Deze vergeten 'beleggers favoriet' maakt een comeback
- Jelger Sparreboom
 - 1 uur geleden
 - 4 minuten om te lezen
 
In het kort:
Intel herstelt spectaculair en het vertrouwen van beleggers keert terug.
De technologische comeback en foundry-plannen vragen miljardeninvesteringen en zijn nog niet winstgevend.
De waardering loopt vooruit op de realiteit terwijl marges onder druk staan en concurrenten sterk blijven.
Een jaar geleden leek Intel volledig uitgeteld. Het aandeel zakte tot onder de twintig dollar en de chipreus, ooit de onbetwiste koning van de halfgeleidersector, stond symbool voor gemiste kansen, technische achterstand en interne chaos. Inmiddels is dat beeld deels gekanteld. De koers is met meer dan tachtig procent gestegen, de toon op Wall Street is positiever en CEO Lip-Bu Tan spreekt vol vertrouwen over de toekomst. Toch schuilt onder die comeback een fragiele realiteit. De markt rekent al op een groot herstel dat nog grotendeels moet worden waargemaakt.
Koers intel:

De spectaculaire koersstijging van Intel valt samen met een golf van hernieuwd optimisme over de chipindustrie in het algemeen. De Amerikaanse overheid pompt miljarden in de sector via het CHIPS Act, en grote namen als Nvidia en Microsoft investeren fors in nieuwe productiecapaciteit. Intel profiteert van dat sentiment. Het bedrijf positioneert zich nadrukkelijk als strategische pion van het Amerikaanse industriële beleid, met beloftes over nationale halfgeleiderautonomie en een hechte samenwerking met Washington. Die politieke verankering geeft beleggers vertrouwen, zeker nu ook Nvidia een strategisch belang neemt.
Daarbovenop komt de kracht van het 18A-project. Deze nieuwe productiegeneratie, waarmee Intel hoopt terug te keren aan de technologische top, wordt neergezet als een bewijs dat het bedrijf weer meedoet. De 18A-chips, met hun drastisch lagere energieverbruik, moeten niet alleen de pc-markt vernieuwen maar ook een serieuze rol spelen in de energiehongerige wereld van AI-datacenters. Volgens interne testen kan de Panther Lake-lijn tot veertig procent minder stroom verbruiken dan de vorige generatie, wat in theorie enorme kostenbesparingen oplevert voor grote AI-gebruikers.
Toch is die belofte vooralsnog vooral theoretisch. De 18A-technologie bevindt zich pas aan het begin van de commerciële uitrol, en het zal jaren duren voordat de productie op volle capaciteit draait. Zelfs als de techniek werkt zoals beloofd, is het nog maar de vraag of grote klanten hun belangrijkste chips daadwerkelijk bij Intel willen laten maken. De vertrouwenskwestie is groot: jarenlang stond Intel bekend om productievertragingen en tegenvallende yields. Dat vertrouwen win je niet terug met één generatie chips, hoe innovatief ook.
De kern van Intels herstelverhaal ligt in de foundry-ambitie: het plan om uit te groeien tot een volwaardige contractfabrikant die chips maakt voor andere bedrijven, vergelijkbaar met Taiwan Semiconductor Manufacturing Company (TSMC). De wereld heeft behoefte aan meer productiecapaciteit, en Intel beschikt over infrastructuur om die rol te vervullen. Maar in de praktijk blijkt de foundry-divisie voorlopig een bodemloze put. In het derde kwartaal boekte deze tak een operationeel verlies van ruim 2,3 miljard dollar en een negatieve marge van ongeveer 55 procent.
De markt lijkt die zorgen grotendeels te negeren. De waardering van Intel is opgelopen tot niveaus die nauwelijks in verhouding staan tot de huidige winstgevendheid. Met een forward P/E van boven de honderd is het aandeel geprijsd alsof het herstel al geslaagd is. Ter vergelijking: TSMC handelt rond de dertig keer de verwachte winst, AMD rond de zestig.

Daar komt bij dat de kapitaalbehoefte van het bedrijf enorm blijft. Intel verwacht in 2025 ongeveer 27 miljard dollar aan investeringen, grotendeels voor nieuwe fabrieken en productielijnen. Dat is een zware last voor een onderneming waarvan de kasstroom nog fragiel is en de marges onder druk staan. Hoewel de liquiditeit toereikend lijkt, blijft de balans kwetsbaar bij tegenvallers of vertragingen. De overheidssubsidies en strategische investeringen van partners bieden ademruimte, maar ze lossen de fundamentele concurrentiekloof met TSMC niet op.
De optimistische toon van het management maskeert die realiteit slechts gedeeltelijk. CEO Tan spreekt graag over “het herstel van vertrouwen in Amerikaanse productie”, maar concrete signalen van grote externe klanten ontbreken. Nvidia’s belang is symbolisch belangrijk, maar het betekent niet automatisch dat Nvidia zijn meest geavanceerde chips bij Intel laat maken. Ook de AI-golf, waar Intel gretig op meeliftt, biedt nog geen harde omzetgroei. De meeste hyperscalers blijven trouw aan bestaande partners, en voor AI-specifieke processors heeft Intel nog geen overtuigend alternatief tegenover de H100- of MI300-lijnen van respectievelijk Nvidia en AMD.
Daarnaast dalen de marges al jaren, momentaal staat de brutowinstmarge op 32%.
Brutowinstmarge Intel:

De pc-markt, nog steeds goed voor het grootste deel van de omzet, stabiliseert wel. De Windows 11-vernieuwing zorgde voor een lichte opleving van de vraag, en Intel profiteerde daarvan. Maar dit segment blijft volwassen, met beperkte groeipotentie. De echte vooruitgang moet komen van datacenters en AI-toepassingen, waar Intel’s marktaandeel de afgelopen jaren juist gestaag is afgebrokkeld. De concurrentie van AMD blijft scherp; dat bedrijf heeft met Epyc en MI300 chips een sterke positie opgebouwd bij grote cloudspelers. Intel hoopt die trend te keren met Panther Lake en Sierra Forest, maar het effect daarvan zal pas in 2026 zichtbaar worden.
De structurele uitdaging blijft de tijd die nodig is om vertrouwen te herwinnen. Grote techbedrijven plannen hun chiparchitecturen jaren vooruit, en een producent die in het verleden leveringsproblemen had, krijgt niet snel opnieuw een centrale rol in zulke schema’s.
De huidige waardering lijkt vooral te drijven op sentiment. De combinatie van overheidsgeld, symbolische partnerschappen en een hernieuwde CEO-energie heeft een geloofwaardig narratief gecreëerd. Intel staat voor een herstructurering die gemakkelijk tot 2030 kan duren, met wisselende marges en hoge kapitaallasten. De verwachting dat het bedrijf in enkele jaren de kloof met TSMC en AMD kan dichten, is optimistisch. Zelfs met succes op technologisch vlak blijft de vraag of de financiële rendementen dat tempo kunnen bijhouden.
De hernieuwde status van Intel als ‘beleggersfavoriet’ is dus deels illusie: een weerspiegeling van hoop dat de industrie een tweede Amerikaanse kampioen krijgt naast Nvidia. Die hoop kan legitiem zijn, zeker gezien de geopolitieke druk om productie te herlokaliseren. Maar zolang de foundry-tak verlieslatend is, de marges schommelen en de productierisico’s groot blijven, verdient die hoop enige nuchterheid.





















































