Warren Buffett mijdt duurzaamheid - en investeert miljarden in dit aandeel
- Rens Boukema
- 1 dag geleden
- 8 minuten om te lezen
In het kort
Warren Buffett investeerde bijna 16 miljard dollar in dit energie-aandeel, actief in in conventionele olie- en gas.
Zijn investering in Occidental Petroleum is opgelopen tot een belang van 28,2%, plus miljarden in preferente aandelen en warrants.
De focus ligt op lange termijn cashflow, fiscale voordelen en strategische spreiding in een sector die onder druk staat van ESG-kapitaalverschuivingen.
Warren Buffett staat bekend als de meester van waarde-investeringen, iemand die liever kijkt naar intrinsieke waarde en toekomstige kasstromen dan naar hypes of modetrends. Terwijl de beleggingswereld zich de afgelopen jaren heeft gestort op technologie, ESG en hernieuwbare energie, heeft Buffett juist fors ingezet op traditionele energiebronnen.
Deze benadering is niet nieuw. Sinds de oprichting van Berkshire Hathaway heeft Buffett meerdere keren tegen de stroom in belegd. Wat opvalt, is zijn consequente focus op activa die stabiele kasstromen genereren, sterke marktposities hebben en niet door de massa worden gewaardeerd.
De wereldwijde groei in energie-verbruik en de energie-mix:

Zijn investering in olie en gas lijkt op het eerste gezicht haaks te staan op de huidige trend richting duurzaamheid. Maar wie dieper kijkt, ziet een strategisch meesterplan gebaseerd op rationele analyse, geopolitieke inzichten en fiscale optimalisatie, een plan dat rechtstreeks ingaat op de droom van een wereldwijd versnelde energietransitie..
Waarom olie nog steeds de ruggengraat van de wereldeconomie is
De keuze voor energie, en in het bijzonder olie en gas, lijkt in contrast met de global shift richting duurzaamheid. Maar olie is niet alleen een brandstof. Het zit letterlijk overal in: van shampoo tot smartphones, van medische apparatuur tot auto-onderdelen. Zelfs windturbines en zonnepanelen, iconen van de energietransitie, worden grotendeels geproduceerd met behulp van aardolieproducten.
Voor beleggers die naast volatielere (tech)posities zoeken naar stabielere langetermijnopties, bieden vastgoedfondsen een solide aanvulling. Ontdek hier het actuele overzicht van de beste Nederlandse vastgoedfondsen!
Buffett lijkt hiermee in te zetten op het onveranderde belang van olie in het wereldwijde economische systeem. Terwijl duurzame energiebronnen groeien, blijft olie op de achtergrond essentieel, zowel als grondstof als energiebron. De lange termijnvooruitzichten voor vraag blijven relatief robuust, zeker in opkomende markten waar de energievraag snel stijgt.
Daarnaast hebben ESG-criteria en de bijbehorende kapitaalverschuivingen ertoe geleid dat veel grote oliebedrijven minder kunnen investeren in productiecapaciteit. Hierdoor ontstaat op de middellange termijn mogelijk een krapte die de prijzen opdrijft en investeerders in de sector beloont met hogere marges.
De cijfers achter Buffett's miljardenbelang
Buffett’s investering in Occidental Petroleum (OXY) is zijn grootste individuele energiezet ooit. Zijn positie omvat:
28,2% van de gewone aandelen OXY ter waarde van 12,4 miljard dollar.
8,5 miljard dollar aan preferente aandelen, die hem voorrang geven bij dividenduitkeringen.
Warrants ter waarde van 5 miljard dollar voor het kopen van nog eens 83,9 miljoen aandelen tegen een vaste prijs.
De aandelenkoers van OXY de afgelopen 5 jaar:

In totaal vertegenwoordigt dit een gecombineerde exposure van meer dan 25 miljard dollar richting OXY. Daarbij bezit Berkshire ook significante belangen in Chevron (bijna 7% van de uitstaande aandelen), en een uitgebreide portefeuille energie-infrastructuur, waaronder pijpleidingen en LNG-faciliteiten via de overname van assets van Dominion Energy in 2020.
Buffett's strategie is daarmee duidelijk: dominantie in traditionele energie via aandelen, schuldpapier, infrastructuur en eigendomsrechten. Het rendement is niet alleen afkomstig van koersstijging, maar vooral van stabiele cashflows, dividendstromen en potentiële kapitaalappreciatie bij herwaardering van de sector.
De kern van OXY’s kracht ligt in haar dominante positie in de Permian Basin, het kloppend hart van de Amerikaanse olie-industrie. Dankzij de eerdere overname van Anadarko en de recente acquisitie van CrownRock beschikt het bedrijf over 2,9 miljoen netto acres aan productief land. Deze velden kenmerken zich door extreem lage breakevenprijzen, in sommige gevallen onder de 40 dollar per vat, wat OXY in staat stelt om ook in volatiele markten winstgevend te opereren.
De ligging van de Permian Basin

De CrownRock-deal vergrootte niet alleen het productievolume met circa 170.000 vaten olie-equivalent per dag, maar biedt ook toegang tot hoogwaardige reserves. Hoewel de acquisitie leidde tot een stijging van de schuld naar 26 miljard dollar, wist OXY eerder zijn schuldenlast al terug te brengen van 41,5 miljard dollar in 2019 naar 20,9 miljard in 2023. De ratio schuld/eigen vermogen is inmiddels gedaald tot 0,7, ver verwijderd van de piek van 2,1 tijdens de coronacrisis.
De marge van OXY versus concurrenten:

Op waarderingsbasis is OXY momenteel aantrekkelijk gepositioneerd. Met een EV/EBITDA-multiple van 5,41 en een FCF-yield van 10%, biedt het aandeel een solide rendementsperspectief voor beleggers die voorbij de dividenduitkering van 2,16% willen kijken. Daarbij zijn de brutomarges indrukwekkend gestegen, van 53,5% in 2015 tot 64% nu, en ook de nettomarges zijn hersteld naar 11,5%, ondanks de gedaalde olieprijzen.
De EV/EBITDA van OXY de afgelopen kwartalen:

Toch is het niet zonder risico. De voornaamste bedreigingen zijn de onvoorspelbare olieprijsvolatiliteit en de versnelde wereldwijde verschuiving richting hernieuwbare energie. Hoewel OXY’s assets operationeel solide zijn, kan een structurele terugval in olieconsumptie, gecombineerd met strengere regelgeving, leiden tot afwaarderingen van bezittingen en verminderde inkomsten. Bovendien vereist de integratie van CrownRock niet alleen kapitaal, maar ook succesvolle exploitatie van productievelden waarvan de opbrengst snel kan teruglopen na initiële pieken.
Desondanks lijkt de markt momenteel OXY af te rekenen op zijn schuldenpositie en de schijnbare mismatch met de energietransitie. En juist daar ligt voor contrarian beleggers mogelijk de grootste kans: het aandeel noteert momenteel onder de gemiddelde aankoopprijs van Buffett zelf. Voor wie gelooft in Amerikaanse energie-onafhankelijkheid, geopolitieke schokbestendigheid en rationele waardecreatie, biedt OXY een unieke combinatie van operationele kracht en beurskorting.
Hoewel Occidental Petroleum op papier aantrekkelijk lijkt voor beleggers die zich willen indekken tegen geopolitieke risico’s of inflatie, zou ik er zelf geen kapitaal in steken. De fundamentele reden daarvoor ligt in het feit dat het aandeel structureel te afhankelijk blijft van olie- en gasprijzen, die volatiel zijn en steeds sterker beïnvloed worden door politieke besluiten en internationale akkoorden. Meer dan 80% van de omzet van OXY komt uit fossiele brandstoffen, wat het bedrijf kwetsbaar maakt in een wereld die op termijn onvermijdelijk naar schonere energie beweegt.
Daarnaast valt niet te ontkennen dat de “Buffett-premie”, het idee dat OXY veiliger is omdat Buffett instapte, inmiddels is uitgehold. Met de aanstaande bestuurswissel bij Berkshire Hathaway verdwijnt ook het psychologische vangnet dat veel beleggers rust gaf. De invloed van Greg Abel, de opvolger van Buffett, is nog onduidelijk. De kans bestaat dat hij zich juist wil onderscheiden en het belang in OXY afbouwt, zeker nu het aandeel structureel onderpresteert ten opzichte van sectorgenoten.
Wat mij verder zorgen baart, is de afnemende productiegroei bij OXY. De recente daling in olieprijzen, de normalisatie van geopolitieke spanningen en een mogelijke overaanbod in 2026 maken het risico-rendementsprofiel minder aantrekkelijk dan andere energie- of infrastructuurspelers met langlopende contracten.
De groei en herkomst van OXY´s omzet de afgelopen kwartalen:

Hoewel ik erken dat OXY operationeel sterk is en indrukwekkende marges behaalt, is dat in mijn ogen onvoldoende om het risico te rechtvaardigen. Zeker niet nu de winstgroei vertraagt en de marktomstandigheden ongunstig blijven voor upstream-producenten. Voor beleggers die duurzaamheid, voorspelbaarheid en langetermijnvisie belangrijk vinden, zijn er betere alternatieven te vinden dan een bedrijf dat nog altijd primair leunt op de verkoop van fossiele brandstoffen.
Strategische spreiding en fiscale voordelen
De investering in olie- en gasbedrijven levert Buffett meer op dan alleen potentiële koerswinst. Het gaat om een bredere strategie waarin spreiding en belastingoptimalisatie een centrale rol spelen. Zeker voor vermogende particulieren en institutionele beleggers is deze benadering interessant.
In de VS zijn investeringen in olie- en gasdeelnemingen vaak via Private Placement Memoranda (PPM) beschikbaar. Deze structuren kunnen binnen pensioenvehikels (zoals IRA’s) worden opgenomen. Daarmee profiteren beleggers van:
Hogere potentiële cashflow: sommige olie- en gasinvesteringen bieden 8% tot 12% kwartaalinkomsten.
Belastingvoordelen zoals afschrijvingen, depletion allowances en uitgestelde belastingheffing op winsten.
Spreiding buiten traditionele aandelen en obligaties, met een ander risicoprofiel.
In tegenstelling tot de passieve indexstrategie waarbij beleggers klakkeloos de S&P 500 volgen, toont Buffett hiermee wederom een actieve en oordeelkundige benadering van kapitaaltoewijzing. Het is ook een signaal aan beleggers dat er naast de klassieke assetklassen alternatieven zijn, mits je gelooft in de (toekomstige) basis waarop deze bedrijven hun geld verdienen.
Geopolitiek als katalysator voor de energiemarkt
Een andere dimensie in Buffett's energiebelang is geopolitiek. Conflicten in het Midden-Oosten, sancties tegen Rusland, spanningen in de Zuid-Chinese Zee en onvoorspelbare OPEC-besluiten hebben een directe impact op de olieprijs. In juni 2025 leidde een Oekraïense droneaanval op Russische vliegvelden tot een stijging van de olieprijs met 4% op één dag.
De WTI Crude-Oil prijs de afgelopen 10 jaar:

Dit soort gebeurtenissen kan de waarde van oliebedrijven plotseling doen exploderen. Terwijl technologiebedrijven lijden onder renteverhogingen of regeldruk, reageren energiebedrijven vaak direct positief op geopolitieke onrust, stijgende grondstofprijzen of vraagverstoringen.
Het idee dat oliebedrijven zoals OXY of Chevron stilaan verdwijnen door de opkomst van hernieuwbare energie is volgens Buffett te kortzichtig. Integendeel, de transitie zelf vergt enorme hoeveelheden fossiele brandstoffen, zowel in productie als in transport. Bovendien zijn veel grote oliebedrijven zelf actief bezig met de transitie, inclusief investeringen in waterstof, CCS en biofuels. Deze grafiek zal volgens Buffett voor een groot deel uit fossiel blijven bestaan de komende decennia:
Energie-consumptie fossiel, hernieuwbaar en nuclear:

Investeren in olie, maar ook in je pensioenplan?
Buffett’s miljardeninvestering in olie en gas toont haarfijn aan waar de spanning zit tussen rationeel beleggen en maatschappelijke transitie. Zijn aanpak is coherent, strategisch en gebaseerd op harde economische fundamenten. Maar juist die helderheid onthult ook een pijnlijke realiteit: zolang fossiele energie op korte en middellange termijn meer rendement biedt dan duurzame alternatieven, blijft het kapitaal massaal stromen naar sectoren die haaks staan op klimaatdoelen.
Het onderliggende probleem is dat het financiële systeem duurzaamheid nog altijd niet structureel beloont. Hoewel ESG-richtlijnen en groene labels aan terrein winnen, blijven olie en gas voor beleggers aantrekkelijk dankzij stabiele cashflows, fiscale voordelen en geopolitieke relevantie. Een IRA-portefeuille die kwartaal na kwartaal 8% tot 12% uitkeert op basis van fossiele investeringen is voor velen simpelweg te lucratief om te negeren.
Dit roept een fundamentele vraag op: als zelfs de meest rationele beleggers, met Buffett als boegbeeld, fossiel blijven omarmen, hoe realistisch is een versnelde transitie dan nog? Het antwoord is misschien wel wat ongemakkelijk. Duurzaamheid heeft geen vanzelfsprekende plek in puur economisch gedreven besluitvorming. Zolang CO₂-uitstoot niet stevig wordt belast, fossiele subsidies blijven bestaan en beleggers kunnen rekenen op fiscale voordelen, zullen duurzame alternatieven het op rendement niet winnen van olie en gas. Of dit goed of fout is moet iedereen voor zich bepalen uiteraard, over de huidige transitie valt genoeg te zeggen, maar het is belangrijk ook die kant van een keuze als deze te belichten.
Wil een samenleving serieus richting netto nul bewegen, dan moet de logica van rendement veranderen. Dat kan door beleidsingrepen zoals een robuuste CO₂-heffing, het afbouwen van belastingvoordelen voor fossiele investeringen of het aantrekkelijker maken van groene infrastructuur als beleggingscategorie. Anders blijven zelfs goedbedoelende beleggers onbewust medeplichtig aan vertraging, simpelweg omdat de spreadsheets nog steeds in het voordeel spreken van olie.
Buffett bewijst daarmee onbedoeld dat verduurzaming niet vanzelf uit de markt komt. Het vraagt om sturing, om een ander financieel kompas dat niet alleen rekent, maar ook richting geeft. Pas dan kan rationeel beleggen in lijn komen met fundamentele innovatie.
Buffett’s keuze is een krachtig signaal in een tijd waarin veel beleggers juist afstand nemen van fossiele energie. Zijn inzet op conventionele olie is geen gok, maar een doordachte zet gebaseerd op fundamentele analyse, fiscale voordelen en het onverminderde belang van energie in onze economie. Of hij gelijk krijgt, zal de komende jaren blijken, maar als zijn trackrecord een indicatie is, kunnen beleggers dit signaal moeilijk negeren.