Huizenprijzen in Nederland bijna op recordniveau

In het kort:

In maart 2024 waren de huizenprijzen ruim 5 procent hoger dan het jaar ervoor, waarbij de doorsnee verkoopprijs nog maar net onder de piek van juli 2022 lag.
De verkoopprijzen van bestaande koopwoningen lagen in maart 5,4 procent hoger dan een jaar eerder en 0,7 procent hoger dan in februari. Sinds juli 2022 tot juni 2023 daalden de huizenprijzen, maar sindsdien zijn ze weer gestegen. Momenteel liggen de prijzen slechts 0,2 procent onder de piek van medio 2022.
Ondanks de prijsstijging liet de huizenkoper zich niet weerhouden: in maart 2024 zijn ruim 16 duizend woningen van eigenaar gewisseld, bijna 5 procent meer dan in dezelfde maand een jaar eerder.

De huizenprijzen in Nederland hebben in maart 2024 een niveau bereikt dat bijna overeenkomt met het record van juli 2022. In vergelijking met het voorgaande jaar waren de prijzen in maart ruim 5 procent hoger. Dit blijkt uit nieuwe cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en het Kadaster.

Voor de gemiddelde koopwoning werd in 2016 minder dan 250 duizend euro betaald. Sindsdien zijn de prijzen flink gestegen, met tot nu toe een piek in de zomer van vorig jaar, toen het gemiddelde huis voor bijna 450 duizend euro werd verkocht. Hoewel de doorsnee verkoopprijs in het eerste kwartaal van 2024 iets lager was dan in het voorgaande kwartaal, daalde deze van 434 duizend euro naar 432 duizend euro. In het eerste kwartaal van het jaar liggen de verkoopprijzen vaker iets lager dan in de maanden daarvoor.

De gemiddelde verkoopprijs kan per regio enorm verschillen. De meest actuele cijfers over de huizenmarkt worden gepubliceerd door de Nederlandse Vereniging van Makelaars (NVM). Elk kwartaal stelt de NVM een overzicht samen van alle woningen waarvoor een verkoopovereenkomst is gesloten, met medewerking van een NVM-makelaar.

De grootste stijgers en dalers

Waar stegen de prijzen het meest? Waar is de prijs van een huis het hoogst? En in welke regio’s daalt de woningprijs nog? Hieronder hebben we de duurste en goedkoopste regio’s van Nederland voor huizenkopers weergegeven.

Duurste woningen

Agglomeratie Haarlem: € 576.000
Het Gooi en Vechtstreek: € 568.000
Groot-Amsterdam: € 525.000

Goedkoopste woningen

Oost-Groningen: € 281.000
Delfzijl en omgeving: € 297.000
Zeeuwsch-Vlaanderen: € 298.000

De regio’s waar de gemiddelde verkoopprijs van bestaande koopwoningen in het vierde kwartaal van 2023 het meest of juist minst gestegen is ten opzichte van een jaar eerder.

Meest gestegen

Delfzijl en omgeving: 17,9%
Noord-Drenthe: 16,4%
IJmond: 15,3%

Minst gestegen

Zeeuwsch-Vlaanderen: 0,7%
Overig Zeeland: 4,6%
Overig Groningen: 5,7%

Gemeenten

In drie Nederlandse gemeenten werd vorig jaar voor een koopwoning gemiddeld ruim een miljoen betaald: Bloemendaal, Blaricum en het Noord-Hollandse Laren. Daartegenover staan Pekela, Kerkrade en Heerlen, de enige drie Nederlandse gemeenten waar de gemiddelde verkoopprijs van een bestaande koopwoning in 2023 onder de 2,5 ton lag. Dat blijkt uit cijfers van het CBS en het Kadaster.

Van de tien gemeenten met de hoogste gemiddelde transactieprijs liggen er acht in Noord-Holland. De laagste verkoopprijzen komen voor in Groningen (vijf van de tien gemeenten met de laagste prijzen) en Limburg (vier gemeenten). In de gemeente Pekela, waar in 2022 ook al de verkoopprijzen het laagst waren, is de gemiddelde prijs in een jaar tijd gedaald van 231 duizend euro naar 216 duizend euro.

De Nederlandse Vereniging van Makelaars (NVM) meldde eerder al een prijsstijging van 9,1 procent in het eerste kwartaal van 2024. De NVM-gegevens gaan alleen over door NVM-Makelaars verkochte huizen, maar zijn wel actueler. Het CBS en het Kadaster verwerken de prijzen zodra de koopovereenkomst is geregistreerd, enkele maanden na de daadwerkelijke verkoop.