top of page

Gaan olieprijzen nu toch naar >$150/vat exploderen?

In het kort:

  • Op 22 juni bombardeerden de VS drie nucleaire installaties in Iran, waaronder Fordow, waarmee een nieuwe escalatiefase werd ingeluid in het conflict met Israël.

  • De aanval voedt angst voor verstoring van de mondiale olievoorziening, vooral via de Straat van Hormuz, een cruciale transportroute voor 25% van alle olie-export.

  • Een olieprijs boven $150 is alleen mogelijk bij langdurige verstoringen van de Straat van Hormuz of grootschalige sabotage van olie-infrastructuur, maar structurele afsluiting lijkt voorlopig onwaarschijnlijk.


De aanval kwam eerder dan verwacht. In de nacht van 22 juni bombardeerden de Verenigde Staten drie nucleaire locaties in Iran, waaronder het zwaar beveiligde Fordow-complex. Daarmee sloegen de VS een nieuwe fase in de al hoogoplopende spanningen tussen Iran, Israël en het Westen in. Analisten hadden gerekend op een uitgestelde beslissing na een laatste onderhandelingsronde, maar die bleek geen doorgang meer te vinden. Iran, verrast en zichtbaar aangeslagen, dreigt nu met vergelding. Daarmee is het risico op een acute verstoring van de wereldwijde olievoorziening plots een stuk realistischer geworden.


De olieprijs was al weken aan het stijgen, mede door geopolitieke risico’s en de structurele budgetbehoeften van olieproducerende landen als Saoedi-Arabië en Rusland. Maar met de Amerikaanse aanval op Fordow zijn eerdere scenario’s plots realiteit geworden. Is $150 per vat olie nu onafwendbaar?


ree

De aanval op Fordow: een rode lijn overschreden

Fordow was lang de symbolische rode lijn. De nucleaire faciliteit ligt diep onder een berg bij Qom en werd ontworpen om immuun te zijn voor conventionele aanvallen. Alleen de Amerikaanse ‘bunker-buster’ bom GBU-57 zou voldoende slagkracht hebben om het complex effectief te raken. Precies die bom werd op 22 juni ingezet, afgeworpen door stealth-bommenwerpers. Daarmee koos Washington expliciet voor escalatie, ondanks eerdere signalen van terughoudendheid.


Iran bevestigde de aanval via staatsmedia en noemde deze een “directe agressie tegen onze soevereiniteit”. Hoewel de schade aan Fordow zelf nog onduidelijk is, is het politieke effect al zichtbaar: Teheran trok zich meteen terug uit de diplomatieke besprekingen, en president Pezeshkian kondigde aan “alle opties te overwegen” voor vergelding. De kans op aanvallen op olie-infrastructuur in de Golfregio is daarmee toegenomen.


De angst voor Hormuz

De markt reageerde onmiddellijk uit angst voor een mogelijke blokkade van de Straat van Hormuz, de smalle doorgang waarlangs ruim 25% van de mondiale olie- en LNG-export loopt. Historisch gezien is Hormuz altijd het zenuwcentrum geweest van geopolitieke olieschokken. Maar hoe reëel is een daadwerkelijke afsluiting?


Volgens energie-expert Anas Alhajji is het afsluiten van Hormuz vrijwel onmogelijk. “Iran kan hooguit enkele uren verstoringen veroorzaken, maar een structurele blokkade lukt niet – het vaarwater ligt grotendeels in Omani wateren, zwaar beschermd door een internationale maritieme coalitie.” Bovendien zou Iran zichzelf daarmee economisch wurgen: 80% van de eigen importen, inclusief voedsel, komt ook via Hormuz binnen. Kortom: een tijdelijke verstoring is mogelijk, maar een langdurige sluiting is niet realistisch.


Kortstondige prijsstijging of structurele shift?

De actuele prijsreactie op de aanval wijst op een bekende reflex: geopolitieke spanningen zorgen voor een vluchtreactie in olie. Dat zagen we eerder bij de drone-aanval op Aramco in 2019 en bij het uitbreken van de oorlog in Oekraïne. Maar structurele prijsstijgingen vergen meer dan enkel paniek: het vergt langdurige verstoringen, daadwerkelijke vernietiging van capaciteit, of fundamentele verschuivingen in de aanbodzijde.


Daarvan is op dit moment nog geen sprake. Zelfs als Iran besluit olie-installaties in Saoedi-Arabië of Irak aan te vallen, kan de schade tijdelijk worden opgevangen via:

  1. Strategic Petroleum Reserves (SPR): De VS heeft nog steeds meer dan 400 miljoen vaten olie in reserve, ruim voldoende om tijdelijke schokken op te vangen.

  2. Productiecapaciteit bij OPEC+: Saoedi-Arabië en andere Golfstaten beschikken over reservecapaciteit tot 2 miljoen vaten per dag. Ook kunnen zij olie via de Rode Zee exporteren, buiten Hormuz om.

  3. Chinese voorraden: China heeft kort vóór de aanval zijn strategische voorraden Iraanse olie fors verhoogd. Zelfs bij volledig wegvallen van Iraanse export kan China maandenlang uit reserves putten.

  4. Seizoenseffecten: In de zomer stijgt binnenlands verbruik in de Golfstaten, maar zodra de koelte terugkeert, komt tot 1 miljoen vaten per dag extra beschikbaar voor export.


Politieke prikkels voor hogere prijzen

Naast geopolitiek speelt ook economisch beleid een rol. Saoedi-Arabië heeft een begroting nodig van $100+ per vat om Vision 2030, een megaproject van $1,3 biljoen, te financieren. Rusland is evenzeer afhankelijk van olie-export om zijn oorlog in Oekraïne te blijven bekostigen. Beide landen hebben dus belang bij hogere prijzen, ook zonder oorlog.


Ook in de VS zijn er prikkels. De olie-industrie schonk tientallen miljoenen aan Trumps herverkiezingscampagne. Veel analisten vermoeden dat lage olieprijzen strategisch tijdelijk worden toegestaan om inflatie te drukken, maar dat dit beleid na de verkiezingen wordt losgelaten. Een nieuwe, dovish Fed-voorzitter in 2026 zou zelfs bij hogere olieprijzen ruimte laten voor renteverlagingen, wat hogere energieprijzen politiek acceptabeler maakt.


Marktimpact bij escalatie

Mocht Iran nu daadwerkelijk regionale infrastructuur aanvallen, dan is een prijs van $150 ineens niet meer theoretisch. Bij een langdurige sluiting van Hormuz of sabotage van meerdere exportfaciliteiten in Saoedi-Arabië en Irak, zou tot 15 miljoen vaten per dag aan aanbod tijdelijk wegvallen, een historisch ongekende verstoring. Zelfs als de markt later corrigeert, zouden spotprijzen kort boven $150 kunnen pieken.


De bredere markten zouden bij zo’n escalatie zwaar reageren. De S&P500 zou volgens sommige schattingen 10 tot 20% kunnen dalen, met name in sectoren die gevoelig zijn voor inputkosten of transport. Daarentegen zouden olie- en gasbedrijven (zoals Schlumberger, APA of Devon Energy) plots hun achterblijvende koersprestaties kunnen omkeren. Vooral omdat veel van hun winstverwachtingen gebaseerd zijn op een olieprijs rond de $70, terwijl $100+ veel meer winstpotentieel biedt.


Wat als de vlam niet overslaat?

Het is even goed mogelijk dat Iran, ondanks het dreigen, terughoudend blijft. De interne economische en sociale druk is hoog, en directe escalatie kan contraproductief zijn. Daarbij is het onduidelijk of bondgenoten als Rusland en China geneigd zijn Iran te steunen bij een offensieve reactie, dat risico op bredere oorlog is aanzienlijk.


In dat scenario zou de olieprijs na de initiële piek weer terugvallen richting $80–90, geholpen door buffermechanismen. Zoals Alhajji benadrukt: “Verstoringen veroorzaken hogere prijzen – maar meestal voor een zeer korte tijd.”


De wildcard: asymmetrische dreiging

De grootste onzekerheid blijft de rol van niet-statelijke actoren. Proxies in Irak, Syrië of Jemen kunnen via goedkope drones raffinaderijen, terminals of tankers aanvallen. Die dreiging is moeilijk voorspelbaar en kan voor ongeplande verstoringen zorgen, zoals eerder bij de aanval op Aramco in 2019. Als zulke aanvallen frequent en effectief blijken, kan de markt alsnog structureel verkrappen.

 
 
 

Opmerkingen


Net binnen..

Meld je aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief!

Bedankt voor het abonneren!

Copyright © 2023 •

Alle rechten voorbehouden - Amsterdam - 0619930051

Disclaimer
Let op: Beleggen brengt risico's met zich mee. Je kan (een deel van) je inleg verliezen. Niets hier mag worden beschouwd als financieel advies.. Voor advies over je persoonlijke situatie kun je het beste een adviseur inschakelen.

  • Instagram
  • Twitter
  • LinkedIn
  • YouTube
bottom of page