Beleggers opgelet: dit verandert in 2026 aan je belasting over vermogen
- Michiel V
- 3 uur geleden
- 4 minuten om te lezen
In het kort:
In 2026 daalt het heffingsvrije vermogen in box 3 naar 51.396 euro per persoon en 102.792 euro voor fiscale partners.
De Belastingdienst rekent met een fictief rendement, dat in 2026 vooral voor beleggingen stijgt naar 7,78 procent, wat kan leiden tot een hogere belastingdruk.
De peildatum is 1 januari 2026, het moment waarop de Belastingdienst je vermogen vaststelt; een goede voorbereiding kan helpen om verrassingen te voorkomen.
Vanaf 2026 verandert er weer het nodige in box 3, de belasting op vermogen. Waar de afgelopen jaren het heffingsvrije vermogen langzaam opliep, wordt die lijn nu plotseling doorbroken. Voor het eerst in lange tijd gaat het bedrag dat je belastingvrij mag sparen omlaag. En dat heeft gevolgen voor miljoenen Nederlanders.
De peildatum: 1 januari 2026
De Belastingdienst kijkt ieder jaar naar je vermogen op één vaste dag: 1 januari. Dat is het officiële peilmoment waarop wordt bepaald hoeveel belasting je over je spaargeld en beleggingen moet betalen. Voor de aangifte die je in 2027 doet, kijkt de fiscus dus naar je saldo op 1 januari 2026. Wie slim plant, kan rond dat moment nog wat schuiven met spaargeld of investeringen om binnen het heffingsvrije bedrag te blijven, maar let op; hier zijn strenge regels en richtlijnen voor.
Hoeveel mag je belastingvrij sparen in 2026?
Tot 2025 steeg het heffingsvrije vermogen gestaag. In 2024 kon je nog 57.000 euro belastingvrij sparen, of 114.000 euro als fiscaal partner. In 2025 ging dat licht omhoog naar 57.684 euro per persoon en 115.638 euro voor partners. Maar in 2026 wordt dat bedrag fors verlaagd: naar 51.396 euro voor alleenstaanden en 102.792 euro voor fiscale partners.
Dat betekent dat meer mensen belasting gaan betalen over hun spaargeld of beleggingen. Het tarief in box 3 blijft 36 procent, maar omdat de vrijstelling lager wordt, val je eerder in de categorie waarover belasting wordt geheven.
Hoe werkt dat precies?
Stel dat je op 1 januari 2026 honderdduizend euro op je spaarrekening hebt staan en geen fiscaal partner hebt. Dan is 51.396 euro belastingvrij. Over de resterende 48.604 euro betaal je belasting. Je betaalt niet over het hele bedrag, maar over het zogeheten fictieve rendement dat de Belastingdienst toerekent aan jouw vermogen.
Wat is fictief rendement?
In box 3 gaat de Belastingdienst ervan uit dat je een bepaald percentage rendement behaalt, ook als je spaargeld niet of nauwelijks rente oplevert. Dat heet het fictieve rendement. Het verschilt per type vermogen:
Voor spaar- en banktegoeden (zoals deposito’s) ligt het fictieve rendement in 2025 op 1,44 procent.
Voor beleggingen en overige bezittingen is dat 5,88 procent, en stijgt in 2026 naar 7,78 procent.
Voor schulden geldt juist een negatief rendement, waardoor ze aftrekbaar zijn (ongeveer 2,6 procent).
De percentages voor 2026 zijn nog niet allemaal bekend, maar het is duidelijk dat met name beleggers meer belasting gaan betalen door het hogere fictieve rendement.
Stel dat je op 1 januari 2026 in totaal 100.000 euro spaargeld hebt en geen fiscaal partner. Het heffingsvrije vermogen is 51.396 euro, dus je betaalt alleen belasting over het bedrag daarboven: 48.604 euro.
Voor spaargeld gebruikt de Belastingdienst het fictieve rendement, dat in 2025 op 1,44 procent lag. Aangenomen dat dit percentage in 2026 ongeveer gelijk blijft, rekent de Belastingdienst alsof jij 1,44 procent rendement behaalt op dat belastbare vermogen. 1,44 procent van 48.604 euro is ongeveer 700 euro aan fictief rendement. Over dat bedrag betaal je vervolgens 36 procent belasting in box 3. Dat komt neer op ongeveer 252 euro belasting over je spaargeld.
Met andere woorden: ook al heb je in werkelijkheid nauwelijks rente ontvangen, de Belastingdienst doet alsof je dat rendement hebt behaald en heft daarover belasting.
Bij beleggingen valt de belasting doorgaans hoger uit, omdat het fictieve rendement voor die categorie in 2026 stijgt naar 7,78 procent. Stel dat diezelfde 100.000 euro volledig uit beleggingen bestaat, dan rekent de Belastingdienst met 7.780 euro fictief rendement. Daarover betaal je opnieuw 36 procent, oftewel ongeveer 2.800 euro belasting.
De tegenbewijsregeling: terugkrijgen wat te veel is betaald
Er is ook goed nieuws. Als je in werkelijkheid minder rendement hebt behaald dan de Belastingdienst veronderstelt, kun je gebruikmaken van de tegenbewijsregeling. Je toont dan aan hoeveel je écht hebt verdiend met je spaargeld of beleggingen, en krijgt mogelijk een deel van de belasting terug. Dit kan vooral gunstig zijn voor spaarders die nauwelijks rente ontvangen.
Niet verwarren met zakelijk vermogen
Het vermogen in box 3 geldt alleen voor privépersonen. Ondernemers betalen geen vermogensbelasting over geld dat in hun bedrijf zit, omdat dat onder box 1 valt. De Belastingdienst kijkt daarbij naar de bestemming van het vermogen: staat het op een zakelijke rekening of is het onderdeel van je persoonlijke spaargeld?
En hoe zit het met contant geld?
Ook contant geld in huis telt mee voor box 3, al geldt hier een kleine vrijstelling. Wie minder dan ongeveer 1.000 euro aan contant geld heeft, hoeft dit niet op te geven. Kom je daarboven, dan moet het worden meegenomen in je totale vermogen. Het exacte bedrag voor 2026 wordt nog vastgesteld, maar grote verschillen met de huidige grens worden niet verwacht.
Kortom: tijd om vooruit te plannen
Met de verlaging van het heffingsvrije vermogen in 2026 is het belangrijker dan ooit om je financiën goed op orde te hebben. Wie veel spaargeld heeft, betaalt straks eerder belasting, zeker als de fictieve rendementen verder stijgen. De peildatum van 1 januari 2026 is daarom cruciaal. Door nu al te kijken naar de verdeling van spaargeld, beleggingen en schulden, kun je voorkomen dat je onnodig veel afdraagt in box 3.
Het is daarom verstandig om op tijd inzicht te krijgen in je totale vermogen en hoe dat verdeeld is over spaargeld, beleggingen en eventuele schulden. Zo weet je wat de fiscale gevolgen zijn zodra 1 januari 2026 aanbreekt, de datum waarop de Belastingdienst je vermogenspositie vaststelt. De overheid controleert dit nauwkeurig, dus het is belangrijk om correcte en actuele gegevens op te geven. Door je financiële situatie vooraf goed te plannen en waar nodig advies in te winnen, voorkom je onaangename verrassingen bij de belastingaangifte in 2027.





















































