2,9% inflatie: het onverwachte signaal waar slimme beleggers op zaten te wachten
- Jan Kuijpers
- 18 minuten geleden
- 4 minuten om te lezen
In het kort
Inflatie daalt verder naar 2,9%, vooral door lagere energie- en voedingsprijsstijgingen; diensteninflatie blijft hardnekkig hoog.
ECB krijgt meer ruimte voor toekomstige renteverlagingen, maar blijft voorzichtig vanwege loonstijgingen en kerninflatie.
Voor beleggers ontstaat een gunstiger klimaat, met kansen in obligaties en rentegevoelige sectoren, terwijl de aantrekkelijkheid van cash waarschijnlijk zijn piek heeft bereikt.
De inflatie in Nederland is in november 2025 opnieuw licht gedaald. Volgens de snelle raming van het CBS kwam de prijsstijging uit op 2,9 procent, tegen 3,1 procent in oktober. De neerwaartse trend past binnen het bredere Europese beeld van afkoelende inflatie. Voor beleggers is dit geen detail: inflatie vormt een van de belangrijkste krachten die de financiële markten sturen.
Inflatie verder omlaag, maar onderliggende prijsdruk blijft zichtbaar
De daling is vooral zichtbaar in energieprijzen, waar de jaarmutatie terugviel van 2,1 naar 0,9 procent. Ook voedingsmiddelen stegen minder sterk dan in eerdere maanden. Tegelijkertijd blijft de inflatie in diensten hardnekkig hoog met 4,3 procent, wat duidt op stevige loonstijgingen en structurele prijsdruk.

Bron: CBS
De Europees geharmoniseerde inflatiemaatstaf (HICP) daalde eveneens, van 3,0 naar 2,6 procent. Voor de ECB is dit de belangrijkste graadmeter en dus voor beleggers een indicator voor de toekomstige rente.
Wat zeggen deze cijfers over het toekomstige ECB-beleid?
Voor beleggers draait veel om één vraag: blijft de rente hoog of komt er verlichting in 2026?
De recente inflatiecijfers bieden de ECB wat ademruimte, maar de bank blijft voorzichtig. Drie factoren zijn daarbij cruciaal:
Dienstensectorinflatie is nog te hoog om inflatie stabiel rond 2 procent te houden.
Loonstijgingen blijven stevig en houden de kerninflatie opwaarts.
Economische groei in de eurozone vertraagt, waardoor te lang een strakke monetaire koers voeren risico’s oplevert.
Beleggers verwachten inmiddels dat de eerste renteverlagingen in de loop van 2026 mogelijk worden, mits de inflatie verder afzwakt. De huidige cijfers ondersteunen die verwachting, maar geven nog geen doorslag.
Gevolgen voor verschillende beleggingscategorieën
1. Obligaties: rendementen onder druk, maar kansen nemen toe
Een dalende inflatie en het vooruitzicht op lagere beleidsrentes zijn doorgaans gunstig voor staats- en bedrijfsobligaties.
Als de markt eerder dan de ECB een rentedaling inprijst, kunnen bestaande obligaties in waarde stijgen.
De reële rente (nominale rente minus inflatie) verbetert, waardoor obligaties aantrekkelijker worden dan in de inflatiepiekjaren.
Beleggers die eerder hoge yields hebben kunnen vastzetten, zien hun posities nu verder profiteren.
2. Aandelen: minder inflatiedruk, maar winstgroei centraal
Voor aandelen is een inflatieniveau onder de 3 procent positief:
Bedrijven krijgen meer grip op kosten, vooral nu energie- en grondstoffenprijzen stabiliseren.
Consumenten houden meer koopkracht over, wat de omzet kan ondersteunen.
Toch blijft de winstgroei bepalend. Sectoren die gevoelig zijn voor rentes (zoals technologie, vastgoed en groeibedrijven) kunnen profiteren zodra rentelasten stabiliseren of dalen.
3. Vastgoed: stabilisatie na jaren van druk
Vastgoed was een van de grootste slachtoffers van de renteverhogingen sinds 2022. Een dalende inflatie brengt perspectief:
Financieringskosten kunnen in 2026 dalen.
Huurindexaties blijven positief door eerdere inflatie, wat inkomsten ondersteunt.
De waardering van vastgoedfondsen kan herstellen als rentes dalen.
Direct én beursgenoteerd vastgoed kunnen daardoor aantrekkelijker worden.
4. Grondstoffen: minder vraag naar inflatiehedges
In de periode van hoge inflatie stegen grondstoffen en goud sterk in populariteit. Nu de inflatie normaliseert:
neemt de behoefte af aan klassieke inflatiebeschermers;
wordt de prijsontwikkeling meer afhankelijk van vraag- en aanbodfactoren in plaats van macro-economische angst.
Goud blijft een hedge tegen onzekerheid, maar minder tegen inflatie op dit moment.
5. Cash en spaarrekeningen: piek in aantrekkelijkheid bereikt
Door de hoge rente leverde cash de afgelopen jaren weer reëel rendement op. Bij dalende inflatie blijft cash relatief aantrekkelijk maar:
als de ECB in 2026 begint met renteverlagingen, dalen spaarrentes waarschijnlijk mee;
cash verliest dan opnieuw aan concurrentiekracht tegenover obligaties en sommige aandelen.
Strategische implicaties voor beleggers
Herpositioneren richting langere duratie kan interessant zijn als je rekent op dalende rentes.
Kwaliteitsbedrijven met sterke marges krijgen wind mee in een omgeving met stabiliserende inflatie.
Diversificatie blijft cruciaal: inflatie is gedaald, maar niet verdwenen, en geopolitieke risico’s blijven hoog.
Let op diensteninflatie: als die hardnekkig hoog blijft, kan dat renteverlagingen vertragen belangrijk voor rentegevoelige beleggingen.
Conclusie: inflatie daalt, markten kijken vooruit
De daling van de inflatie naar 2,9 procent is goed nieuws voor beleggers. Het haalt de druk van de ketel, verkleint de kans op nieuwe renteverhogingen en opent de deur naar mogelijk ruimere financiële omstandigheden in 2026.
Toch is het inflatiespel nog niet uitgespeeld. Vooral de hoge diensteninflatie en sterke loonstijgingen kunnen de ECB dwingen langer op de rem te staan. Voor beleggers blijft het daarom essentieel om niet alleen naar de headline-inflatie te kijken, maar vooral naar de samenstelling van de inflatie en de reactie van de ECB.
Voor particuliere beleggers betekent de lagere inflatie dat rendementskansen opnieuw verschuiven. Nu rentes hun piek lijken te hebben bereikt en de markt vooruitloopt op mogelijke versoepeling in 2026, wordt het belangrijker om kosten en efficiëntie in de portefeuille kritisch te beoordelen. Vooral bij het heralloceren richting obligaties of internationale aandelen kan de keuze voor een broker het uiteindelijke nettorendement merkbaar beïnvloeden.
MEXEM werd door Brokerskiezen.nl uitgeroepen tot beste allround broker van 2025 en biedt toegang tot wereldwijde markten tegen lage transactiekosten. De valutakosten liggen met 0,005% aanzienlijk onder de 0,25% die beleggers bij DEGIRO en SAXO Bank betalen, een verschil dat voor actieve of internationaal gespreide beleggers kan oplopen tot honderden tot duizenden euro’s per jaar. Daarmee geldt MEXEM voor veel beleggers als de meest complete keuze voor wie lage kosten en internationale spreiding belangrijk vindt.





















































