Barst de techzeepbel opnieuw?
- Arne Verheedt
- 6 uur geleden
- 3 minuten om te lezen
In het kort
De Magnificent Seven vertegenwoordigen 34% van de S&P 500, tegenover 12% tien jaar geleden.
Verwachte jaarlijkse rendementen voor deze aandelen liggen tussen de 1,9% en 3,9%.
Value-aandelen, small caps en internationale markten bieden aantrekkelijkere waarderingen en betere spreiding.
Amazon, Apple, Alphabet, Meta, Microsoft, Nvidia en Tesla samen bekend als de "Magnificent Seven" hebben het afgelopen decennium de beurs vooruitgestuwd. Tussen 2015 en 2024 realiseerden ze een gecombineerd rendement van maar liefst 698%, terwijl de bredere S&P 500 over diezelfde periode uitkwam op 178%.
Hun invloed op de beurs is intussen zo groot geworden dat ze vandaag 34% uitmaken van de totale marktkapitalisatie van de S&P 500. In 2015 was dat nog slechts 12%. Wie dus belegt in een standaard S&P 500-indexfonds, heeft al snel ruim een derde van zijn portefeuille geïnvesteerd in slechts zeven bedrijven.
Deze dominantie roept vragen op over evenwicht en waardering. Zijn deze aandelen nog altijd koopwaardig, of hebben ze inmiddels hun piek bereikt?
Visuele weergave: logo’s van de Magnificent Seven bedrijven

CAPE-ratio als alarmsignaal voor overwaardering
De cyclically adjusted price-to-earnings ratio (CAPE) is een van de bekendste indicatoren om te bepalen of aandelen over- of ondergewaardeerd zijn. De CAPE-ratio voor de S&P 500 bedraagt momenteel 39,7, wat historisch gezien extreem hoog is. Vergelijkbare niveaus werden alleen bereikt in 1929 en 1999, beide gevolgd door zware beurscorrecties.
De meeste van de Magnificent Seven noteren bovendien aan een nog hogere koers-winstverhouding dan het marktgemiddelde. Dat duidt op een ongebruikelijk sterke verwachting van toekomstige groei. Volgens schattingen van Vanguard zullen Amerikaanse groeiaandelen de komende tien jaar slechts tussen de 1,9% en 3,9% per jaar opleveren.
Beleggers blijven enthousiast ondanks de cijfers
Toch lijkt het enthousiasme voor deze bedrijven onverminderd groot. Nvidia is sinds begin dit jaar al met 28% gestegen, Meta met 31% en Alphabet zelfs met 32%. Beleggers prijzen de technologische voorsprong, het wereldwijde bereik en de sterke financiële positie van deze bedrijven. "Ik hou ze aan voor de komende tien jaar," aldus David Gardner.
Die loyaliteit is begrijpelijk, maar niet zonder risico’s. Veel beleggers realiseren zich niet dat ze via een gewone indextracker een aanzienlijk deel van hun portefeuille toevertrouwen aan slechts enkele aandelen. In een doorsnee S&P 500-ETF is €340 van elke €1.000 geïnvesteerd in de Magnificent Seven. Alleen Apple, Microsoft en Nvidia vertegenwoordigen samen al meer dan 20% van de indexwaarde.
De S&P 500 gedreven door de Magnificent Seven in de afgelopen jaren:

Strategisch heralloceren: slimme alternatieven buiten de techreuzen
Voor wie zijn portefeuille minder afhankelijk wil maken van een handvol Amerikaanse techgiganten, zijn er volop kansen om het risico te spreiden en het rendementspotentieel te verhogen. Een logische eerste stap is de verschuiving naar value-aandelen: bedrijven die relatief goedkoop zijn ten opzichte van hun winst, boekwaarde of dividend. Ze worden vaak genegeerd in sterke marktjaren, maar bieden juist bescherming wanneer het sentiment keert. Vanguard verwacht voor deze categorie een jaarlijks rendement van 5,8% tot 7,8%.
Ook small caps, aandelen van kleinere bedrijven bieden kansen. Ze zijn volatieler, maar doorgaans aantrekkelijker gewaardeerd en hebben meer ruimte om te groeien. Vanguard schat hun rendement op 5% tot 7% per jaar. Beleggers kunnen hiervoor bijvoorbeeld kiezen voor de iShares MSCI World Small Cap of Xtrackers MSCI Europe Small Cap ETF.
iShares MSCI World Small Cap ETF weergegeven:

Daarnaast zijn aandelen buiten de VS, met name uit Europa en Azië, momenteel gunstiger geprijsd. Morningstar voorspelt een jaarlijks rendement van 8,1% voor ontwikkelde niet-Amerikaanse markten. Wereldwijde ETF’s zoals de Vanguard FTSE All-World of SPDR MSCI ACWI IMI bieden hier brede toegang toe.
Wat als de techzeepbel echt barst?
Of de techzeepbel opnieuw barst, is geen vraag die vandaag met zekerheid te beantwoorden valt. Maar één ding is duidelijk: de signalen stapelen zich op. De waarderingen van de Magnificent Seven zijn historisch hoog, de marktconcentratie is ongezond en de verwachte rendementen liggen ver onder het langetermijngemiddelde. Tegelijkertijd blijven andere segmenten van de markt van value-aandelen tot internationale small caps aantrekkelijk gewaardeerd en ondervertegenwoordigd in veel portefeuilles.
Beleggers doen er goed aan zichzelf af te vragen of ze onbedoeld te veel hebben ingezet op slechts één scenario: dat de dominantie van big tech zich eindeloos doorzet. Wie daarin gelijk krijgt, wordt beloond. Maar wie zich vergist, riskeert een flinke deuk in zijn vermogen. Nu is het moment om vooruit te denken. Want als de techzeepbel opnieuw barst, wil je als belegger liever voorbereid zijn dan verrast.