Renteverlaging FED: Dit betekent het voor de S&P 500 en beleggers
- Rens Boukema

- 4 uur geleden
- 6 minuten om te lezen
In het kort:
De markt rekent op meer dan 98 % kans dat de Federal Reserve (Fed) morgen (29 oktober) tijdens de vergadering van het Federal Open Market Committee (FOMC) de rente verlaagt.
Historische data laten zien dat veel renteverlaging‑cycli gepaard gingen met een recessie (11 van de 13 door analisten geanalyseerde cycli) en dat aandelen gemiddeld positief presteerden tijdens easing‑fases, maar niet zonder risico’s.
Voor beleggers betekent dit potentieel positief sentiment voor aandelen, maar de kwaliteit van de renteverlaging is cruciaal om valkuilen te vermijden.
Economische achtergrond en marktsentiment
De verwachtingen voor een renteverlaging door de Fed zijn sterk gestegen. Investeerders hebben de kans op een daling inmiddels hoog ingeschat, mede doordat recente cijfers wijzen op een zwakkere economische toon maar lagere inflatie dan verwacht )in september 3% in plaats van 3,1% verwacht). Onder andere mindere groei op de arbeidsmarkt en deze vroege tekenen van inflatie‑afkoeling versterken die verwachting en hoop op een verlaging. Dit creëert een setting waarin de Fed, volgens marktconsistenties, morgen dus een verdere renteverlaging in kan zetten.
De verwachting van de markt is vrijwel 100% dat er een renteverlaging komt:

Dat gezegd hebbende: een renteklap komt niet voort uit simpelweg de intentie om groei te stimuleren. Vaak is juist zwakkere groei of dreigende verslechtering van de gezondheid van de economie dé aanleiding geweest voor beleidsmakers om de rentes te versoepelen. In veel historische gevallen waren renteverlagingen de reactie op een naderende recessie in plaats van op een overheersend sterke economie, dit is precies waarom de FED zo voorzichtig omspringt met de rentes, aangezien het direct impact heeft op mensen hun levens.
Historisch gezien profiteren rentegevoelige sectoren het sterkst in de eerste maanden na een renteverlaging. Denk aan vastgoed, nutsbedrijven en technologie, waar lagere kapitaalkosten direct doorwerken in waarderingen. Tegelijkertijd kunnen banken en verzekeraars druk ervaren op hun marges door lagere rente-inkomsten.
De S&P 500 stijgt gemiddeld altijd in de twaalf maanden na de eerste verlaging van een cyclus, maar de spreiding is groot. In 2001 en 2007 bleken winsten tijdelijk, omdat de economie snel in recessie gleed. Dat benadrukt dat niet de verlaging zelf, maar het moment en de motivatie bepalend zijn voor rendement. Op de vraag rondom de recessie komen we later in dit artikel terug!
De S&P 500 en de rente in een grafiek tot 2023:

Marktverwachting en timing
Dat de markt zo sterk prijs geeft op een renteverlaging, zoals je zag 98 % kans, is op zich een sluimerend signaal voor een omslag in het monetair beleid. Het simpelweg houdt in: het monetair regime verschuift verder van ´duurder geld´ naar ´goedkoper geld´. Dat heeft gevolgen voor wisselkoersen, obligatierentes en uiteindelijk aandelenwaarden, meer geld in de markt betekent immers hogere prijzen voor ook de aandelen die de onderliggende waarde van de bedrijven vertegenwoordigd.
Omdat de markt vooruit kijkt, is de timing belangrijk: een renteverlaging morgen betekent niet alleen dat de Fed reageert, maar dat beleggers al hebben ingeprijsd wat zij denken dat zal komen. Dat creëert verwachtingen die zich in koersbewegingen kunnen manifesteren vóór het officiële besluit.
Historie van renteverlagingen en effecten op aandelen
Veelvoorkomende patronen
Gemiddeld bestond een renteverlagingscyclus uit zes verlagingen, met een Fed‑rente onder de 4 %. In het verleden presteerde de S&P 500 tijdens en na zulke cycli overwegend positief, tenzij sprake was van een diepere structurele economische crisis.
Eerdere renteverlagingen op een rij
Nr. | Eerste verlaging | Rente vóór verlaging | Aantal verlagingen | Laagste rente |
1 | 05-02-1954 | 2,00% | 2 | 1,50% |
2 | 15-11-1957 | 3,50% | 4 | 1,75% |
3 | 10-06-1960 | 4,00% | 2 | 3,00% |
4 | 13-11-1970* | 6,00% | 6 | 4,50% |
5 | 09-12-1974 | 8,00% | 7 | 5,25% |
6 | 29-05-1980* | 13,00% | 3 | 10,00% |
7 | 02-11-1981 | 13,00% | 9 | 8,50% |
8 | 21-11-1984* | 9,00% | 7 | 5,50% |
9 | 19-12-1990 | 7,00% | 7 | 3,00% |
10 | 15-10-1998 | 5,00% | 2 | 4,50% |
11 | 03-01-2001 | 6,00% | 13 | 0,75% |
12 | 17-08-2007 | 6,25% | 12 | 0,50% |
13 | 01-08-2019* | 3,00% | 5 | 0,25% |
14 | 19-09-2024* | 5,50% | 4 (tot nu toe) | 4,25% |
Gemiddelden:
Rente vóór verlaging: 6,60%
Verlaging (bps): 46
Aantal verlagingen: 6
Laagste rente: 3,77%
Om het patroon van renteverlagingen in context te plaatsen, is het essentieel te zien hoe vaak zulke cycli samenvielen met een daadwerkelijke economische neergang. Sinds 1953 kende de Amerikaanse economie meerdere periodes van krimp, waarin werkloosheid piekte en de Fed noodgedwongen de rente verlaagde om verdere schade te beperken.
De onderstaande tabel laat zien in welke kwartalen de VS officieel in recessie verkeerde, hoe lang die duurde en hoe hoog de werkloosheid opliep. Zo wordt duidelijk dat renteverlagingen zelden losstaan van bredere economische stress, maar dat niet elke versoepeling automatisch gepaard ging met een recessie.
Recessies en piekwerkloosheid in de VS (1953–2020)
Jaar van start | Periode | Piekwerkloosheid |
2019 | Q1 2020 – Q2 2020 | 15% |
2007 | Q4 2007 – Q2 2009 | 10% |
2001 | Q1 2001 – Q4 2001 | 6% |
1990 | Q2 1990 – Q1 1991 | 8% |
1981 | Q2 1981 – Q4 1982 | 11% |
1980 | Q1 1980 – Q3 1980 | 8% |
1974 | Q4 1973 – Q1 1975 | 9% |
1970 | Q4 1969 – Q4 1970 | 6% |
1960 | Q2 1960 – Q1 1961 | 7% |
1957 | Q3 1957 – Q2 1958 | 7,5% |
1954 | Q3 1953 – Q2 1954 | 6% |
Voor je context, dit is de ontwikkeling van de werkloosheid in de afgelopen 10 jaar, waarbij we zien dat we wel stijgen maar dus nog lang niet op een piek zoals eerder tijdens bijvoorbeeld Covid zitten:

De hoop is uiteraard dat deze werkloosheid beheersbaar blijft, terwijl de inflatie niet uit de hand loopt. In simpele woorden is dat hoe een recessie vermeden zal kunnen worden.
Wat beleggers kunnen meenemen
Vooruitzicht: wat morgen zou kunnen betekenen
Met de marktverwachting van een renteverlaging door de Fed morgen, is de sleutelvraag: wat wordt ingeprijsd, en hoeveel echte verrassing is er nog mogelijk? Omdat de kans al zo hoog is, geldt: veel van de positieve effecten kunnen al in de koersen zitten. Een teleurstelling zal niet per se door afwezigheid van verlaging komen, maar door signalen van de Fed die wijzen op grotere structurele zwakte.
Als de Fed verlaagt en tegelijk aangeeft dat de economie zwakker is dan gedacht, kan dat een mixed signaal zijn: renteverlaging is positief, maar de onderliggende zwakte is negatief. Dat kan een dubbel effect met zich mee brengen.
Een Amerikaanse verlaging heeft doorgaans een domino-effect op andere centrale banken. Lagere Amerikaanse rentes verzwakken de dollar, waardoor kapitaal deels terugvloeit naar opkomende markten en Europa. De Europese Centrale Bank (ECB) zal daardoor meer ruimte krijgen om haar beleid te versoepelen, wat drukt op de euro en Europese obligatierentes.
Voor Europese beleggers kan dit leiden tot lagere spaarrentes, maar gunstiger financieringsvoorwaarden in vastgoed en bedrijfsleningen. Vooral alternatieve beleggingen zoals vastgoedobligaties of private debt profiteren van deze trend.
Lees ook: Beste vastgoedfondsen in 2025
Beleids‑ en marktelementen om in de gaten te houden
Taal van het persbericht: komt het signaal uit kracht of uit zwakte?
Dot‑plot / guidance: komt er ruimte voor méér verlagingen?
Obligatiemarkt: blijven langetermijnrentes dalen of vlakken ze uit?
Aandelenmarkt-internals: breiden stijgingen zich uit buiten technologie?
Valutamarkten: zwakt de dollar verder af of stabiliseert deze?
Implicaties voor de marktpositie en risico’s
De mogelijke renteverlaging morgen door de Fed markeert een belangrijk moment. Voor de aandelenmarkt kan dit een nieuwe fase inluiden waarin goedkoper geld, hogere risicobereidheid en sectorverschuivingen elkaar versterken.
Volgens historische patronen hebben dergelijke fases gemiddeld positieve resultaten opgeleverd voor aandelen, maar de context maakt het verschil. In dit geval geldt: we bevinden ons niet in een groeifase zonder zorgen. De economie vertoont tekenen van vertraging. De hoge kans op een verlaging is al ingecalculeerd.
Voor beleggers betekent dit dat de upside mogelijk aanwezig is, maar niet gegarandeerd. De kwaliteit van de beleidsverschuiving, of deze vanuit vertrouwen of vanuit nood komt, bepaalt uiteindelijk de impact op de markt.
In een omgeving waarin de rente mogelijk daalt en kapitaal goedkoper wordt, verschuift de aandacht van beleggers steeds vaker naar alternatieven die stabiele cashflow en zekerheid bieden. Vastgoed springt daarbij in het oog: het profiteert direct van lagere financieringskosten, maar blijft tegelijk tastbaar en relatief waardevast wanneer aandelenmarkten volatiel reageren op monetair beleid.
Terwijl centrale banken de geldkraan opendraaien, neemt de zoektocht toe naar beleggingen die een vast rendement koppelen aan reële activa. Dat maakt particuliere vastgoedfinanciering opnieuw aantrekkelijk, vooral wanneer rendement en zekerheid in balans zijn.
Fortus is er voor beleggers die rechtstreeks in vastgoedprojecten willen investeren met hoge zekerheid en een aantrekkelijk vast rendement. Als investeerder ontvang je 8,5 % rendement per jaar, maandelijks uitgekeerd en gedekt door een eerste hypotheekrecht.







































































































































Opmerkingen