Europa toont tekenen van veerkracht: Inflatie daalt en BBP groeit, maar onzekerheid blijft
In het kort:
De inflatie in de eurozone daalde in juli naar 5,3%, terwijl het BBP in het tweede kwartaal van 2023 met 0,3% groeide.
Landen zoals Frankrijk en Spanje laten bemoedigende groeipatronen zien in vergelijking met het voorgaande kwartaal.
Desondanks waarschuwen analisten voor een mogelijke stagnatie voor de rest van het jaar, met name door zwakte in de wereldwijde productiesector en de afname van de residentiële bouw.
De inflatie in de eurozone, die bestaat uit 20 landen, is in juli gedaald tot 5,3%, volgens gegevens die maandag door Eurostat, het statistiekbureau van de EU, zijn gepubliceerd. Dit is bijna een procentpunt lager dan in mei en de laagste stand sinds begin 2022. De daling wordt voornamelijk toegeschreven aan dalende energieprijzen, die volgens Eurostat met 6,1% zijn gedaald.
Deze inflatiecijfers vertegenwoordigen het laagste niveau sinds januari 2022, vóór de economische onzekerheid die ontstond na de Russische invasie van Oekraïne. Hoewel dit bemoedigend is, blijft de kerninflatie, een maatstaf die een nauwkeuriger beeld geeft van de onderliggende prijsdruk, onveranderd op 5,5%.
Sommige landen blijven echter alarmerend hoge inflatiecijfers zien. Onder de 20 landen in de eurozone was de inflatie vorige maand het hoogst in Slowakije (10,2%), gevolgd door Kroatië (8,1%) en Litouwen (7,1%).
Wel rapporteerde Eurostat een groei van 0,3% in de eurozone-economie in de periode van april tot juni. Dit is een verbetering ten opzichte van het eerste kwartaal van het jaar, dat geen groei liet zien. Deze groei werd voornamelijk gestimuleerd door Ierland, waar de economie met 3,3% groeide. Ook Frankrijk en Spanje presteerden beter dan het eurozonegemiddelde, met respectievelijk een groei van 0,5% en 0,4%.
Maar sommige economieën vertoonden negatieve groei, waaronder Zweden (-1,5%), Letland (-0,6%), Oostenrijk (-0,4%) en Italië (-0,3%). Duitsland, beschouwd als de economische krachtpatser van de unie, lijkt langzaam uit zijn recessie te komen met vrijwel geen groei, maar wel stabiliteit (0,0%).
Hoewel de piek van de inflatie, die grotendeels het gevolg was van een piek in energieprijzen na de invasie van Rusland in Oekraïne, voorbij lijkt te zijn, blijft de economie onder druk staan. Deze druk komt voornamelijk door de reeks renteverhogingen – negen op rij – van de Europese Centrale Bank. Deze verhogingen zijn bedoeld om de inflatie op de lange termijn te verlagen naar het doel van 2%.
Vorige week verhoogde de Europese Centrale Bank (ECB) namelijk voor de negende keer op rij de rentetarieven tot hun hoogste niveau in 23 jaar, in een poging de inflatie onder controle te krijgen. Maar de gegevens voor de kerninflatie geven niet het vertrouwen dat deze renteverhogingen het gewenste effect hebben.
De hogere rentetarieven hebben geleid tot hogere hypotheekrentes en het afblazen van bouwplannen vanwege een gebrek aan betaalbaar krediet. "Dit is een klassiek voorbeeld van hoe het monetair beleid de economie beïnvloedt," merkt belegger Ray Dalio op. "Terwijl het streven naar inflatiebeheersing van vitaal belang is, kunnen renteverhogingen de economische activiteit remmen."
De gematigde economische groei en dalende inflatie markeren een periode van voorzichtige stabiliteit voor de eurozone, maar de uitdagingen blijven bestaan. Hoewel er positieve tekenen zijn, waarschuwt Christine Lagarde, de voorzitter van de Europese Centrale Bank, dat "er geen ruimte is voor arrogantie" in het huidige economische klimaat.
Wil je meer lezen?
Abonneer je op debelegger.nl om deze exclusieve post te kunnen blijven lezen.
Comments