Dit pensioenfonds wil vóór 2050 klimaatneutraal zijn: gevolgen voor jouw pensioen?
- Jelger Sparreboom
- 3 uur geleden
- 5 minuten om te lezen
In het kort:
Het pensioenfonds ABP weegt duurzaamheid mee in beleggingsbeslissingen, naast rendement en risico.
ABP hanteert de doelstelling om voor 2050 volledig klimaatneutraal te zijn.
Het fonds is met meer dan € 500 miljard aan vermogen een van de grootste pensioenfondsen ter wereld.
ABP presenteert zijn beleggingsbeleid als een vanzelfsprekende uitwerking van één centrale missie: een goed pensioen in een leefbare wereld. Die formulering klinkt breed gedragen, maar verhult hoe diep en concreet die missie ingrijpt in de dagelijkse beleggingspraktijk. Met meer dan vijfhonderd miljard euro aan vermogen en ruim drie miljoen deelnemers is ABP een gigantische speler. De keuzes die het fonds maakt over wat wel en niet belegbaar is, bepalen het rendement waarop miljoenen Nederlanders later zijn aangewezen.
De basis van het herziende beleid ligt vastgesteld in vier beleggingsovertuigingen. ABP beoordeelt iedere belegging via een gelijkwaardig beoordelingskader: risico, rendement, kosten en duurzaamheid.
"Onze deelnemers hebben baat bij een evenwichtige afweging bij het nemen van beleggingsbeslissingen. Dit doen wij door iedere belegging op vier criteria te beoordelen: risico, rendement, kosten en duurzaamheid" - Beleggingsovertuigingen ABP
Daarmee is duurzaamheid geen extra toets achteraf, maar een structureel beslissingscriterium. Waardecreatie wordt bovendien expliciet breder gedefinieerd dan financiële opbrengst alleen. Maatschappelijke waarde telt mee. Dat uitgangspunt verschuift het klassieke doel van een pensioenfonds. Financiële optimalisatie is belangrijk, maar niet doorslaggevend wanneer zij botst met klimaatdoelen of governanceprincipes.
"Waar we spreken over waardecreatie doelen we op waarde in brede zin en dus niet alleen op financiële maar ook maatschappelijke waarde"
Die overtuiging vertaalt zich in harde en meetbare doelstellingen. ABP heeft vastgelegd dat de CO₂-uitstoot van de volledige beleggingsportefeuille in 2030 met vijftig procent moet zijn verminderd ten opzichte van 2019. Het gaat om absolute emissies, inclusief scope 1, 2 en 3, over de volledige waardeketen. Deze doelstelling geldt voor alle beleggingscategorieën en vormt een randvoorwaarde bij iedere allocatiebeslissing. In 2050 moet de portefeuille netto klimaatneutraal zijn. Dat betekent dat niet alleen wordt gekeken naar hoe groen een bedrijf vandaag is, maar vooral naar de vraag of het bedrijfsmodel past binnen een economie die structureel minder uitstoot.

Om deze doelen te halen, heeft ABP het beleggingsuniversum bewust ingeperkt. In het aandelenbeleid werkt het fonds met een eigen samengestelde index van bedrijven die voldoen aan minimumcriteria op vier thema’s: klimaat, natuur en biodiversiteit, mensenrechten en goed en ethisch bestuur. Bedrijven moeten aantoonbaar rapporteren over hun uitstoot, reductiedoelen hebben die in lijn liggen met het Akkoord van Parijs en beleid voeren dat ernstige controverses voorkomt. Sectoren met een hoge klimaatimpact worden alleen toegelaten onder strikte voorwaarden. Producenten van fossiele brandstoffen, bedrijven die kolenactiviteiten uitbreiden en ondernemingen die betrokken zijn bij ernstige klimaatgerelateerde incidenten zijn niet belegbaar.
Hetzelfde normatieve kader geldt voor natuur en biodiversiteit, mensenrechten en governance. Ondernemingen met een hoog risico op ontbossing, structurele schade aan ecosystemen of dierenwelzijn moeten aantoonbare maatregelen nemen. Bedrijven die tabak produceren, betrokken zijn bij controversiële of nucleaire wapens, gokactiviteiten exploiteren of private gevangenissen runnen, vallen volledig buiten de portefeuille. Goed bestuur fungeert als aanvullende filter. Ondernemingen zonder degelijk beloningsbeleid, verantwoord belastingbeleid of effectieve anticorruptiemaatregelen worden uitgesloten.
Deze criteria worden niet gezien als eindpunt. ABP spreekt expliciet van een proces van voortdurende aanscherping, waarbij eisen strenger worden naarmate data verbetert.
Dat beleid heeft zichtbare gevolgen. ABP stapte de afgelopen periode uit een groot aantal prominente beursnamen. Het fonds verkocht in het derde kwartaal van 2024 zijn volledige belangen in Alphabet, het moederbedrijf van Google, en in Meta, het bedrijf achter Facebook, Instagram en WhatsApp. Samen ging het om ongeveer vijf miljard euro. Volgens ABP voldeden deze bedrijven niet langer aan de criteria voor goed bestuur. Wat daar precies aan schortte, maakte het fonds niet concreet.
Koersontwikkeling Alphabet en Meta sinds 3e kwartaal 2024:

Pensioenfondsen beleggen daarbij op een uitzonderlijk lange termijn en maken keuzes op basis van de samenstelling van de totale portefeuille. Het afstoten van individuele bedrijven die daarna fors in koers stijgen, is op zichzelf geen bewijs van slecht beleggingsbeleid, maar een gevolg van strategische afwegingen die verder reiken dan kortetermijnrendement.
Tegelijkertijd zijn Alphabet en Meta geen willekeurige aandelen, maar kernleden van de zogeheten Magnificent Seven, een kleine groep technologiebedrijven die het rendement van wereldwijde aandelenmarkten de afgelopen decennia in hoge mate hebben bepaald. Dat plaatst de keuze om deze belangen volledig af te bouwen in een opvallend licht.
De verkopen maakten deel uit van een bredere herziening van de aandelenstrategie, waarbij ABP afstapt van actief beleggen in individuele bedrijven en overstapt op een zelf samengestelde index die uitsluitend bedrijven bevat die voldoen aan het normatieve kader. In februari 2025 meldde NOS dat ABP al uit zo'n 900 andere bedrijven was gestapt vanwege de gewijzigde beleggingsstrategie.
Tegelijkertijd benadrukt het fonds dat uitsluiting niet per definitie permanent is. Bedrijven kunnen in theorie terugkeren wanneer zij weer aan de criteria voldoen. Ook betekent dit beleid niet dat ABP zich terugtrekt uit Amerikaanse technologie als geheel. Beleggingen in bedrijven als Apple en Nvidia werden juist opgevoerd, waardoor het totale bedrag aan Amerikaanse large-cap tech in de portefeuille nauwelijks veranderde.
Parallel aan deze uitsluitingen stuurt ABP actief kapitaal richting duurzame en maatschappelijke investeringen. Het fonds heeft zich vastgelegd op minimaal dertig miljard euro aan investeringen in de energietransitie en biodiversiteit, waarvan € 10 miljard als impactbelegging wordt aangemerkt. Deze investeringen moeten naast rendement opleveren, maar ook meetbare maatschappelijke effecten hebben. Ze bevinden zich vaak in betaalbare woningen, private markten en innovatie. Dat zijn categorieën met een ander risicoprofiel dan standaard belegging: minder liquide, moeilijker te waarderen en gevoeliger voor beleidswijzigingen en politieke keuzes.

Voor deelnemers vertaalt dit beleid zich niet in een zichtbare kostenpost. Er bestaat geen aparte duurzaamheidsbijdrage en de beheerkosten liggen in lijn met die van andere grote pensioenfondsen. De vraag wat het duurzaamheidbeleid kost, laat zich daarom niet beantwoorden met een simpele euroregel op het pensioenoverzicht. Het effect zit in de structuur van de portefeuille. Door sectoren en bedrijven structureel uit te sluiten en kapitaal te verschuiven naar investeringen die passen binnen klimaat- en maatschappelijke doelstellingen, verandert het verwachte rendementspad over de volledige looptijd van de pensioenopbouw. Het gaat om gemiste alternatieven, andere risico’s en een portefeuille die bewust afwijkt van een neutrale beleggingsstrategie.
ABP stelt dat verantwoord beleggen en het verduurzamen van de portefeuille niet ten koste gaan van het rendement-risicoprofiel. Tegelijkertijd maakt het fonds duidelijk dat financiële optimalisatie niet het enige doel is. Maatschappelijke impact is expliciet onderdeel van de afweging. Daarmee accepteert het fonds dat beleggingen met een hoger verwacht financieel rendement kunnen worden verworpen wanneer zij niet passen binnen het aangescherpte normatieve kader.
Deze keuzes worden collectief genomen en werken door in de pensioenen van miljoenen deelnemers. Het debat over de kosten van het duurzaamheidbeleid van ABP draait daarom niet om verspilling of directe lasten, maar om prioritering binnen het beleggingsbeleid. Het fonds zet zijn kapitaal doelbewust in binnen een normatief kader, waarin klimaat, natuur en governance expliciete randvoorwaarden vormen voor allocatiebeslissingen.
Die benadering kent duidelijke voordelen. Investeringen in betaalbare woningen leveren stabiele kasstromen en dragen bij aan het opvangen van structurele woningtekorten. Investeringen in de energietransitie verkleinen mogelijk langetermijnrisico’s die samenhangen met klimaatverandering en regelgeving. Tegelijkertijd verlegt deze strategie het zwaartepunt van de beleggingsafweging. Financieel rendement blijft een centrale doelstelling, maar wordt nadrukkelijk gewogen naast maatschappelijke effecten en systeemrisico’s.





















































