top of page

Dit aandeel keldert -52%, toch ben ik enthousiast

In het kort:

  • De koers van Adobe is gehalveerd sinds de piek, maar het bedrijf is winstgevender en innovatiever dan ooit.

  • AI vormt mogelijk geen bedreiging, maar juist een groeimotor dankzij Adobe’s integratie van Firefly en nieuwe AI-verdienmodellen.

  • Met een historisch lage waardering en een uniek ecosysteem blijft Adobe de onbetwiste standaard in creatieve software.


Adobe is de afgelopen jaren zwaar afgestraft op de beurs. De koers van het softwarebedrijf is met bijna de helft gedaald sinds de piek. De markt vreest dat kunstmatige intelligentie het verdienmodel zal ondermijnen, dat nieuwe spelers als Figma en Canva marktaandeel afsnoepen, en dat de groei afvlakt. Toch ligt onder dat pessimisme een bedrijf dat op dit moment sterker geïntegreerd, winstgevender en innovatiever is dan ooit.


Koers Adobe sinds ATH:

Bron: Google Finance
Bron: Google Finance

Adobe bezit iets zeldzaams: een industrienorm. Zo’n 90% van alle professionele ontwerpers werkt met een Adobe-product. Dat is geen toeval, maar het gevolg van decennia waarin het bedrijf een onmisbare standaard heeft opgebouwd. Het ecosysteem van programma’s; Photoshop, Illustrator, Premiere, Acrobat, InDesign en tientallen andere is onderling volledig geïntegreerd. Een bestand dat in één applicatie wordt gemaakt, kan zonder frictie worden bewerkt in de volgende. Die interoperabiliteit is cruciaal voor bedrijven waarin samenwerking tussen designers, editors, marketeers en contentteams de norm is.


Een overstap naar concurrerende software brengt enorme kosten met zich mee. Een team dat jarenlang met Adobe werkt, verliest maanden aan productiviteit bij het aanleren van nieuwe tools. Dat is niet alleen een kwestie van training: oude bestanden, workflows en plug-ins zijn diep verweven met Adobe’s infrastructuur. Voor grote ondernemingen, die vaak duizenden licenties hebben, lijkt de overstap economisch zinloos. De softwarekosten maken hooguit een paar procent uit van het totale marketingbudget.


Deze structurele afhankelijkheid creëert een netwerk-effect dat nauwelijks te breken is. Bedrijven gebruiken Adobe omdat anderen het ook gebruiken. Dat patroon lijkt sterk op Microsoft Office: er bestaan alternatieven die goedkoper of op sommige delen gebruiksvriendelijker zijn, maar Word en Excel blijven de norm omdat de hele zakelijke wereld erop draait. Adobe is voor de creatieve industrie wat Microsoft is voor de kantoorsector.


De concurrentie klinkt luid, maar haar impact blijft beperkt. Canva richt zich op amateurs en kleine bedrijven, niet op professionele studio’s. Figma, hoe populair ook in UX/UI-design, bestrijkt slechts één niche. Adobe probeerde Figma te kopen om dat gat te vullen; toen die deal werd afgeblazen, besloot het bedrijf zich te concentreren op zijn eigen sterkte: het leveren van het complete pakket aan creatieve software. Zelfs wie Figma gebruikt, exporteert vaak naar Photoshop of Illustrator om het eindproduct af te werken.


De integratie binnen het Adobe-ecosysteem vergroot de productiviteit en verkleint de kans dat klanten vertrekken. Voor een studio die video’s, animaties, webcontent en drukwerk produceert, is de totale eigendomskost van Adobe lager dan het combineren van losse tools. Niet omdat de licenties goedkoop zijn, maar omdat het geheel efficiënter werkt.


De grote angst op de beurs is dat generatieve AI de behoefte aan Adobe-producten zal verminderen. Als één werknemer met AI evenveel kan produceren als twee zonder, zullen bedrijven minder licenties nodig hebben. Dat klinkt logisch, maar het beeld klopt niet met de realiteit.

Adobe’s management gaf tijdens de MAX-conferentie duidelijk aan dat het tegenovergestelde gebeurt: de hoeveelheid gecreëerde content stijgt explosief. Mensen produceren meer, niet minder. Marketingafdelingen willen meer varianten van advertenties, influencers maken meer video’s, bedrijven genereren meer visuals voor sociale media. De CEO sprak van een “content explosion”; een structurele toename in digitale productie die veel sneller groeit dan het aantal werknemers. Een soort Jevons paradox dus.


Adobe speelt daarop in met een nieuw verdienmodel. Naast de traditionele licentie, de “seat”, rekent het bedrijf voortaan ook af op gebruik via zogenoemde AI-credits. Wie meer generatieve functies gebruikt, betaalt extra. De CFO beschreef het tijdens MAX als een “consumption-based economy alongside the subscription economy”. Dat betekent dat productiviteitswinst direct wordt omgezet in extra omzet voor Adobe. Een gebruiker die dankzij AI dubbel zoveel werk doet, genereert ook dubbel zoveel credits.


Dat model is elegant. Adobe hoeft geen miljarden te investeren in datacenters zoals Microsoft of Google, maar kan wel meeliften op hun rekenkracht. De Firefly-modellen, Adobe’s eigen AI, draaien deels op infrastructuur van partners als Google DeepMind en OpenAI. Adobe fungeert als één loket voor alle creatieve AI: klanten gebruiken Photoshop, Express of Premiere, en Adobe kiest achter de schermen automatisch de juiste modelprovider. Voor elke gegenereerde afbeelding, video of audiofragment wordt afgerekend via Adobe’s platform.


Het bedrijf is daarmee niet alleen kwetsbaar voor AI, maar ook de schakel die de creatieve industrie toegang geeft tot die technologie. De waarde ligt in de integratie van AI-modellen binnen professionele workflows. Terwijl kleine startups nieuwe tools uitbrengen, beschikt Adobe over miljoenen gebruikers, tientallen jaren aan gebruikersdata en een diep begrip van wat professionele ontwerpers nodig hebben: controle, precisie en compatibiliteit.


De nieuwste versie van Firefly, Image Model 5, illustreert dat verschil. Waar veel AI-tools moeite hebben om precieze aanpassingen te doen, kan Firefly exact die delen van een beeld wijzigen die de gebruiker aanwijst, zonder dat de rest vervormt. De CEO noemde het “the best in the industry at making precisely the changes you want and only the changes you want.” Voor professionals, waar één verkeerde pixel het verschil maakt, is dat een enorme stap.


Bovendien werkt Adobe aan Firefly Foundry, waarmee grote bedrijven hun eigen generatieve modellen kunnen trainen op hun eigen beeldmateriaal. Studio’s en merken kunnen zo hun visuele stijl behouden binnen een private omgeving. Die combinatie van creativiteit, controle en veiligheid is iets waar geen open-sourcemodel aan kan tippen.


Onder de oppervlakte groeit Adobe nog steeds met dubbele cijfers. De omzet stijgt al jaren rond 10 à 11% per jaar, vooral dankzij prijsverhogingen en uitbreiding van bestaande klanten. Nieuwe klanten komen erbij via freemiumproducten als Express, maar de echte winst zit bij de professionele gebruikers. De operationele marge blijft rond 37%, een van de hoogste in de softwaresector. Dankzij omvangrijke aandeleninkopen groeit de winst per aandeel nog sneller dan de omzet.


Omzet Adobe:

Bron: Fiscal
Bron: Fiscal

Het bedrijf genereert circa 10 miljard dollar aan operationele cashflow per jaar en koopt daarmee structureel aandelen terug; op dit moment zo'n 7,6% van de uitstaande aandelen per jaar.


Buyback Yield Adobe:

Bron: Fiscal AI
Bron: Fiscal AI

De markt lijkt echter te redeneren alsof Adobe in verval is. De waardering, rond 16 keer de operationele winst, is historisch laag. Jarenlang noteerde het aandeel rond de 40 keer EBIT; zelfs in eind 2022 lag dat nog op 21 à 22 keer. Het huidige niveau impliceert nauwelijks groei.


EV/EBIT Adobe:

Bron: Seeking Alpha
Bron: Seeking Alpha

Als we verder uitzoomen zien we dat dit zelfs de laagste waardering is sinds de overstap op het abonementsmodel in 2013; een tijd waarin de winst en waardering begonnen te exploderen. EBIT en EV/EBIT Adobe sinds IPO:

Bron: Seeking Alpha
Bron: Seeking Alpha

Adobe’s management lijkt een positieve overtuiging over AI te hebben. CFO Daniel Durn sprak op MAX over “AI-influenced revenue exceeding five billion dollars” en voorspelde dat “over time, AI-influenced ARR will grow to 100% of our business.” Dat geeft aan hoe centraal kunstmatige intelligentie in de toekomst van het bedrijf staat.


Het fundamentele verhaal van Adobe is dat van een creatieve monopolist die zichzelf opnieuw uitvindt. De kern van zijn waarde ligt niet in één product, maar in de totale suite van oplossingen die de creatieve keten bestrijken.


Die positie is moeilijk te kopiëren. Om werkelijk te concurreren met Adobe, zou een nieuw bedrijf niet alleen betere technologie moeten bouwen, maar ook een volledig geïntegreerde suite van tientallen apps, naadloze interoperabiliteit moeten garanderen, partnerschappen met AI-providers sluiten en miljoenen gebruikers overtuigen om over te stappen. De kans dat dat lukt, lijkt laag.


De integratie van AI maakt Adobe’s positie eerder sterker dan zwakker. Door Firefly, Express en Acrobat samen te brengen tot één omgeving waarin creativiteit en productiviteit samenvallen, vergroot het bedrijf zijn bereik van professionals naar consumenten en ondernemingen. Elk onderdeel versterkt de rest: Express trekt nieuwe gebruikers, Creative Cloud Pro houdt de professionals vast, GenStudio bedient de grote marketingafdelingen.


De conferentie in oktober bevestigde die strategie. CEO Shantanu Narayen sloot zijn presentatie af met de woorden: “The best days of Adobe are ahead, and I am more excited about the momentum in the business today than I have ever been before.” Die toon contrasteert scherp met het sentiment op de beurs, maar het bedrijf zelf ziet de groei juist versnellen.


De angst dat AI Adobe overbodig maakt, lijkt steeds meer op het oude misverstand dat digitalisering zou leiden tot minder tekst en minder professionele fotografie. In de beginjaren van het internet dachten mensen dat we minder zouden lezen, omdat online niemand lange teksten wilde, dat fotografie zijn waarde zou verliezen doordat iedereen ineens kon fotograferen, en dat video nooit groot zou worden omdat het te zwaar en te duur was voor het web. In werkelijkheid gebeurde precies het tegenovergestelde: er kwam juist een explosie van geschreven, visuele en videomateriaal die tot op vandaag aanhoudt.


Elke nieuwe technologie heeft de hoeveelheid content juist doen toenemen. Adobe profiteert mogelijk van die trend, omdat het aan de basis staat van hoe moderne media worden gemaakt.


Wie gelooft in de kracht van structurele groei en sterke marges, ziet in Adobe een voorbeeld van hoe innovatie en efficiëntie samen het rendement kunnen aandrijven. Ook particuliere beleggers kunnen daarop inspelen door niet alleen te letten op de groeikansen van bedrijven, maar ook op de kostenstructuur van hun eigen beleggingen.


MEXEM, door Brokerskiezen.nl uitgeroepen tot beste allround broker van 2025, biedt toegang tot internationale markten tegen uitzonderlijk lage tarieven. De valutakosten bedragen slechts 0,005%, tegenover 0,25% bij DEGIRO en SAXO Bank – een verschil dat op termijn honderden tot duizenden euro’s kan schelen. Daarmee geldt MEXEM voor veel beleggers als de meest complete keuze voor wie lage kosten en internationale spreiding belangrijk vindt.


 
 
 

Net binnen..

Meld je aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief!

Bedankt voor het abonneren!

Copyright © 2023 •

Alle rechten voorbehouden - Amsterdam - 0619930051

Disclaimer
Let op: Beleggen brengt risico's met zich mee. Je kan (een deel van) je inleg verliezen. Niets hier mag worden beschouwd als financieel advies.. Voor advies over je persoonlijke situatie kun je het beste een adviseur inschakelen.

  • Instagram
  • Twitter
  • LinkedIn
  • YouTube
bottom of page