top of page

Beleggers opgelet: zo vind je winnende aandelen

In het kort:

  • Winnende aandelen ontdek je niet door blind op één ratio te vertrouwen, maar door te begrijpen hoe winst en kasstromen écht tot stand komen.

  • De juiste maatstaf verschilt per bedrijf: bij een gevestigde speler kan PE werken, bij softwarebedrijven zegt vrije kasstroom veel meer.

  • Echte kansen ontstaan wanneer de markt te pessimistisch is en waardering en groei tijdelijk uit balans raken.


De zoektocht naar winnende aandelen lijkt soms op een spel zonder duidelijke regels. Wat vandaag door de markt als duur wordt gezien, kan morgen ineens een koopje lijken. En wat gisteren de favoriet was van analisten, kan de volgende week zomaar in de uitverkoop belanden. Het boeiende is dat er geen sleutel bestaat om succes te garanderen. Toch zijn er wel degelijk methodes en inzichten die beleggers helpen om de kans op het vinden van winnaars structureel te vergroten. Die methodes draaien vaak om één centraal begrip: waardering. Waardering is de brug tussen wat een bedrijf vandaag verdient en wat beleggers verwachten dat het morgen zal opleveren. Maar juist dat begrip blijkt vaak een mijnenveld van nuances, valkuilen en verkeerde interpretaties.


De PE-ratio is een van de eerste begrippen die elke belegger leert kennen. Simpel in opzet: deel de koers door de winst per aandeel, en je weet of een bedrijf duur of goedkoop is. Maar die eenvoud is tegelijk de valkuil. Want wat is die winst eigenlijk waard? Een blik op de cijfers leert dat winst niet altijd hetzelfde betekent als structureel verdiend geld. Boekhoudkundige ingrepen, eenmalige posten, belastingmeevallers of zelfs het teruggeven van aandelenopties kunnen de winst kunstmatig opblazen of juist verlagen. Neem Uber, dat op papier in een bepaald kwartaal extreem goedkoop leek omdat er een belastingmeevaller van miljarden door de boeken liep. Het was geen echte winst, en wie blind op de PE-ratio keek, werd misleid.


Hetzelfde gebeurde bij Google, dat plotseling miljarden aan extra winst rapporteerde dankzij een waardestijging van de investering in SpaceX. Op papier een zegen, maar geen cash die het bedrijf zelf verdiend had. Of denk aan Microsoft, dat in bepaalde jaren tijdelijk lagere marges liet zien door boekhoudkundige verschuivingen. Het effect op de PE-ratio was enorm, terwijl de onderliggende realiteit nauwelijks veranderde. Wie in die periode alleen naar de ratio keek, zag een aandeel dat plotseling peperduur leek, terwijl in feite niets fundamenteels veranderd was.


Dat maakt de PE-ratio zo verraderlijk. Ze werkt misschien redelijk bij bedrijven die al decennialang stabiele winsten boeken, zoals Costco of Mastercard. Maar bij de meeste groeibedrijven zegt de ratio weinig. Hoe meet je dan wél of een bedrijf ondergewaardeerd is?


De zoektocht naar de juiste maatstaf

Een alternatief dat steeds vaker naar voren komt, is de verhouding tussen ondernemingswaarde (enterprise value) en operationele winst (EBIT). Enterprise value houdt rekening met zowel schulden als cash. Daarmee ontstaat een eerlijker beeld: een bedrijf dat bol staat van de schulden is feitelijk minder waard dan de beurswaarde suggereert, terwijl een onderneming met miljarden in kas juist sterker staat dan het aandeel alleen laat zien. De EBIT daarentegen haalt ruis weg: geen belastingmeevallers, geen incidentele boekhoudposten, maar simpelweg het resultaat van de kernactiviteiten.


EV/EBIT verus P/E Uber:

Bron: Seeking Alpha
Bron: Seeking Alpha

Waarom is dit belangrijk? Omdat beleggers uiteindelijk niet beloond worden voor papieren winsten, maar voor de echte kracht van een bedrijf. Een onderneming die structureel gezonde operationele winsten draait, toont aan dat het businessmodel werkt, ongeacht tijdelijke hobbels. Daarom is EV/EBIT voor veel beleggers een ratio die dichter bij de realiteit staat.

Toch is ook dit geen heilige graal. Want sommige bedrijven, vooral in software en abonnementen, laten juist daar een vertekend beeld zien. Denk aan een speler als Salesforce of Adobe. Klanten betalen vaak een jaar vooruit voor hun softwarelicentie. Het geld stroomt meteen binnen, maar mag volgens de boekhoudregels niet direct als omzet geboekt worden. Dus oogt de winst lager dan de daadwerkelijke cash die binnenkomt. Voor zulke bedrijven zegt de vrije kasstroom (free cash flow) veel meer. Dat is immers de kale realiteit: hoeveel geld blijft er na alle uitgaven daadwerkelijk over?


Neem Duolingo, met zijn miljoenen gebruikers die jaarabonnementen afsluiten. Op de balans zie je een duidelijke kloof tussen de officiële omzet en de zogenoemde bookings: het geld dat daadwerkelijk al binnen is. Die bookings tonen de kracht van het model, ook al mag een groot deel ervan pas later als winst geboekt worden. Voor een belegger die verder kijkt dan de traditionele winst- en verliesrekening, is dit cruciale informatie.


Wie dit begrijpt, ontdekt dat de juiste ratio altijd afhangt van het type bedrijf. Bij een volwassen supermarktketen werkt de PE nog redelijk. Bij een SaaS-bedrijf is vrije kasstroom de sleutel. Bij een industriegigant vol schulden en investeringen biedt EV/EBIT de meeste helderheid. En soms, zoals bij Amazon, is zelfs dat niet genoeg. Jarenlang pompte Amazon miljarden in nieuwe distributiecentra en datacenters, waardoor de vrije kasstroom tijdelijk negatief was. Maar was Amazon daardoor opeens een zwak bedrijf? Natuurlijk niet. Het was een kwestie van investeren in de toekomst.


Free cash flow Amazon:

Bron: Seeking Alpha
Bron: Seeking Alpha

Combinatie van waardering en groei

Hier komt de kernvraag: hoe vertaal je al die ratio’s naar de kunst van het vinden van winnende aandelen? Het antwoord ligt in de combinatie van waardering en groei. Een bedrijf kan goedkoop lijken, maar als de groei stilvalt, is dat een valkuil. Andersom kan een onderneming peperduur ogen, maar als de groei jarenlang stabiel doortrekt, blijkt die hoge waardering vaak gerechtvaardigd.


De geschiedenis staat vol voorbeelden. Google handelde begin dit jaar tegen zeer lage multiples. Beleggers die door de angst voor AI-disruptie heen konden kijken, zagen juist een koopkans. De recente koersstijging is bijna volledig gekomen uit een positieve herwaardering.


EV/EBIT en marktwaarde van Google:

Bron: Seeking Alpha
Bron: Seeking Alpha

Hetzelfde gold voor ASML, dat op zijn dieptepunt door de markt werd afgestraft terwijl de structurele groeidrijvers onveranderd waren. Wie toen instapte, profiteerde van forse winsten toen de markt het bedrijf weer ontdekte.


Maar kijk naar Lululemon: jarenlang groeide het bedrijf met 20 procent per jaar, en de hoge waardering was logisch. Nu de groei richting 10 procent zakt, is een lagere multiple realistischer. Dat maakt het aandeel niet waardeloos, maar wel een ander beestje dan in het verleden. De les? Een lage waardering is pas interessant als de groei en de fundamenten overeind blijven.


Waardering zakt naar mate omzetgroei afvlakt:

Bron: Seeking Alpha
Bron: Seeking Alpha

Daarmee komen we bij de PEG-ratio, waarin de waardering wordt afgezet tegen de verwachte groei. Een bedrijf dat 30 procent groeit, kan prima tegen een multiple van 40 verhandeld worden, terwijl een onderneming die nog maar 5 procent groeit al duur is bij een multiple van 15. Deze verhouding helpt beleggers appels met appels te vergelijken. Want uiteindelijk draait het niet alleen om hoe goedkoop een aandeel nu oogt, maar vooral om hoe voorspelbaar en houdbaar de groei is.


En dat brengt ons bij een vraag die elke belegger zich zou moeten stellen: wat heb je liever, een ‘goedkoop’ aandeel dat nauwelijks groeit, of een ‘duur’ aandeel waarvan de omzet en winst jaar in jaar uit met dubbele cijfers toenemen?


De kunst van beleggen ligt dus niet in het blind volgen van één ratio, maar in het begrijpen van de context. Het vraagt om het doorgronden van businessmodellen: hoe stabiel zijn de inkomsten, hoe duurzaam is de marge, hoe robuust is de kasstroom? Het vraagt ook om het herkennen van mispricings: momenten waarop de markt te pessimistisch is en de waardering lager staat dan gerechtvaardigd.


Winnende aandelen vinden betekent dus laveren tussen cijfers en verhalen, tussen waardering en groei, tussen ratio’s en realiteit. Het vraagt om scepsis tegenover simpele getallen, maar ook om het lef te vertrouwen op je analyse als de markt zich vergist.


Uiteindelijk zijn het juist die momenten van misprijzen; de goedkope Google en de onderschatte ASML, die de grote winsten opleveren.


En misschien is dat wel de belangrijkste les: cijfers zijn nooit genoeg. Het gaat erom te begrijpen wat erachter schuilgaat. Alleen dan kun je zien waar de echte kansen liggen.


Op zoek naar een stabiele lange termijn investering? Corum Investments is een van de meest stabiele vastgoedfondsen in Nederland: elke maand dividend, nooit onder het minimale rendement van 6% en een gemiddeld jaarlijks resultaat tussen 6% en 8%. Het fonds is toegankelijk vanaf slechts €50 per maand. Niet voor niets staat Corum in het overzicht van de beste vastgoedfondsen van 2025 en is het bekroond met meerdere internationale prijzen.


Ontdek in de gratis brochure of Corum ook past bij jouw beleggingsdoelen, geheel vrijblijvend.



 
 
 

Net binnen..

Meld je aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief!

Bedankt voor het abonneren!

Copyright © 2023 •

Alle rechten voorbehouden - Amsterdam - 0619930051

Disclaimer
Let op: Beleggen brengt risico's met zich mee. Je kan (een deel van) je inleg verliezen. Niets hier mag worden beschouwd als financieel advies.. Voor advies over je persoonlijke situatie kun je het beste een adviseur inschakelen.

  • Instagram
  • Twitter
  • LinkedIn
  • YouTube
bottom of page