top of page

De digitale euro komt eraan – en dat kan je leven flink veranderen

In het kort:

  • De Europese Centrale Bank wil in 2029 een digitale euro invoeren om meer controle te krijgen over het Europese betaalverkeer.

  • Critici waarschuwen voor privacyrisico’s en betwijfelen of de e-euro echt nodig is, terwijl de ECB belooft dat anonimiteit en veiligheid centraal blijven staan.

  • De ontwikkeling kost naar schatting 1,3 miljard euro en past binnen een wereldwijde trend waarin centrale banken hun eigen digitale valuta ontwikkelen.


De digitale euro moet er komen, zegt de Europese Centrale Bank. Ondanks een fors prijskaartje van 1,3 miljard euro wil de ECB dat Europeanen vanaf 2029 kunnen betalen met een nieuwe elektronische munt: de zogeheten e-euro. Daarmee wil de bank niet alleen mee met de tijd, maar vooral meer grip krijgen op het Europese betaalverkeer, dat steeds meer in handen komt van commerciële en niet-Europese partijen.


De digitale euro als antwoord op veranderende macht in het betalingsverkeer

De Europese Centrale Bank werkt al sinds 2020 aan het idee van een digitale euro. De opkomst van fintechbedrijven, cryptovaluta en vooral Amerikaanse stablecoins zorgt ervoor dat een groot deel van de digitale betalingen buiten het zicht van Europese toezichthouders plaatsvindt. Betaalplatformen als PayPal, Apple Pay en zelfs cryptoprojecten als USDC of Tether hebben inmiddels een stevige positie in het dagelijks betalingsverkeer.


Voor de ECB is dat een risico. Als consumenten en bedrijven massaal overstappen op niet-Europese betaalmiddelen, verliest de Europese Unie controle over haar eigen financiële infrastructuur. De digitale euro moet die afhankelijkheid tegengaan. Het is een door de ECB uitgegeven munt die, net als contant geld, volledig wordt gedekt door de centrale bank.


In de praktijk betekent dat dat Europeanen straks naast hun bestaande bankrekening ook een digitale portemonnee kunnen hebben waarin e-euro’s staan. Deze kunnen worden gebruikt voor betalingen in winkels, online aankopen of zelfs directe overschrijvingen tussen burgers, zonder dat daar een commerciële bank of buitenlandse betaaldienst tussen zit.


Invoering gepland voor 2029, test in 2027

Volgens de huidige planning wil de ECB de digitale euro in 2029 invoeren. Daarvoor is nog een lange weg te gaan. De komende jaren worden gebruikt om de techniek te ontwikkelen en te testen. In 2027 staat een eerste grote proef gepland waarin de werking van het systeem in de praktijk wordt getest.


De ECB werkt hiervoor samen met banken, winkeliers en betalingsverwerkers om ervoor te zorgen dat de e-euro naadloos aansluit op bestaande betaalstructuren. Ook consumenten worden betrokken bij het proces, om te onderzoeken hoe zij de digitale munt in het dagelijks leven zouden gebruiken.


Toch is de invoering nog niet zeker. Het Europees Parlement en de lidstaten moeten het plan volgend jaar goedkeuren. Als dat proces vertraging oploopt, kan de lancering na 2029 worden doorgeschoven. En mocht de politieke weerstand te groot zijn, dan kan het hele project zelfs worden stopgezet.


Kritiek en zorgen over privacy

Niet iedereen is enthousiast over de digitale euro. Vooral rechtse partijen en privacyorganisaties waarschuwen voor de mogelijke risico’s. Hun grootste zorg is dat de overheid of de ECB te veel inzicht krijgt in het betaalgedrag van burgers. Waar contant geld volledige anonimiteit biedt, laat digitaal betalen altijd een spoor van data achter.


Critici vrezen dat de digitale euro kan worden gebruikt om uitgaven te monitoren of zelfs te beperken, bijvoorbeeld in het kader van fiscale controle of klimaatbeleid. De ECB benadrukt echter dat privacy een kernonderdeel van het project is. Transacties zouden grotendeels anoniem moeten blijven, vergelijkbaar met contante betalingen, maar tegelijkertijd moet het systeem fraude en witwassen kunnen tegengaan.


Ook economen plaatsen kanttekeningen. Sommigen vragen zich af welk concreet probleem de digitale munt oplost, aangezien het Europese betaalsysteem met SEPA en contactloze betalingen al efficiënt en veilig functioneert. Anderen waarschuwen dat de invoering van de e-euro commerciële banken onder druk kan zetten, omdat spaarders mogelijk massaal hun tegoeden bij de centrale bank willen stallen, wat het bancaire systeem zou kunnen verzwakken.


De prijs van innovatie

De ECB schat dat de ontwikkeling en invoering van de digitale euro in totaal ongeveer 1,3 miljard euro gaat kosten. Dat bedrag omvat de bouw van de technische infrastructuur, de samenwerking met banken en bedrijven, en de grootschalige testfase. Daarbovenop komen jaarlijks nog eens 320 miljoen euro aan onderhouds- en beheerkosten zodra de munt is ingevoerd.


Critici vinden dat een fors bedrag, zeker gezien de onzekerheid over het nut van het project. Toch ziet de ECB het als een noodzakelijke investering in de toekomst van het Europese financiële systeem. Net als bij de komst van de euro in 2002 gaat het volgens de bank niet alleen om gemak, maar om strategische onafhankelijkheid en vertrouwen in de Europese munt.


Een digitale toekomst met Europese controle

De digitale euro staat symbool voor een bredere trend: de digitalisering van geld. Overal ter wereld werken centrale banken aan hun eigen digitale valuta. China is al vergevorderd met de digitale yuan, en ook de Verenigde Staten onderzoeken de mogelijkheden van een digitale dollar. Europa wil niet achterblijven in die technologische wedloop.


Of de digitale euro daadwerkelijk in 2029 beschikbaar is, zal afhangen van politieke steun, technologische vooruitgang en maatschappelijk draagvlak. Maar één ding is zeker: de manier waarop Europeanen betalen, sparen en geld bewaren, zal de komende jaren waarschijnlijk ingrijpend veranderen.


De komst van de digitale euro laat zien hoe snel geld en betaalverkeer veranderen. Waar de beurs vooral draait om rendement en volatiliteit, richt de ECB zich op stabiliteit, controle en toekomstbestendigheid. Ook beleggers zoeken steeds vaker die balans tussen groei en zekerheid — en vinden die soms buiten de beurs. Vastgoedbeleggingen vormen bijvoorbeeld een tastbaar alternatief dat niet meebeweegt met dagelijkse marktfluctuaties.


Het SynVest Dutch RealEstate Fund biedt die stabiliteit door te investeren in Nederlands vastgoed, met een focus op supermarkten en zorgcentra — sectoren die bestand zijn tegen economische schommelingen. Het fonds behaalde de afgelopen jaren een gemiddeld rendement van 8,6% per jaar, waarvan 6% maandelijks wordt uitgekeerd.


Vraag nu de gratis brochure aan en ontdek vrijblijvend of dit vastgoedfonds past bij jouw beleggingsdoelen.



 
 
 

Opmerkingen


Net binnen..

Meld je aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief!

Bedankt voor het abonneren!

Copyright © 2023 •

Alle rechten voorbehouden - Amsterdam - 0619930051

Disclaimer
Let op: Beleggen brengt risico's met zich mee. Je kan (een deel van) je inleg verliezen. Niets hier mag worden beschouwd als financieel advies.. Voor advies over je persoonlijke situatie kun je het beste een adviseur inschakelen.

  • Instagram
  • Twitter
  • LinkedIn
  • YouTube
bottom of page