Beginnende belegger? Zo kies je tussen aandelen en obligaties op lange termijn
- Mika Beumer
- 2 uur geleden
- 4 minuten om te lezen
In het kort
Historisch gezien leverden aandelen gemiddeld 10,3% per jaar op, terwijl lange bedrijfsobligaties 6,2% gaven.
Obligaties bieden doorgaans stabielere inkomstenstromen, maar aandelen hebben op de lange termijn een hoger groeipotentieel.
Een gespreide portefeuille met zowel aandelen als obligaties kan de risico-rendementsverhouding verbeteren.
De fundamenten van langetermijnbeleggen
Langetermijnbeleggen draait om het aankopen van activa met de intentie deze voor meerdere jaren aan te houden, vaak tussen de 5 en 10 jaar of zelfs langer. Het uitgangspunt is dat marktschommelingen op korte termijn minder relevant zijn dan de structurele groei van de waarde van de beleggingen. Beleggers die voor deze strategie kiezen, zijn bereid meer volatiliteit te accepteren in ruil voor hogere rendementen op termijn.
Een belangrijke misvatting is dat een lange beleggingshorizon betekent dat het volledige vermogen permanent in risicovolle activa moet blijven. Naarmate een doel, zoals pensioen, dichterbij komt, kiezen veel beleggers voor een geleidelijke verschuiving naar minder risicovolle beleggingen zoals investment-grade obligaties of staatsobligaties. Deze aanpak vermindert de kans op forse waardedalingen vlak voor het moment dat het kapitaal nodig is.
Een groot voordeel van een langetermijnstrategie is het rente-op-rente effect. Door opbrengsten zoals dividenden en rente opnieuw te investeren, groeit het vermogen versneld. Bovendien leidt minder actief handelen tot lagere transactiekosten en, in sommige landen, tot belastingvoordelen op lange termijn.
Rente-op-rente effect bij €100 maandelijkse investering over 10 jaar

Aandelen versus obligaties binnen een portefeuille
Aandelen vertegenwoordigen eigendom in een onderneming. De waarde kan toenemen door koersstijgingen en dividenduitkeringen. Obligaties daarentegen zijn leningen aan bedrijven of overheden die doorgaans een vaste rente (coupon) uitkeren. Ze hebben geen stemrecht en hebben in geval van faillissement een hogere prioriteit bij uitbetaling dan aandeelhouders.
Belangrijkste verschillen tussen obligaties en aandelen

Historisch gezien hebben aandelen hogere gemiddelde rendementen opgeleverd dan obligaties, maar daar staat een hoger risico tegenover. Sinds 1926 leverden large-cap aandelen gemiddeld 10,3% per jaar op, terwijl lange bedrijfsobligaties 6,2% per jaar gaven. In de afgelopen 20 jaar is dit verschil kleiner geworden: aandelen brachten gemiddeld 7,47% op en lange bedrijfsobligaties 7,96%. Dit werd mede veroorzaakt door dalende rentevoeten, die obligatiekoersen opjoegen.
Beide beleggingsvormen hebben hun eigen risicoprofiel. Aandelen zijn gevoelig voor zowel bedrijfsspecifieke risico’s, zoals concurrentiedruk of reputatieschade, als bredere marktinvloeden, zoals recessies of geopolitieke spanningen. Obligaties lopen minder direct koersrisico op basis van bedrijfsresultaten, maar zijn wel gevoelig voor renteveranderingen. Stijgende rentes drukken doorgaans de waarde van bestaande obligaties.
Het combineren van beide kan voordelen bieden. In onrustige beursperiodes verschuiven beleggers vaak naar obligaties, waardoor hun waarde stijgt terwijl aandelenkoersen dalen. Deze omgekeerde correlatie draagt bij aan stabiliteit in de portefeuille.
Beleggingsstrategieën voor de lange termijn
Een van de bekendste en meest effectieve methoden voor langetermijnbeleggen is de buy-and-hold strategie. Hierbij wordt een belegging aangekocht en voor jaren vastgehouden, ongeacht tussentijdse marktbewegingen. Dit voorkomt emotioneel handelen op basis van tijdelijke schommelingen en geeft beleggingen de tijd om hun waarde te ontwikkelen.
Voor beleggers die naast volatielere aandelenposities zoeken naar stabielere langetermijnopties, bieden vastgoedfondsen een solide aanvulling. Ontdek hier het actuele overzicht van de beste Nederlandse vastgoedfondsen!
Daarnaast zijn er specifieke stijlen zoals growth investing, waarbij beleggers inzetten op bedrijven met sterke omzetgroei en expansiepotentieel, vaak in opkomende sectoren. Deze aandelen kennen meer volatiliteit, maar kunnen op termijn forse waardestijgingen opleveren. Aan de andere kant staat value investing, dat zich richt op ondergewaardeerde aandelen waarvan de marktprijs lager ligt dan de intrinsieke waarde.
Dollar-cost averaging (DCA) is een andere langetermijntechniek. Hierbij investeert men periodiek een vast bedrag, ongeacht de marktomstandigheden. Dit verlaagt het risico om op een ongunstig moment in te stappen en spreidt het aankooprisico over de tijd. Het effect is dat beleggers meer aandelen of obligaties kopen wanneer de prijzen laag zijn en minder wanneer deze hoog zijn.
Dollar-cost averaging uitgelegd in een notendop

Dividend investing richt zich op aandelen die regelmatig winst uitkeren. Door deze dividenden te herinvesteren, ontstaat een sneeuwbaleffect dat de totale waarde op termijn aanzienlijk kan vergroten. Vooral defensieve sectoren zoals nutsbedrijven en consumentengoederen bieden vaak stabiele dividendrendementen.
Risico’s en kansen in veranderende markten
Hoewel obligaties als veiliger worden beschouwd, zijn ze niet zonder risico. Bedrijfsobligaties met lage kredietwaardigheid, zogenaamde high-yield of junk bonds, bieden hogere rente maar lopen meer kans op wanbetaling. Staatsobligaties van sterke economieën zoals de VS kennen bijna geen default-risico, maar verliezen in waarde wanneer de rente stijgt.
Aandelen daarentegen bieden het potentieel voor forse winsten, maar ook voor aanzienlijke verliezen. Bedrijfsspecifieke problemen, zoals productveroudering of slecht management, kunnen de koers hard treffen. Ook mondiale gebeurtenissen zoals economische crises of pandemieën hebben een directe impact op aandelenmarkten.
De sleutel tot succes ligt in spreiding. Door te investeren in verschillende sectoren, regio’s en beleggingsklassen, kan een portefeuille beter bestand zijn tegen onverwachte marktbewegingen. Obligaties kunnen als stabiliserende factor dienen, terwijl aandelen zorgen voor groei. In combinatie kunnen ze een robuuste basis vormen voor vermogensopbouw op lange termijn.
Een doordachte balans tussen risico en rendement, afgestemd op persoonlijke doelen en risicotolerantie, blijft essentieel. Marktcycli, rentebewegingen en economische trends zullen altijd blijven wisselen, maar beleggers met een lange adem en een gedisciplineerde strategie vergroten hun kans op duurzame vermogensgroei.