nog steeds als een mislukte gok gezien. Maar de vergelijking gaat mank. AI is geen zijtak van de digitale consumptie, het is de kern van de volgende fase van computing. Elke grote techspeler, van Google tot Microsoft tot Amazon, jaagt hetzelfde doel na: superintelligentie. Het verschil is dat Meta tegelijk de cashflow, de schaal en het gebruikersnetwerk heeft. Het idee dat Meta een permanente ‘discount’ verdient vanwege de metaverse is een reflex, geen rationele waardering.
Kijk je naar de langere termijn, dan wordt de waardering nog intrigerender. Voor 2027 noteren de winsttaxaties een koers-winstverhouding onder de 22. Dat is historisch laag voor een techbedrijf dat mid-teen groei kan volhouden. Sterker nog, de winstverwachtingen blijven kwartaal na kwartaal stijgen, wat betekent dat het aandeel in werkelijkheid goedkoper wordt naarmate de tijd vordert.

Risico's
Geen verhaal over Meta kan compleet zijn zonder de risico’s te benoemen. Er is het voortdurende juridische gevecht met de Federal Trade Commission, dat in theorie kan leiden tot de gedwongen verkoop van Instagram of WhatsApp. Een dergelijk scenario zou rampzalig zijn: Instagram alleen al haalt in de VS naar schatting 32 miljard dollar aan advertentie-inkomsten binnen. Een gedwongen verkoop zou het hart uit Meta’s verdienmodel snijden.
Maar de kans lijkt klein, gezien recente jurisprudentie waarin Amerikaanse rechters weinig trek toonden om Big Tech daadwerkelijk op te breken.
Daarnaast zijn er de klassieke risico’s: regulering rond data en privacy, de cycliciteit van de advertentiemarkt, de grilligheid van jongere generaties die steeds nieuwe platforms zoeken. Maar kijk naar de geschiedenis: telkens wanneer Meta werd doodverklaard, of het nu ging om de opkomst van Snapchat, TikTok of strengere privacyregels wist het bedrijf zich opnieuw uit te vinden en de dreiging om te buigen in groei. Waarom zou dat dit keer anders zijn?
De asymmetrische opzet
Uiteindelijk draait het verhaal van Meta om asymmetrie. Aan de onderkant is er een extreem winstgevende kern: advertenties op Facebook, Instagram en in toenemende mate WhatsApp en Messenger. Die business rechtvaardigt de huidige waardering al, zelfs zonder de AI-droom. Aan de bovenkant ligt de mogelijkheid dat Meta erin slaagt om superintelligentie te ontwikkelen en te integreren in zijn ecosysteem.
Meta staat dus op een kruispunt. Voor veel beleggers blijft het het bedrijf dat ooit te veel betaalde voor VR-brillen. Voor anderen wordt het steeds duidelijker dat dit de onderneming is die misschien wel de grootste sprong in de technologiegeschiedenis probeert te maken en er de middelen en schaal voor heeft.





































































































































Opmerkingen